RAH Schepenbank Lummen nr. 91

1767 - 1772

Gichten Loons recht buiten vrijheid

 

Het boek draagt nr. 22 op de titelzijde.

 

“Inhaudende de realisatien, gichten, relieven en werken van wett voorgevallen ten tijde van wijlen den heer secretaris Eustachius Timmermans ende bevonden niet geregistreert volgens inventaris voorleden jaer naer t’afsterven van den selven secretaris Timmermans gemaeckt”.

“Nu dit jaer 1780 door mij ondergeschreven secretaris ende de geassumeerde klercken onder mijne directie geregistreert involgens voorseyden inventaris ende der heeren schepenen decreet van authorisatie op mijns ondergeschreven expositie gedragen in judicio den 24 februarij 1780.”

Hierna volgt de gemelde expositie en decreet, ondertekend door de volgende personen:

A: H: Van Muysen, secretaris

M: Aerts meyer en schepen, P. Fredrix, schepen

Achtbare heren schepenen en leenmannen des souvereijnen Leenhove des landts Lummen

 

1767, 17 december. Folio 6

Henrick Groten releveert na de dood van de ouders van zijn vrouw Merelien van Rou, namelijk van Michael van Rou en Marie Maeris. Releveert huis en hof in Schullen gelegen, palend de heer Briers van Hasselt O., de Hoogh Straet N., het “suster klosster” van Hasselt W., Jan Hermans Z.

 

1767, 08 oktober. Folio 11v

Akte van 26.07.1767. Joannes Hermans, jonkman, verkoopt een rente van 6 gulden Brabants jaarlijks die hij affecteerde, volgens deling ingegaan tussen hem en zijn broers en zusters voor Petrus Plughers, gemeenteschrijver van Schuelen, op 28.10.1762 en gerealiseerd voor de schepenen van Lummen op 12.09.1765, op volgende goederen: huis en hof groot 2 vaten zaaiens gelegen onder Schuelen omtrent “het Schuermans Eijnde”, bezeten door Arnold Hermans, aan hem comparant toegevallen via deling onder de letter C. Hij creëert deze rente tot behoef van de heer Joannes Hussen als toeziender van de kinderen van Magriet Luijten verwekt bij Marcus Geerts, volgens legaat aan hen gelaten door codicille van wijlen de heer Hendrick Vander Putten op 24.05.1766 beschreven door notaris Corn. Vanderlooij binnen Rotterdam residerende. Marcus Geerts is present en consenteert. Voor 130 gulden. Opgemaakt in Hasselt door notaris Theod. Pijp in het huis van de koper in aanwezigheid van Hendrick Thiers en Catrien Raemakers.

08.10.1767 legt Joannes Hussen uit kracht van generale constitutie de bovenstaande akte voor ter registratie.

 

1767, 08 oktober. Folio 13r

Akte van 1767, 06.10. Mathijs Joors, meerderjarige jonkman en Anthoen Grauls met zijn lauderende echtgenote Ida Joors handelen in eigen naam en voor hun broer Lambert Joors (absent). Ze zijn kinderen van Mathijs Joors en Maria Vliegen, momenteel wonend in Herck. Ze verkopen voor 636 gulden Brabants eens den “Hennenbempt” onder Schuelen in de Haubempden gelegen, ongeveer een bonder groot “wesende wisselbempt” en de helft van 2 bonders waarvan de andere helft aan de gemeente van Schulen behoort. Verkopen aan Mathijs Joors van Schulen. De 2 bonders palen de weduwe Hanson O., die Laeck Z., “den Haverbempt” van Marie Vliegen en jouff. Cox Smissen bemdeken W. en de heer L. M. Hermans u.n. Van Melbeeck met hun Haubempt N. Boven de koopsom komen als lasten: 5 guldens Brabants jaarlijks aan de anniversarie der stad Herck, 12 stuivers 2 oort jaarlijks aan de pastorij of kerk van Barbrouck (Berbroek), 18 stuivers jaarlijks aan de kerk van Berbroek, grondceijns en dorpslasten. De verkopers moeten de goederen schoonmaken tot het jaar 1767 inbegrepen en zullen daarom de huur van dit jaar nog genieten. De onkosten over het “drooghmaecken” ervan staan tot last van de acceptant. Opgemaakt in het huis van notaris L.M. Hermans, genaamd “den keijser”, in Herck in aanwezigheid van jouf. Marie Gertrudis Van Melbeeck en jouf. Joanna Beatrix Hermans. Op 8 oktober voorgelegd ter registratie.

 

1767, 08 oktober. Folio 14v

Francis Ramakers legt namens de heer Adam Stellingwerff, in beide rechten licentiaat en advocaat, aan de meier en schepenen een akte voor van notaris J. W. Vande Kerckhoff van 01.08 laatstleden en verzoekt de realisatie en approbatie.

Akte. De notaris resideert in Herck. Gregorius Van Hese en zijn vrouw Anna Catharina Kenis, Lucas Kenis en A. M. Was zijn huisvrouw en M. L. Kenis met haar man Hendrik Van Hamelen verkopen 3 sillen broek gelegen onder Schulen, palend het “Kempsens Brouck” O., de Auden Demer W. of het Vloet, de oude Herck N., Adriaen Kenis Z., aan de heer Adam Stellingwerf voor 240 guldens Brabants Luiks eens. Koopsom werd betaald. Het broek is onbelast, tenzij met cijns. Getuigen jouf. M.C. Van Ham en Francis Rademaekers.

 

1767, 05 november. Folio 16v

Akte van 27.10.1767. Bij de notaris in Coursel residerend verschenen Servaes Vaes en Daniel Slangen. Vaes als man en momber van Maria Anna Eijgen, present en toestemmend, verklaart een perceel land van 3 halster zaaiens genaamd “het Bleuxken” in Castel onder Stal gelegen, verkocht te hebben. Het paalt Jan Van de Bergh O., Aert Witters W., de wed. van Vincent Ceijsens Z. en N. Verder een stuk land van 3 halster zaaiens genaamd “den Bleuckman” in Castel onder Stal gelegen, palend Adriana Beckers O., de wed. Vincent Ceijsens W. en Z., Henricus Beckers N. De 2 stukken zijn vrij van lasten met uitzondering van cijns en schattingen. Daniel Slangen koopt de percelen voor 1000 guldens Brabants Luiks, een pistole of 15 guldens Brabants Luiks voor een kermis voor de verkopers huisvrouw, 15 stuivers godsgeld en anderhalf ton diesters bier lijcoop. De koopsom werd uitbetaald. Opgemaakt in het huis van de notaris J. Nulens in Vurten onder Coursel in aanwezigheid van Joannes Van de Voort en Joanna Getrudis Convents.

Op 5.11 voorgelegd door Slangen.

 

1767, 05 november. Folio 18r

Paulus Vandermaesen, uit kracht van generale constitutie en namens de heer Gerardus Hubertus Briers, legt een notariële akte voor beschreven door notaris H. Pijp in Hasselt op 30.12.1766, verzoekend realisatie.

Akte. Martinus Sardons (Serdons) van Schuelen met zijn toestemmende echtgenote Marie Gertruijt Hermans dragen tot behoef van de heer Gerardus Hubertus Briers een stuk land op gelegen onder Schuelen, genaamd “Swaenebosch”. Het is 3 sillen groot en cijnsvrij, uit een groter stuk. Het paalt de Hertestraet 1), de koper 2), Peeter Sardons met consorten 3) en Peeter Scurmans 4). Voor 110 guldens, die in presentie van de notaris betaald werden in 16 Franse pattacons en de rest in gangbaar geld. Boven 5 guldens jaarlijks uit een grotere rente van 25 guldens, afgekomen van het klooster van Averbode. Opgemaakt in het huis van de koper in presentie van de getuigen Marten Libens en Anne Marie Dirix.

 

1769, 16 november. Folio 19r

Er wordt een handschrift voorgelegd ter realisatie.

De ondergetekende, Nicolaes Sijbois, verklaart de heer L.M. Hermans, oud-borgemeester van de stad Herck, te machtigen om van het bempdeken gelegen in Schuelen omtrent den Molenwegh, waarvan de kerk van Lummen het wedergedeelte heeft, “te disponeren en als sijn eijgen daer mede met wie hij kan te convenieren”, daarvan akte te laten passeren. Ondertekend binnen Herck op 12.12.1768 door Sijbois en mede-ondertekend door notaris Vande Kerckhoff.

Disponeren: “beschikken, regelen” volgens Verdam.

 

1767, 19 november. Folio 20v

Facteur L.M. Hermans legt in de naam van Jaspart Vandereijcken een notariële akte voor gepasseerd voor hemzelf als notaris op 03.09.1767, verzoekend realisatie.

Aldegondis Strauven wed. Joannes Stappers, sluit een akkoord met Jaspart Vandereijcken wed. van Maria Catharina Stappers, haar dochter. Ze wonen beiden in Schuelen. Vandereijcken heeft 1 dochter van dat huwelijk. Een proces hing in de lucht. Vandereijcken en zijn vrouw hadden tijdens hun huwelijk de helft van de goederen bezeten die Jan Stappers, hun vader en schoonvader, achterliet. De tocht kwam toe aan Aldegonde, maar zij liet hun die tocht vrijwillig. Door het afsterven van haar dochter zou ze deze tocht toch willen. Ze komen het volgende overeen.

Jaspart ziet af van de tocht op de helft van deze goederen, maar behoudt de eigendom voor zijn dochtertje dat hij behouden heeft van zijn vrouw Maria Catharina Stappers. Aldegonde staat hem vanaf nu een bempt af gelegen onder Schuelen, genaamd “den Voorbempt”, zolang zij zal leven.

Indien haar zoon Jan Stappers een gelijke portie zou willen, zal ze hem één aanwijzen zodat er geen onenigheid komt.

Na haar dood moet de voorschreven bempt dadelijk terug bij de rest van haar nalatenschap gevoegd worden.

Ze zijn overeen gekomen dat ze samen een grote populier, staand op de voorschreven Voorbempt, zullen kappen en genieten, elk de helft.

De huur van de Voorbempt voor dit jaar is voor Jaspart, maar hij moet Aldegonde er 8 gulden voor geven.

Opgemaakt in het huis van Jaspart Vandereijcken in Schuelen in aanwezigheid van de heer Joannes Baptista Van de Laer, secretaris van de stad Herck, en van Joannes Van de Put, getuigen.

 

1767, 27 november. Folio 24r

Joannes Stappers zoon van Renier, geboren in Schulen en er wonend, leent, volgens stipulatie hierover gedaan in handen van schepen J. De la Croix, van Lenaert Van Swartenbroeck, eveneens inwoner van Schuelen, de som van 300 gulden Brabants Luiks. Hiervoor zal hij 4% intrest betalen of 12 gulden Brabants Luiks. Deze rente heeft haar ingang genomen op 15 november en zal voor de eerste maal vallen in 1768. Pand: een stuk akkerland in Schuelen gelegen, genaamd “die Mier”, palend die Mier Stege Z., “den Hiesecom” van de heer Roelants van Hasselt O., sr. Willem Vandeput  N., Jan Spex’ erfgenamen Mier W. De goederen zijn afgekomen van zijn ouders.

Solvit van Swartebroeck jura 17 – 9 ˝

Hierna volgt het handschrift van de schuldbekentenis van Joannes Stappers, opgemaakt in de presentie van de getuigen Petrus Plugers en Francis Van Swartenbroeck.

 

1767, 03 december. Folio 27v

Mathus Karmans releveert na de dood van Doest (!) Vanderhoeven en Mere (!) Elisabeth In Panis: een ophellien genaamd “de Loghtebeerck”, palend de straat Z. en W., zijn eigen erf “de Tiende Baen” N., “den Teijteleer” O.; een half sille op de Laeckbempden, palend den aftrek van de duijcker W. en “noorden suijden de wederhelft oosten”; 1,5 sille in 3 bonder genaamd “de Hoffelen”, palend Michiel Jans O., Anna Vrancken W., den duijck van Giterijdt Jacobs N., “het Hot”(?) Z.

 

1767, 03 december. Folio 27v

Willem Witters legt een akte van verkoop neer, beschreven door notaris Joannes Antonius Put op 23.11.1767, verzoekend realisatie tot zijn behoef.

Condities waaronder de E.H. Petrus Croonaerts, pastoor tot Zammel, als executeur van het testament van wijlen jouf. Marie Agnes Jans, op heden 23.11.1767 publiek aan de meestbiedende, na voorgaande proclamatie vorige zondag, zal verkopen een schaarbos gelegen achter de Muijse Heijde onder Lummen, palend O. een heijthoeve toebehorend aan de heer cornet Horion, W. de erfgenamen van Adriaen Willems, Z. dezelfde erfgenamen en de heer Libbigh, N. Maria Catr. Maris.

De verkoop zal gebeuren met hogen en afroepen, waarna de koop zal toegeslagen worden aan de meestbiedende. Er worden 8 dennenboompjes gereserveerd in het bos die binnen het half jaar tot profijt van de verkopers moeten gekapt worden en verwijderd. De goederen zijn vrij en onbelast. De betaling moet gebeuren binnen de 14 dagen vanaf heden, met alle onkosten en 6 gulden lijcoop zonder korten.

Willem Witters, inwoner van Veurten onder Coorsel, bood 555 gulden Brabants Luiks en betaalde in handen van de E.H. Croonaerts in specie van 24 carolinen en een half, 2 Fransche pistoelen en ander zilver- en goudgeld in aanwezigheid van getuige Petrus Ceijssens. Opgemaakt in Beringen in het woonhuis van Henricus Leeuws, “den prince van Luijck” genaamd, in aanwezigheid van de heer Matt. Phil. Lebon president-schepen van Beringen en Oostham en van Joannes Heijligen, getuigen.

 

1767, 11 december. Folio 29v

Joannes Hoens, geboren en wonend in Schuelen, doet via donatie inter vivos “offt onder de levende ende met wermerhandt” uit genegenheid en wegens zijn hoge ouderdom afstand van goederen aan zijn neef Lambert Vrancken. Het gaat om een vervallen huisje met erf of hofland eraan gelegen in Schuelen op den Abeel, palend de straat N. en O., Jan Joors Libert sone en Jacobus Opre Z., de stege W.; een sille broek in een stuk van 5 sillen, dat hij indiviselijk bezit genaamd “het Roost” eveneens in Schuelen. Het paalt “die Krieckel Laeck” N., de voort O., het “Ceurken” Z., “die Bellemans Sille” van Balthus Lambrechts W. Conditie: de donataris moet jaarlijks 10 guldens betalen uit 15 guldens jaarlijkse rente die de abdij van Everbode daarop trekt; nog 1 gulden jaarlijks aan de gemelde abdij; 5 ganzen, 1 capuin en 1 “hinne” s’heerelijcken grondt ceijns; 3 stuivers 2 oort herberghs coren en een ceur aan de Heer. Verder moet Lambert zijn oom onderhouden en “bestieren in alle sijne nootsackelijckhijt” en moet betalen “allen ongelde ende belastinge die gene ten opsighte van het drooghmaecken van het broeck” tot last van het broek mochten gesteld zijn of worden. Opgemaakt in aanwezigheid van de schepenen J. de La Croix en Michael Aerts en ondertekend door secretaris Eustachius Timmermans.

 

1768, 13 januari. Folio 31r

Geert Geerts draagt op tot behoef van Joannes Hermans: 1) 2 percelen met huis en hof, gelegen op den eerdenwegh onder Coorsel. Huis en hof palen O. Jan Baptist Van de Weijer, W. en N. de koper, Z. den eerdenwegh; 2) een perceel broek genaamd “de Heijschap”, palend O. Hubertus Achten, Z. en W. Peeter Leijsen, N. Arnoldus Truijers. Voor de som van 150 guldens boven de lasten. Deze lasten zijn: 100 gulden kapitaal aan Andries Wouters, aan de armen van Coorsel 2 guldens jaarlijks. Godsgeld 5 stuivers aan de capelle van Vurten en 5 gulden lijcop. De opdrager mag het goed nog een jaar bezitten tot half maart 1769, als hij het tot dan vrij van lasten maakt.

Voor naderschap zie 29.12.1768.

 

1768, 14 januari. Folio 32r

Jan Luijtens Aerdens sone 1) en Dominicus Hermans als man en momber van zijn vrouw Anna Marie Luijten, wiers ratificatie hij hierover belooft in te brengen, Jan Luijten, Paulus en Francis Vrancken, Hendrick Van Cosen als man en momber van Christien Vrancken en Martinus Ruijters als man en momber van Aldegondis Vrancken 2). De twee laatsten zullen de ratificatie van hun vrouw inbrengen. De laatsten zijn representanten en erfgenamen van Frans Luijten en van Geert Vrancken en zijn huisvrouw zaliger. Er was onenigheid over een bempt gelegen onder Schuelen in ’t Vreebrouck, palend O. de edele heer baron de Cauwenhoven, Z. de straat, W. de broekstraat, N. de kinderen van Jan Lambrechts. De eersten hebben de bempt in hun bezit, de tweede partij pretendeert de eigendom. Ze sluiten een overeenkomt. De tweede partij zal niets meer pretenderen en staat haar rechten af ten voordele van de eerste partij. Hiervoor telt de eerste aan de tweede partij 40 gulden Brabants eens neer. De eerste partij moet bovendien alle kosten dragen.

 

1768, 14 januari. Folio 33v

Paulus Vandermaesen sone Paulus legt in de naam van de heer Gerard Hubertus Briers een akte neer beschreven door notaris F. Pijp op 22.12.1767. Hij verzoekt realisatie en registratie.

De notaris, residerend in Hasselt, ontvangt Joannes Michiels, borger van de stad Halen, die voor zichzelf en voor zijn broer Franciscus Melchior Michiels – “studerende in de philosophie tot Loven” – een half bonder vrijbampt opdraagt, genaamd “den Pael”, gelegen onder Schuelen. Hij ligt aan de Zeelbempden en paalt de heer Briers met het wedergedeelte 1), sr. Jacobs van Diest 2). De bempt is onbelast. Ze verkopen aan de heer Gerardus Hubertus Briers voor 500 guldens, in aanwezigheid van de notaris betaald in specie van 5 dobbele goude louisen, 15 en een halve goude gewichtige carolienen en de rest in zilvergeld. Getuigen: Marten Pulincx en Gertruijt Bastiaens.

In de aanhef vinden we als grenzen van de bempt: Petrus Kenens erfgenamen en Laurentius Vandermaesen erfgenamen O. en Z. de commandeur van Bernissem, W. de heer Briers, koper.

 

1768, 29 januari. Folio 36r

Peeter Meeus van Schuelen leent van jonkman Matthijs Joors de som van 30 guldens Brabants Luiks. Voor deze som draagt hij Matthijs voor een periode van 3 achtereenvolgende jaren, te beginnen vanaf 1769, een etwijde op gelegen op den Molenwegh, palend de Molenwegh O., die Laack N. Ingeval dat de grachten moeten opengemaakt worden, moet Peeter Meeus dit voor zijn rekening nemen. Het geld moet dienen om de taks of onkosten te betalen aan de heer Van Dormael van Diest. Peeter zal de rekening ervan aan de schepenen voorleggen. Ondertekend door schepen de La Croix.

 

1768, 11 februari. Folio 42r

Na het overlijden van hun oom Lambertier Neclai releveren sr. Gielies Bouten getrouwd met Anna Elisabeth Neclai, Arnoldus Neclai, Giedus Neclai, Joannes Landtmeeters getrouwd met Agnes Neclai, Paulus Swinnen getrouwd met Marie Chatrien Neclai, Joannes Laval gehuwd met Marie Joseph Neclai: een perceel zowel land als broek onder Schullen, palend de Veldt Stege O., de armen van “Herdt”(!) Z., de heer Briers van Hasselt W. (Nicolai ?)

 

1768, 11 februari. Folio 42r

Aldegond Strauwen wed. Jan Stappers legt een akte voor gepasseerd voor notaris J. W. Vande Kerckhoff van Herck op 10.02.1767. Ze verklaart dat ze de koop gedaan heeft voor haar zoon Joannes Stappers.

Peeter Van Swartenbrouck met zijn vrouw Anna Ida Vander Eijcken verkopen aan Aldegond Strauwen, de weduwe van Jan Stappers, een stuk akkerland gelegen onder Schulen genaamd “den Wijen Bergh”, palend de straat Z., de heer Briers O., Jan Stappers Z. Verkocht voor 150 guldens Brabants eens boven de lasten. Het goed is belast met 8 gulden jaarlijks aan Leonard Swartebrouck of 200 gulden kapitaal, met grondcijns. Lijcoop 3 guldens. Opgemaakt in notarishuis in Herck in aanwezigheid van de getuigen jouf. M. E. Van Ham en Leonardus Bamps.

 

1768, 17 februari. Folio 43v

Aldegonde Stauwen legt de lening van 200 gulden op 15.02.1767 af aan Lenaert Van Swartenbrouck van Schuelen. Lenaert trok deze som op de panden hierboven beschreven van Peeter Van Swartenbrouck.

 

1768, 25 februari. Folio 45r

Aert Stessens van Schulen is overleden. Hij laat een zoon Michiel en een dochter Marie x Joseph Crab achter.

Joseph Crab, wonend in Herck en getrouwd met Marie Stessens, is gemachtigd om in zijn eigen naam en voor zijn zwager Michiel Stessens te handelen. Voor Michiel is trouwens ook Matthijs Ophije gemachtigd volgens handschrift van 02.98.1767. Ze verkopen publiek, na voorgaande affixie van billetten door Steeghmans, gerechtsdienaar in Schulen. Na relief transporteren ze een perceel gemeijn brouck gelegen op “die Huijve Bempden” onder Schuelen, omtrent een sille groot. Het paalt “het Keurken” van de heer Roelants van Hasselt N., “den Bullen Bempt” O., Willem Maris W., de scholtus De Fraiture Z. Het goed is op hen verstorven vanwege hun vader en schoonvader Aert Stessens. Ze verkopen aan Jacobus Roelants, koopman van de stad Hasselt, voor 90 guldens Brabants Luiks. Uit deze som ontving Matthijs Ophije de som van 60 guldens Brabants Luiks, wegens de pretentie die hij had op Aert Stessens zaliger. Inbegrepen is een som van 1 pattacon voor Michiel Stessens, volgens diens handschrift. De overige 30 guldens Brabants Luiks zijn opgetrokken door Joseph Crab. Het goed is, met uitzondering van cijns en dorpsschattingen, vrij van lasten. Lijcoop 2 – 8, kuster voor beschrijven 3 – 0, gerechtsdienaar 1 – 0. Facteur Van Langenaeker kwam voor de heer Roelants ter gichte.

Handschrift. Omdat het onduidelijk is, volgt hier de letterlijke tekst:

“den ondergeschreven verclaert als dat Michiel Stessens door sijn opdraght aen Matthijs Ophije van een sill broeck genaemt den hoeijbempt onder Schuelen den welcken Matthijs auders gekocht hebben van Aert Stessens, den welcken Michiel Stessens doet opdraght aen Matthijs Ophije in de presentie van dese getuijgen ende dat Michiel Stessens moet eenen pattacon hebben, ende sijn suster want den voorss: Matthijs Ophije daer profijt van heeft. Actum 2 augusti 1767, ende was geteekent bij forme van een cruijs waer beneffens staet dit marcq steld Michiel Stessens verclaerende niet anders te connen schrijven, item Petrus Boonen, Martinus Loodts”

 

1768, 10 maart. Folio 49r

Een notariële akte, door notaris H. Pijp ondertekend op 31.12.1767, wordt neergelegd ter approbatie door de heer Joes Hussen.

De notaris resideert in Hasselt. Martinus Opre van Schuelen verklaart uit handen van Joannes Hussen de som van 200 guldens Brabants Luiks ontvangen te hebben en draagt hem er een rente van 8 gulden Brabants jaarlijks voor op. Deze rente affecteert hij aan 3 vaten land gelegen op de Stap in Schuelen. Het goed paalt de erfgenamen van de heer advocaat Van Hilst, Arnoldus Bergmans en de acceptant. Het goed viel aan de opdrager toe via deling voor notaris P. Wintmolders op 04.01.1740 na de dood van zijn ouders. Het is verder nog belast met 150 guldens kapitaal aan de acceptant en met 2 stuivers cijns op het kasteel in Lummen. Verder pand: een half bonder land onder Schuelen gelegen, palend de acceptant, de weduwe Hanson van Berbrouck. Het is reeds belast met 5 guldens 10 stuivers jaarlijks aan de heer acceptant. De opdrager verklaart dat hij dit geld (200 guldens) heeft moeten lichten in de naam van de voorkinderen van zijn vrouw verwekt bij Geert Maris. Ze moesten de getaxeerde kosten betalen van 1,5 bonder verdronken broek in het gemeijn Schuelens Broeck gelegen, waarvan de kinderen eigenaar waren. Opgemaakt in het huis van de acceptant in Hasselt in aanwezigheid van de getuigen Hendrick Tiers en Catarien Ramakers

 

1768, 10 maart. Folio 50v

De heer Joannes Hussen, door notaris L.M. Hermans, legt een akte neer voor dezelfde notaris beschreven op 05.03 laatstleden. Nicolaus Sijbois draagt in zijn eigen naam en in naam van zijn zwagerin Joanna Van Alphen wed. Jean Baptista Sijboijs – volgens akte van constitutie en uit kracht van octrooi vanwege de Heeren van de Magistraet van de stad Bergen opden Soom aan haar verleend op 09.12.1767 – een goed op.

Notaris Hermans resideert in Herck. Nicolaus Sijbois verkoopt voor zichzelf en voor zijn zwagerin een bempt gelegen onder Schulen “in die Vloetbempden”, een half bonder groot. Hij paalt baron de Celis O., die Zeelbemptstraet Z., P. Kenens van Lummen met de heer scholtus Vandermaesen W. en N. Verkocht tot behoef van de heer Joannes Hussen, borger en koopman binnen de stad Hasselt voor 525 guldens Brabants eens. Koopsom ontvangen in carolienen. Het goed is enkel belast met grondcijns in Lummen en Herck, met dorpsschattingen en -lasten. Het is onderworpen aan de uitvaart van 5 andere halfbonders bempt. De kosten van het droogmaken van het broek staan tot last van de koper. Opgemaakt in notarishuis “den Keijser” in aanwezigheid van de getuigen Maria Gertrudis Van Melbeeck en Johanna Beatrix Hermans.

Akte van constitutie, 22.08.1767, voor Frederick Nicolaus Van Engelen, notaris binnen Bergen op den Soom residerende. Johanna Van Alphen wed. Jan Baptist Sijbois, borgersse van de stad, verklaart haar zwager sr. Nicolaes Sijbois – eveneens wonend in Bergen op Zoom – te constitueren om in haar naam alle goederen te verkopen die wijlen haar man aangestorven zijn uit hoofde van zijn ouders Nicolaes Sijbois zaliger en Barbara Coenens. Barbara is naderhand getrouwd geweest met sr. Joannes Van Rijckel, borger en inwoner van de stad Herck. Alle goederen zijn gelegen in de stad Herck of in de jurisdictie eromheen. De geconstitueerde heeft de andere helft van de goederen. De goederen horen haar wettelijk toe uit hoofde van haar huwelijk en wegens het mutueel testament van haar en haar overleden man, gepasseerd voor notaris Benjamin Van der Haegen binnen deze stad Bergen op Zoom op 25.02.1762. Haar schoonbroer mag alles regelen. Getuigen: klerken Job Van Dort en Carel Benjamin Van Engelen van S. Truijen.

Akte vanwege “drossaerd, schouteth, borgemeesters, schepenen en raeden der stadt Bergen op den Soom” die verklaren dat de notaris een legaal notaris is. Ze bekrachtigen met hun stadszegel op 24.08.1767.

Akte van octrooi via extract uit het register van resolutie van de heren magistraat van Bergen op ten Zoom van 09.12.1767. Johanna is moeder van de minderjarige zoon Jean Joseph Sijbois. De zuivere opbrengst van de verkopen moet haar schoonbroer inleveren.

 

1768, 10 maart. Folio 56v

Jan Geboers, Wouter Geboers, Gerardus Geboers, Joris Geboers, Maria Catharina Geboers en Joannes Vander Eijcken gehuwd met de toestemmende Anna Geboers; Elisabeth Vande Bosch wed. Lenaert Aerdts als grootmoeder van de wezen van Jan Aerdts x Marie Claes. De wezen zijn Willem en Francis Aerts. Ze verkopen uit kracht van navolgend octrooi een perceel gemeen broek van 2 sillen groot in Schuelen gelegen, genaamd “den Biessenbempt”. Het paalt de opdragers “selfs erve van W. Geboers zuijden, Anna Vrancken wed. Hen. Smets Andries Smets nomine uxoris oosten”. Het stuk maakt deel uit van een grotere koop van een perceel gelegen in Schuelen, ook genaamd “den Bissen Bempt” 2 sillen groot, palend de Laeck Z., Mich. Van Uytrecht en Guilliam Claes O., hun eigen erf voorschreven of Van Hamelbroeck van Everbode N., Anna Vrancken wed. Hen. Smets Biesenbempt W., dat sorteert in de leenzaal van de graaf binnen Lummen. Jacobus Roelants koopt.

Verkoopcondities. De familie Geboors hierboven zijn kinderen van wijlen Wauter Geboors en Elisabeth Cornelis. 17.02.1768 verkopen ze aan de meestbiedende, naast Elisabeth Vande Bosch voorschreven in haar hoedanigheid als grootmoeder. De betaling moet binnen 3 dagen na de verkregen octrooien gebeuren. Indien iemand, onbekwaam om te betalen, zou hogen, zal hij aan de kerk van Schulen en aan de officier een gouden souverain verbeuren. Hogen van minstens 5 guldens. Alle onkosten zijn voor de koper, evenals de kosten voor het droogmaken van het broek. Opgemaakt in het huis van Jaspart Vandereijcken, lijcoop 1 ton bier zonder korten. Getuigen: Herman en Jaspart Vandereijcken.

Ingezet, de 4 sillen, aan 300 guldens. Verbleven aan Petrus Pluegers namens de heer Jacobus Roelants, borger en inwoner van Hasselt, voor 405 guldens.

De secretaris meldt dat hij de octrooien niet terugvindt.

 

1768, 10 maart. Folio 62v

Jan Geboers, geassisteerd door Wouter Geboers, Gerardus Geboers, Joris Baers, Maria Catharina Geboers en Jan Vandereijcken n.u. Anna Geboers, wiens laudatie hij belooft in te brengen, uit kracht van octrooi voor Gerardus, Joris en Maria Catharina Geboors, minderjarigen, door de schepenen verleend, dragen op, cederen en transporteren een perceel broek van 2 sillen groot in Schuelen gelegen genaamd “het Biesen Bempt”. Het broek maakt deel uit van een grotere koop. Het andere perceel broek is een leen in de Leensael van de Graef, eveneens 2 sillen groot, van dezelfde naam. Ze verkopen aan de heer Jacop Roelants voor 405 guldens.

Het octrooi, dat aan het einde zou geregistreerd worden, is niet voorhanden.

 

1768, 24 maart. Folio 63v

Arnoldus Stappers koopt van Joannes Peeters voor zijn kinderen verwekt bij zijn eerste huisvrouw Marie Peeters. Oorspronkelijke koper was Henricus Van Nuffel, maar Stappers vernaderde. Het gaat om een perceel land in Schuelen gelegen op het Heufkens Veldt, palend N. en O. de wed. Maghiel Reenders, W. de erfgenamen Liben Joers van Schuelen, Z. de Chartereusen (Kartuizers) van Seelhem. Alodiael goed. Verkocht voor 106 guldens, lijcoop een half ton bier, godspenning 1 stuiver.

 

1768, 16 april. Folio 65r

De heer Joannes Franciscus Van Dormael, inwoner van Diest, legt een notariële akte voor gepasseerd voor L. M. Hermans residerend in Herck op 12.04.1768. Verzoekt realisatie en approbatie.

Arnold Stappers met zijn vrouw Elisabeth Wijens; Jan Luyten Aerdens sone met zijn toestemmende echtgenote Elisabeth Mieuvis, inwoners van Schuelen, verkopen een bempt in Schulen in de Weebempden gelegen. Hij is een half bonder groot, genaamd “de Plesse” en paalt O. Guilliam Maris, W. de Spouen Deijck, Z. de straat en N. de erfgenamen Arnold Strampers. Het eerste koppel verkocht deze bempt op 21.05.1767 aan het tweede koppel, samen met nog enkele andere stukken. De gicht passeerde voor de schepenen van Loons recht op 29.05. Jan Luyten bedacht zich echter en droeg de bempt op 08.04 terug op aan de heer Franciscus Van Dormael, borger en inwoner van Diest. In de naam van deze koper is Francis Raemakers present. Deze koopt voor 245 guldens Brabants eens boven de navolgende lasten. 1 gulden Brabants jaarlijks aan de kerk of het kerkfabriek van Schuelen, enige denier cijns aan de graaf en dorpslasten. Lijcoop een half ton bier. Opgemaakt in notarishuis “den Keyser” binnen Herck in aanwezigheid van de getuigen jouf. Marie Gertrudis Van Melbeeck en Joannes Franciscus Schroijen.

 

1768, 16 april. Folio 66v

Matthijs Strampers, inwoner van Schuelen, voor de helft; Arnold Deijckx voor hem en voor Henric Deijckx volgens constitutie voor notaris Hermans, Matthijs en Petrus Deijckx voor de andere helft met autorisatie van hun echtgenotes dragen op, na voorgaande publicatie en “afficie van billetten” in Schulen, een bempt gelegen onder Schuelen genaamd “die Ples”, 4 sillen groot. Hij paalt de ed. jouf. de Heusch 4 bonder O., die Laeck N., de wed. Petri Van de Laer van Herck en Jan Stappers Spoije Broeck W., Arnold Stappers n.u. Agatha Wijens Z. Deze bempt kwam aan hen toe uit hoofde van hun ouders. Ze verkopen aan de heer Joannes Franciscus Van Dormael van Diest voor 602 gulden Brabants Luiks, die betaalde in “10 croix van Malthe, een nauilles (?), 10 verdugadins, 10 franche pistolen met het supplement, item een son pistole en in silver gelt 5 – 17, alles Brabants Luijx”. Het verkochte goed is belast met 6 stuivers jaarlijks aan de anniversarien van Herck, met cijns en dorpslasten, niet kortend. Lijcoop een ton bier, roepgeld en houden van conditie, aanbrengen van affiches 5 gulden 10 stuivers.

Akte van constitutie. Henricus Deijck machtigt zijn broer Arnold Deijck om alle rechtshandelingen en geldontvangsten in zijn naam te verrichten. Opgemaakt in Herck in aanwezigheid van jouf. Marie Van Melbeeck en van Catharina Van Nuffel, in het huis van de drossard.

 

1768, 28 april. Folio 68r

Paulus Vandermaesen, uit kracht van generale constitutie en gelastigd door de heer G. N. Briers, legt een notariële akte voor beschreven door N. Pijp op 19.04.1768 en verzoekt de realisatie.

Bij de notaris, in Hasselt residerend, verscheen Peeter Van Swartenbroeck geassisteerd door zijn vrouw Anna Ida Van der eijcken, die toestemt. Ze hebben 200 guldens ontvangen uit handen van de erentfesten heer Gerardus Hubertus Briers en dragen hem daarvoor een jaarlijkse rente van 7 gulden op, die ze creëren en affecteren aan een half bonder bampts genaamd “den Langdoncker” gelegen onder Schuelen. Hij paalt de edele heer Van Cauwenhoven van Loven 1), Herman en Jaspar Van der Eijcken aan de andere 3 zijden. Niet belast, tenzij met cijns op het kasteel in Lummen. Verder op al hun andere goederen. De eventuele terugbetaling moet in Hasselt gebeuren. Getuigen: Gertrudis Bastiaens en Marie Joseph Fastris. “Op den dors stont act en copije 35 stuijvers betaelt door den heer G.H. Briers”.

 

1768, 06 mei. Folio 69v

Jan Hermans is na de dood van zijn nicht Marie Cnap (Knaepen) komen releveren: een half perceel broek gelegen in de “Peerse Bempt” tot Coorsel, palend O. Peeter Hermans, W. Brigida Noops, Z. Jan Gijbels, N. de aldebeeck.

 

1768, 06 mei. Folio 69v

Relief na het overlijden van nicht Marie Cnap. Ze was nicht van Jan Vaes, Peeter Vaes, Servaes Vaes, Jacop Vaes als man en momber van Anna Vaes. Ze releveren een perceel broek in Coorsel gelegen genaamd “den Cnoop”, palend O. de erfgenamen Jan Rijnders, W. Jan Dirix, Z. Peeter Severs, N. Petrus Wouters.

 

1768, 06 mei. Folio 69v

Als erfgenamen van hun nicht Marie Knap komen nog releveren: Hendricus Smeets, Jaspar Smeets, Arnoldus Smeets, Maria Anna Smeets, Catharina Smeets: een huis in Stal gelegen, palend O. en N. de erfgenamen van Jan Ceijssens, W. de straat, Z. zijn eigen erf; een perceel land in Stal gelegen, palend O. de erfgenamen van Vincent Ceijnssens W. en Z., s’ heeren aert N., Christiaen Jacops; een perceel broek in de Convents Hoek in Stal gelegen, palend O. Catharina Smeets, W. de erfgenamen Jan Rijnders, Z. de alde beek, N. de Maelbeeck; een perceel broek in Stal gelegen, genaamd “het Wouters Broix” grenzend O. Jan Cnap, W. Blasius Cnap, Z. de Eeghde, N. de erfgenamen Peeter Meijbosch of de Maelbeeck; een bempdeke half gelegen in den Peersebempt in Coorsel, grenzend O. Peeter Hermans, W. Brigida Noops, Z. Jan Gijbels, N. de Aldebeeck; een edtweijde in Coorsel gelegen, palend O. de erfgenamen Jan Rijnders, W. Jan Dirix, Z. Peeter Seuws, N. Paulus Wouters.

 

1768, 13 mei. Folio 71v

De heer L. M. Hermans in de naam van Jaspar Van der Eijcken legt een notariële akte voor beschreven door notaris R.V.N. Drooghmans op 03.03.1768 en verzoekt de realisatie en registratie van de verkoop die hij deed tegen Anna Janssens. Het gaat om de Cuijpers Bempt, in Schuelen gelegen, die haar na de dood van haar ouders was aangekomen.

Akte. Anna Janssens draagt tot behoef van Jaspar Vander Eijcken een sille uit een bonder broek of bampt op gelegen in ’t Schuelensbrouck, genaamd “den Cuijpersbampt”. Paalt het klooster van Averbode O. en W., Christina Elisabeth Van Nuffel en Jan Claes N., sr. Joannes Hussen van Hasselt en Lambert Lambrechts Z. Goed onbelast tenzij met cijns en schattingen. Verkocht voor 20 pattacons of 80 guldens Brabants Luiks. Opgemaakt in het huis van Arnold Baerts genaamd “het Geright” onder Schuelen in aanwezigheid van de getuigen dito Arnold Baerts en Willem Van der Meeren. Lijcoop 5 guldens, godsgeld 4 stuivers.

In dorso: “solvit Van der Eijcken voor stipulatie ende dese copije eenen gulden vijfthien stuijvers” en was ondertekend door Droogmans.

 

1768, 13 mei. Folio 72v

De heer Joannes Franciscus Van Dormael, door L. M. Hermans, legt een notariële akte neer beschreven door notaris L. M. Hermans op 10.05.1768. Verzoekt realisatie en approbatie.

Voor de notaris, residerend in de stad Herck, verscheen Jaspart Van der Eijcken, oud-borgemeester van Schuelen, die verklaarde dat hij onlangs van Anna Janssens het goed kocht, dat in de akte hiervoor beschreven wordt, het vierdendeel van een bonder genaamd “den Cuijpers Bempt”. Hij kocht van Anna Janssens, een meerderjarige jonge dochter onder Schuelen bij Arnold Baerts “op het geright voor meijsen woonende”. De koop geschiedde voor de heer Joannes Franciscus Van Dormael, maar diens naam kwam in de akte niet voor. Dit wordt nu rechtgezet door middel van deze akte. Opgemaakt in het huis van Vander Eijcken in Schuelen in aanwezigheid van getuigen Francis Raemaekers en Isabella Malroije.

 

1768, 13 mei. Folio 73v

Joannes Franciscus Van Dormael legt door L. M. Hermans een akte voor via hem gepasseerd op 10.05.1768. Het gaat om de opdracht van een sille broek door Joannes Elsen in huwelijk met de toestemmende Gertruijdt Nijs, Joannes Molders en Francis Van Schoeren mombers van Arnold Nijs, Marie Anne Neys en Francis Nijs, minderjarige kinderen van wijlen Peeter Neijs en Anna Claes, met voorgaand verleend octrooi; Jaspart Van der Eijcken als geconstitueerde van Joannes Gerardus Poulis een sille en Joris Colen ˝ sille in een groter perceel van 1 bonder – waarin Anna Jans nu de heer Van Dormael, koper, een sille en ˝ sille is competerende.

Akte. Joannes Elsen als man en momber van Gertruijt Neijs dochter van Peeter Neijs en Anna Claes –wiens ratificatie hij op de dag van gichte op volgende vrijdag belooft te bezorgen –; Joannes Molders en Francis Van Schoer als gestelde mombers van de 3 onmondige kinderen van wijlen Peeter Neijs en Anna Claes – de laatsten beloven het schepenen octrooi binnen 14 dagen te bezorgen -; Jaspart Vandereijcken als geconstitueerde van Joannes Gerardus Poulis van Antwerpen volgens missive van 14.04.1768 en de meerderjarige jonkman Joris Colen van Schuelen dragen een goed op. De eerste comparant 1 sille, de tweede q.q. comparant 1 sille, de laatste comparant een halve sille broek gelegen onder Schuelen. Het geheel broek is een bonder groot en wordt “den Cuijper Bempt” genoemd. Hij paalt het convent van Averbode O. en W., Elisabeth Van Nuffelen en Jan Claes N. en sr. Joannes Hussen en Lambert Lambrechts Z. Ze verkopen aan de heer Joannes Franciscus Van Dormael, ontvanger van de Heeren Staten van Brabant in Diest, die voor iedere sille 71 guldens brabants eens betaalt en de halve sille naar proportie. Lijcoop 10 schellingen van iedere sille. Opgemaakt in het huis van Jaspaert Vander Eijcken in Schuelen in aanwezigheid van de getuigen Francis Raemaekers en Isabella Malroije.

 

Volgt het octrooi, aangevraagd door Joannes Smolders en Francis Van Schooren als mombers over Arnold, Marie Anna en Francis Neijs, kinderen van wijlen Peeter Neijs en Anna Claes. Hun zuster Gertruijdt Neijs is getrouwd met Jan Elsen. Samen bezitten ze een sille gemeenbroek in een groter stuk van een bonder gelegen in het Schuelens Brouck, genaamd “den Cuijpersbempt”, gelegen als hiervoor staat. Het broek was verscheidene jaren “geinundeert”, maar nu wordt het droger mits de rivier gereinigd is. De kosten voor de droogmaking lopen hoog op, daarom dat ze beslist hebben om het goed samen met andere deeleigenaars publiek te verkopen. ľ van het geld dat het opbrengt, zal aan de minderjarigen ten goede komen die nood hebben aan kleding. De heer J. Van Dormael van Diest wil kopen voor 21 guldens Brabants Luiks, maar er is eerst toestemming vereist van de schepenen, daarom dit verzoek. Op 13.05.1768 geven de schepenen hun toestemming. Ondertekend door secretaris Eustachius Timmermans.

 

1768, 13 mei. Folio 76.

Hermans, als gelastigde van Merten Ruijters woonachtig in Schuelen, legt een akte neer voor hem gepasseerd op 14.04.1768, verzoekend realisatie en approbatie.

Akte. De notaris, residerend in Herck, krijgt Jan Van der Eijcken, inwoner van Schuelen, over de vloer. Hij verkoopt een stuk land gelegen op de Neerstraet onder Schuelen, ongeveer 1,5 vat zaaiens groot, palend O. Marie Vliegen wed. Matthijs Joors, W. Catharina Joors, N. Marten Ruijters u.n. Aldegon Vrancken en Z. de kinderen van Geert Maris. Voor 150 guldens Brabants eens boven de lasten koopt Marten Ruijters het goed. Jan Van der Eijcken heeft de generaliteit van zijn goederen belast aan Aldegon Strauven wed. Jan Stappers van Schuelen met 200 guldens kapitaal. Voor de verlopen en onkosten ervan trekt de acceptant 25 guldens 15 stuivers van de koopsom af en hij moet dit kapitaal binnen 14 dagen afleggen tot ontlasting van de overige goederen van Van der Eijcken. Nog grondcijns en schattingen te betalen. Opgemaakt in het huis van schepen Machiel Aerts in Lummen in aanwezigheid van Herman Vandereijcken en Jan Luijten, als getuigen. Lijcoop een half aem bier. De oogst van het graan van dit jaar is voor de verkoper gereserveerd, 5 stuivers godsgeld. Interpretatie onder voorbehoud.

 

1768, 03 augustus. Folio 76v

Aldegon Strauwen wed. Jan Stappaerts verklaart dat de voorgenoemde 200 guldens kapitaal op panden van Jan Van der Eijcken aan haar werden afgelegd op 13.05.1768.

 

1768, 03 juni. Folio 78v

Henrick Lekens releveert na de dood van zijn zwagerin Aldegondis Van Ubbel een dries gelegen in Vurten onder Coursel (Koersel), grenzend joncker Heus O., de broekstraat W., die Geijtelinge Z., het “molen goet” N. Het geldt 1 halster “evi cheijns”. Voor schepenen Reijnders en Wouters.

 

1768, 04 juni. Folio 79r

Na de dood van Peter Convens en Elisabeth Wouters releveert Peter Wouters als momber van Brigida Convens: een perceel land gelegen onder Coorsel, genaamd “het Kercken Block”, palend het begijntje Van de Weijer O., W. Arnoldus Beckers, Z. Arnold Truijers, N. de Kercke Straet; een perceel broek genaamd “het Bouner”, palend O. het H. Geest Goet, W. het broix genaamd S. Anna Brock, Z. Willem Put, N. de beek.

 

1768, 10 juni. Folio 81r

Catharina Mattijs, inwoonster van de binnen vrijhydt Lummen, verklaart aan de heer Joannes Franciscus Van Dormael de helft van een perceel broek gelegen in de gemeijn Seelbempden onder Schuelen op te dragen, ongeveer 4 sillen of een bonder groot in het geheel. Het paalt den Swarten Gracht oft Kreffs Gracht N., Peeter Aerts erfgenamen O., het Ruelens Broeck Z. De wederhelft competeert aan Francis Lieffsoens erfgenamen in Herck, onverdeeld. Het transport gebeurt voor de som van 265 = 0 Brabants Luiks in gouden en zilveren stukken.

 

1768, 10 juni. Folio 81v

De heer Henricus Franciscus Van den Kerckhoff, oud-burgemeester van de stad Herck, legt uit kracht van generale constitutie een akte neer gepasseerd voor notaris H. Pijp binnen Hasselt residerend. Verzoekt realisatie en registratie.

Akte van 13.05.1768. E.H. Joannes Conincx, pastoor van de stad Wustherck, en de heer Henricus Franciscus Van den Kerckhoff, oud-borgemeester van die stad, mangelen. De eerste aan de tweede: een perceel maijbampt genaamd “die Cleijne Roten” gelegen onder Schuelen op die Coelherck, gelegen in zijn grachten. Hierin bezit de graaf Van der Marck een sille of een derde deel onverdeeld. Het geheel paalt de Coelherck Z., de weduwe van sr. Petrus Van de Laers Smout Bampt W., de gemeyn Seelbempden N., de graaf voorschreven en de fondatie van de E.H. kanunnik Eijben O. Het is een vrijbampt (Stallaert: vrebeemt: omheinde beemd, moerassig weiland met afsluiting) en onbelast.

De tweede comparant van zijn kant draagt tot behoef van de eerste huis, hof en boomgaard op gelegen binnen Wustherck, genaamd “het Hoff”. Het paalt de stadsvesten 1), de weduwe Hendrick Van Oppem 2), Henricus Morren 3), de weduwe Joors 4) en Jan Cens 5) en de schuur en de stallingen van de tweede comparant aan de 6de zijde. Hierlangs zal de 2de comparant zijn uit- en invaart met kar en paard altijd hebben. De tweede comparant reserveert zich bovendien een hoef erf achter de schuur, palend Martinus Lemmens, 28 vaten breed tegen de boomgaard en 12 voeten lang van op de hoek van de schuur tot tegen het buitenste van de schuurpoort en palend de voorschreven boomgaard en de stadsvesten. Huis en boomgaard zijn enkel belast met “twee halve koije keuren in Amoris Hof”, 2 capuijnen en niet meer dan 8 stuivers cijns in de Hof van Gulick. Nog enkele kleine cijnsen in andere cijnshoven. Jaarlijks zal de eerste comparant aan de tweede 64 guldens Brabants eens betalen. Hij kan deze rente kwijten na de dood van de tweede comparant voor de som van 1600 gulden, dadelijk of in 2 keer. Deze rente zal de eerste maal op half maart 1770 vallen. Opgemaakt binnen Hasselt in het huis van de notaris in de Lombaerd straet in aanwezigheid van de getuigen jouffr. Elisabeth Conincx en Joanna Daggelet.

 

1768, 23 juni. Folio 85v

Verkoopcondities van 16.02.1768 door Petrus Franciscus Convents (Zolder) en Elisabeth Convents met hun minderjarige zusters en broer, kinderen van Lowies Convents x Anna Mullens. Ze hebben octrooi bekomen voor de schepenen van Zolre en zullen verkopen met hogen en uitgang van de brandende kaars. Ze verkopen een stuk land “die Paelemans Hoeve”, 3 halsters zaaiens groot, onder Coursel gelegen, palend Jan Gijbels O., de erfgenamen van Henrick Reijnders W., Jan Reijnders Z. en Joannes C. Convents N. De goederen hebben ze bekomen via deling van de goederen van zuster Anna Beckers, gewezen begijn in Diest.

Onmiddellijk na de kaarsbranding zal de gichte geschieden en moet de totale koopsom met de hogen voldaan worden in gangbare gouden en zilveren speciën. Eveneens dadelijk te voldoen: alle rechtsonkosten zoals pontgelt, gichtgelt, kaarsbranding, roepgelt 1 gulden, voor conditiegeld en kopie ervan 3 gulden, 5 stuivers godtsgelt, een ton diesters bier lijcoop te consumeren ten huize van Peter Van Ubbel nadat de palmslag zal gegeven zijn. Deze kosten korten niet aan de koopsom. Het goed kan aangeslagen worden half oogst 1769. Dat jaar kan ook de huurpacht van 9 halsters koren opgetrokken worden. De huur van dit jaar is nog voor de verkopers. De condities werden voorgelezen in het huis van Peter Van Ubbel in Coursel in aanwezigheid van Peter Van Ubbel en Henrick Reijnders, als getuigen. Opgemaakt door notaris J. Nulens.

Op dezelfde dag, 16.02.1768, bood Joannes Reijnders de som van 510 gulden Brabants Luiks en kreeg ervoor de palmslag. Hierna bood hij nog 15 hogen bij. Getuigen: Peeter Cops en Gaspar Smeedts.

22.03.1768, na 3 voorgaande publicaties ad valvas ecclesiae (ut retulit s’heeren dienaer Peeter Oriaens), werd voor de schepenen van Loons recht buiten vrijheid Wouters en Reijnders de kaars ontstoken en wettelijk gebannen. Jan Comans hoogde de oorspronkelijke koper met 5 hogen af, en Jan Reijnders, de originele koper, deed er daarop nog 1 hoge bij, waarvoor het goed hem verbleef.

23.06.1768 werden deze bovenstaande koopcondities en akten ingebracht ter registratie en realisatie.

 

Kopie van het octrooi, verleend door de schepenen van Zolre tijdens hun genachte van 08.02.1768.

Jan Mullens en Leonard Smeets, respectievelijke oom en stiefvader van de 3 minderjarige kinderen van Lowies

Convents en Anna Mullens – de 20-jarige Jan Michiel, Marie Gertruijd 16 jaar, Ida Convents 13 jaar – verschijnen voor de schepenbank. Ze verklaren dat de onlangs gehuwde Peeter Francis Convents en zijn 25-jarige zuster Elisabeth Convents, beiden eveneens kinderen van het voorschreven echtpaar, hun deel in een stuk land in Koersel omtrent de kerk gelegen willen verkopen. Het goed is deze 5 kinderen aangestorven na de dood van zuster Gertruijd Beckers, hun overmoeije, gewezen begijn in Diest. Zo’n klein stuk is moeilijk deelbaar, daarom verzoeken de mombers om het goed in het geheel te mogen verkopen. De opbrengst zullen ze herbeleggen.

De schepenen gaan akkoord, mits de oudste kinderen mee verkopen en er rekening wordt afgelegd. Ondertekend door H. Lekens, secretaris.

 

1768, 23 juni. Folio 88v

Condities volgens welke Hubertus Jans, volgens gerealiseerd en geapprobeerd testament op 25.02.1768 voor de schepenen van Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, op heden 11.05.1768, na voorgaand kerkengebod publiek met hogen en uitgaan van de brandende kaars aan de meestbiedende zal verkopen een torfbempt omtrent “den Loosenbempt Wijer” onder Coursel gelegen. Hij paalt Henrick Slegers O., Andreas Sroijen W., s’heeren aerdt Z., de beek N. Onbelast, tenzij met schattingen en cijns. Het kan aangeslagen worden “kersmisse” aanstaande. Nadat de gerechtdienaar het goed heeft opgeroepen, zal aan de meestbiedende bij “eenmael, andermael, derdemael” worden toegeslagen. Daarna zal het op de gewoonlijke plaats worden geproclameerd “van veerthien daghen tot drijmael vierthien daghen”. Op de eerstvolgende genachtendag daarna zal de kaars over dit goed worden ontstoken en wettelijk gebannen. Dadelijk na de kaarsbranding volgt de gichte en dient de koopsom, met de hogen (van 2 gulden, te verdelen tussen hoger en verkoper naar oude usantie) betaald te worden, evenals de kosten zoals o.a. 5 gulden lijcoop. De verkoper garandeert dat het goed niet belast is en reserveert zich “die blaeinge” van de bempt voor dit jaar tot Kerstmis toe en hij mag er nog op torven zoals afgepaald is (namelijk 13 voeten breed). Hij moet de schattingen van 1768 daarvan dan ook nog betalen.

Opgemaakt in het huis van Gaspar Smeetds in Coursel in aanwezigheid van Gaspar Smeets en Peeter Dries, getuigen. Attestor J. Nulens, notaris.

11.05.1768, Anthoon van Herck krijgt van Hubertus Jans de palmslag voor 330 guldens Brabants Luiks. Hij stelt nog 5 hogen. In het huis van Gaspar Smeets in aanwezigheid van de getuigen Peeter Dries en Gaspar Smeedts.

25.05.1768 werd de voorgaande conditie, na voorgaande affixe ad valvas en publicatie van gerechtsdienaar Peeter Oriaens, publiekelijk voorgelezen in het huis van Gaspar Smeetds in Coursel in aanwezigheid van de getuigen Gaspar Smeedts en Hendrick Smeedts, getuigen.

08.06.1768, opnieuw voorgelezen, zelfde getuigen. De kaars werd ontstoken en wettelijk gebannen. De koop verbleef aan Van Herck.

De bovenstaande akten werden op 23.06.1768 ingebracht ter realisatie.

 

1768, 30 juni. Folio 92r

Joannes Stappers “Renier sone”, inwoner van Schuelen, verkoopt met toestemming van zijn echtgenote gedaan in handen van schepen J. de la Croix aan Lenaert Van Swartenbroeck, eveneens inwoner van Schuelen, een perceel land gelegen onder Schulen, rondom in zijn houtkanten gelegen genaamd “de Mier”. Het paalt de edele heer de Libotton O., die Mierstege of Matthues Schuermans erfgenamen Z., Marie Spex W., de heer Joannes Hussen N. Verkocht voor100 guldens Brabants Luiks eens boven de uitgaande lasten. Koopsom ontvangen. Last: 300 gulden Brabants Luiks kapitaal, jaarlijks 12 gulden, aan dezelfde Lenaert Van Swartenbroeck volgens acte geregistreerd voor deze schepenbank op 27.11 laatstleden. Verder enkel belast met gemene dorpslasten en cijns, niet kortend.

Registratie van een handschrift van Joannes Stappers waaruit blijkt dat hij op 16.06.1768 de koopsom van het voorschreven land ontving.

 

1768, 05 juli. Folio 93r

Michiel Cauberghs verkoopt met toestemming van zijn echtgenote Aldegonde Geerts een perceel broek in ‘t Oversel onder Koersel voor 300 guldens Brabants Luiks, een “faelie” en andere waren voor samen 25 guldens voor verkopers huisvrouw. Het perceel broek is belast met 2 guldens aan “den beneficie brief tot Coorsel”, met 100 guldens aan de erfgenamen van Peeter Jans, met schattingen en cijns. Koopsom werd voldaan. Het broek paalt O. de erfgenamen Aert Beckers, W. de erfgenamen Jan Didden, N. de beek, Z. s’heeren aerdt. Lijcoop 8 guldens, godtspenning 5 stuivers aan de kerk van Coorsel.

Jan Rijnders, onsen confreer.

 

1768, 07 juli. Folio 93r

De heer M.G. Van der Borgh, secretaris van de Brabantse justitie van Lummen, in de naam van de heer Joannes Franciscus Van Dormael, legt een akte neer beschreven door J. Kips, commissaris van de stad Wustherck, op 26.04 laatstleden. Hij verlangt de realisatie en registratie.

Akte. Gerard Swerts met zijn toestemmende echtgenote Elisabeth Vinnens, en Peeter Vinnens, inwoner van Linckhaut, transporteren en dragen op twee derde delen in een sille genaamd “het Goffensbroeck”. Het resterende derdedeel behoort toe aan het weeskind Gilis Vinnens, zoon van Gilis Vinnens. Het broek paalt Andries Smets W., de “kercke sille” van Linckhaut N., Joannes Van Schoonbeeck en consorten O., de oude Herck Z. Verkopen nog 5/6 delen in een sille “den Popelaer”, onder Schuelen gelegen. Het resterende 1/6 behoort toe aan het voorschreven weeskind. De sille paalt “den grooten popelier” O., Michael Jans en Gertruijd Jacobs Z., Arn. Wilsens van Herck W. Verkocht aan Joannes Franciscus Van Dormael, in wiens naam Francis Ramaekers als geconstitueerde aanwezig is en handelt. Verkocht voor 120 guldens Brabants Luiks eens in specie van gaude carolinen, schrijfgeld inbegrepen. Onbelast, tenzij met een kleine cijns. Lijcoop een half ton bier. Akte opgemaakt in het woonhuis van de commissaris in Herck in aanwezigheid van de getuigen Pet. Schepers en Marg. Mommen. In de marge: “siet naderschap 20 april 1769”.

 

1768, 13 juli. Folio 94v

“Conditie proclamatoriael” volgens welke Matthias Slegers, met toestemming van zijn aanwezige echtgenote met haar twee voorkinderen Jan en Marie Elisabeth Mighiels, op heden 28.06.1768 na voorgaand kerkegebod publiek met hogen en uitgang van de brandende kaars aan de meestbiedende zullen verkopen een stuk land in Stal onder Coursel gelegen. Het paalt Jan Munters O., s’heerenstraet W., Jan Cannaerts Z., Mathias Gielen N. Het is onbelast, tenzij met cijns en schattingen. Aanslaan half oogst 1768.

Dienaar Peeter Oriaens zal het stuk land oproepen en het kan aan de meestbiedende bij “eenmael, andermael, derdemael” worden toegeslagen. Daarna wordt het nog 2 “consecutieve” zondagen geproclameerd. Daarna wordt de kaars ontstoken op de eerstvolgende genachtendag. Na bannen door de schepenen wordt het toegewezen bij uitgang van de kaars.

De verkoper reserveert zich de korenpacht van dit jaar en een dorre “strunck” op het goed. Het goed is onbelast, met uitzondering van cijns en schattingen.

De minderjarige kinderen van Marie Convents, Jan en Marie Elisabeth Mighiels, zullen deze verkoop voor goed houden en “renuncierende aen henne minnorenniteijt”. Vermits zij minderjarig zijn en kinderen uit dit gezin, hebben zij om deze akte van verkoop “te roboreeren in mijns notaris handen gepresteert den eedt de non contraveniendo, super quibus”.

De eventuele koper moet als lijcoop 12 guldens geven om te verbruiken ten huize Joannes Munters na de palmslag, 1 gulden roepgeld, 3 gulden conditiegeld en de kopie ervan, gichtgeld, kaarsbranding en alle kosten van deze verkoop. Bovendien moet de koper een pistole geven tot een kermis aan verkopers huisvrouw. Als deze kosten zijn niet kortend aan de koopsom.

Deze condities werden voorgelezen in het huis van Joannes Munters in Stal onder Coursel in aanwezigheid van de getuigen Joannes Munters en magister P. Francis Convents en ondertekend door de verkoper met zijn vrouw Marie Convents en haar twee kinderen. Jan Mighiels is 20 jaar oud, Marie Elisabeth Mighiels 16 jaar. Notaris J. Nulens.

Paulus Lemmens biedt 705 gulden Brabants Luiks, waarop hem door verkoper Matthias Slegers de palmslag wordt gegeven. Lemmens zet 30 hogen. Zelfde getuigen.

Op 13 juli.1768 werd door de Loonse schepenen van buiten vrijheid Reijnders en Wauters de kaars over deze verkoop gebannen en hij verbleef aan de originele koper.

 

1768, 19 juli. Folio 97r

Gichten na de bovenstaande openbare verkoop van land onder Stal in Koersel door Mathias Slegers voor de voorkinderen van zijn vrouw Marie Convents. De kinderen zijn Jan en Marie Elisabeth Mighiels. Verkocht aan Paulus Lemmens voor 705 gulden en 30 hogen en 14 gulden lijcoop boven de onkosten. Op de som van 735 gulden is ontvangen de som van 540 gulden en 15 gulden voor een kermis voor verkopers huisvrouw. De resterende 195 gulden blijven aan het goed staan tot profijt van de voorkinderen van Marie Convents verwekt met Vincent Mighiels. Paulus zal hiervoor jaarlijks 6 gulden Brabants Luiks intrest betalen, voor het eerst op 19.07.1769.

Het goed wordt op dezelfde dag vernaderd door Daniel Convents. Lemmens admitteert hem in handen van schepen Wauters tot naderschap.

 

1768, 21 juli. Folio 97v

De heer L. M. Hermans releveert als gelastigde en in de naam van de heer Joannes Van Kerckhoff man en momber van Marie Elisabeth Van Ham, Joannes Van Langenaker man en momber van Theresia Margareta Van Ham, Paulus Anthonius man en momber van Joanna Van Ham en Leonard de Weert als man en momber van Marie Catharien Van Ham, alle goederen die hen zijn aangekomen na de dood van hun ouders en schoonouders Sebastiaen van Ham en N. Craijbeeck: een bempt gelegen in de Seelbempden onder Schulen ongeveer 8 roeden groot, palend “den Habbeeckerdeijck” W., het gasthuis van Herck O., dr. Petrus Plugers en consorten N., sr. Henric Conincx van Hasselt Z.

“Marie Bamps, heer Joannes van Kerckhof, Joannes Langenaker, Paulus Anthonius, Lenaert de Weert”: staat hier zonder commentaar onderaan.

 

1768, 21 juli. Folio 98r

Sr. Lamb. Matt. Hermans, in de naam van Jan Maris en Elisabeth Maris, legt een notariële akte neer door hemzelf beschreven op 10.07 laatstleden. Hij verzoekt de realisatie.

Akte. Jan Maris en zijn zuster Elisabeth, inwoners van Oppum, verschenen bij de notaris, in Herck residerend. Ze kopen de bempt in Schulen, die hierboven gereleveerd werd.

De heer Joannes Van den Kerckhoff, oudburgemeester en secretaris van de stad Herck, treedt op met toestemming en assistentie van zijn vrouw jouf. Marie Elisabeth Van Ham, naast zijn zwagerin Marie Bamps weduwe van sr. Sebastiaen van Ham voor de tocht die ze hierbij afstaat, met Joannes Van Langenaker als man en momber van zijn toestemmende vrouw Therese Margareta van Ham, van Paulus Anthonius als man en momber van zijn instemmende vrouw Joanna van Ham en van Leonardus de Weert als man en momber van Marie Catharina Van Ham. Deze laatste geeft schriftelijke instemming. Haar oom Joannes Van den Kerckhoff erkent het handschrift. Al de vorigen zijn kinderen van wijlen sr. Sebastiaen Van Ham en van Marie Bamps voorschreven; zij hebben de eigendom. Ze verkopen volgens condities genoteerd door dezelfde notaris op 06.07. Ze verkopen de bempt in de Seelbempden onder Schulen, 8 roeden groot. Ze weten niet of hij “vree oft gemeijn bempt is”. De bempt heeft zijn vaart langs de Halbeecker Deijck door “die Brouck Steege” uit. Hij paalt de Halbeecker deijck W., het gasthuis van Herck O., sr. Plugers en consorten N., de Haver Bempt van sr. Conincx van Hasselt Z. Ze verkopen tot behoef van Jan Maris en van zijn zuster Elisabeth, inwoners van Oppum onder de stad Herck, voor de som van 460 guldens Brabants eens. Koopsom werd betaald. Geen lasten, tenzij cijns aan graaf de la Marck van Lummen en dorpsschattingen. Lijcoop 3 guldens. Opgemaakt in het huis van secretaris van de Kerckhof binnen Herck in aanwezigheid van de getuigen sr. Henricus Van de Kerckhof en Margareta Surinx door notaris L. M. Hermans.

 

1768, 21 juli. Folio 99v

De heer meier de Borman, uit kracht van generale constitutie, legt een notariële akte neer beschreven door P. Wintmolders op 19.07.1719 betreffende het transport van een rente van 2 guldens uit een grotere rente van 6 guldens jaarlijks door Merten Graulus (Graulws) ten behoef van sr. Andreas Reemans. Hij verzoekt realisatie en registratie.

Akte. Bij de notaris, residerend in Herck, verscheen Marten Grauls. Hij droeg 2 gulden op uit een rente van 6 guldens Brabants, zoals hij jaarlijks trok op 4 vat land gelegen onder Schuelen. Het land paalt de Konincxwijers 1), de heer advocaet Neven 2), de erfgenamen N. Creten 3). Verder verkocht hij nog het koren “staende uijtgewassen” op 4 vat land gelegen omtrent zijn huis onder Oppum. Hij verkocht aan sr. Andreas Reemans van Hasselt, die het accepteerde als betaling voor “die achterstellingen oft retardaten” van een rente van 19 gulden en 10 stuivers Brabants jaarlijks zoals Reemans trekt op de panden van de opdrager. De betaling van deze rente is 188 gulden ten achter. De opdrager, of zijn erfgenamen, reserveert zich als hij aan de acceptant de kapitale som van deze rente van 2 gulden zal neertellen, de som van 40 gulden. De acceptant zal gehouden zijn om de rente te laten volgen tot profijt van degene die de gemelde som tellen zal. De opdrager moet het koren zo snel mogelijk dorsen en in Hasselt afleveren om te verkopen. De opbrengst ervan moet hij neertellen aan de acceptant “tot extinctie voor soo veel van die voorgeroerde retardaten”. De rente van 2 gulden vallend St.-Andriesmisse van dit jaar zal tot profijt van Reemants zijn. Opgemaakt in het huis van borgemeester Arnold Wintmolders in diens aanwezigheid en in die van Peeter van Millen.

 

1768, 21 juli. Folio 101r

Meier de Borman releveert in de naam van sr. Briers, borger van de stad Hasselt, na de dood van sr. Andreas Reemans een rente van 2 gulden Brabants Luiks geaffecteerd op 3 vaten land gelegen in Schuelen op de Stap, palend die Coninx vijvers N., de straat O., Lambert Lambreghts Z. De rente is afgekomen van Paulus Vrancken en consorten, nu bij koop sr. Joseph de la Croix, zoals Reemans verkregen had tegen Merten Grauls volgens akte ervan hier vandaag gerealiseerd.

 

1768, in september. Folio 101v

Relief voor Joannes Henricus Truijens van de goederen van zijn ouders Arnold Truyens en Marie Anna Beckers zaliger. De huishof paalt O. s’ heerenstraet, W. zijn eigen erf, Z. Jaspar Knaep, N. sr. Windelen, cijns 2 – 6 – met Jaspar Knaep; het Veurthens Brouck, palend O. Geert van Lauw, W. de weduwe Joan Claes, Z. de Winter beeck, N. de Aldebeeck met Jan Claes, cijns 1 st – iij – oort; het Winninghe Landt palend O. zijn eigen erf, W. Geert van Lauw, Z. Jaspar Reijnders, N. Adriaen Peeten, 1 stuiver; de opheldinghe voor het Winninghe Lant 1 oort met Gerard van Lauw; het edtbrouck aan de Bredonck, palend O. de Water Straet, W. en N. Catharina Witters, Z. de Breedonck, cijns 2 stuivers; “het Lanckhoudt” met Van Postel, palend O. de wed. van Postel, W. Peeter Dries, Z. de weduwe Arnol Truijens, N. Piro Wouters, cijns 1 stuiver 3 oort met Van Postel; “het Torffbrouck”, palend O. Cornelis Cauwberghs, W. de weduwe Henric Gijbels, Z. s’heeren straet, N. de Aldebeeck, 7 oorden cijns.

 

1768, 21 september. Folio 102r

Relief door Aerdt Van de Wijer, Matteus Van de Wyer en Maria Anna Van de Wijer na het overlijden van hun ouders Jan Van de Wijer en Cecilia Beckers: een stuk land in Stal gelegen (Koersel), genaamd “het Neerbloock”. Het paalt Tijs Gilen en Jan Cannaerts O., de weduwe Hend. Geers N., de wed. Joseph Beckers O., de straat Z.; “het Boven Broeck”, palend Blasius Knaep O., de erfgenamen Marie Knaep Z., “de Scheebemden” W., Peer van de Wijer N.; “het Nieuwgoet” in Stal, palend s’heeren Aert rondom; 2 “bermekens” waarvan de helft hun toebehoort, palend Jacob Thunis O., de Aldebeeck Z., heer Windelen W., Hend. Geers N.

 

1768, 21 september. Folio 102v

Henrick Convents, Peer Convents, Catharina Convents erfgenamen releveren na het overlijden van Cecilia Beckers x Laurens Convents twee bemden waarvan de helft aan hen toebehoort, regenoten als hierboven; hun deel in het “Nieuwgoet”, palend zoals hiervoor.

 

1768, 22 september. Folio 102v

Anna Catharina Brouckaers wed. van Jan Cox, wonend in de Berse straet onder Schulen legt uit kracht van generale constitutie een verkoopakte neer gepasseerd voor notaris Petrus Adr. Ridderbeeck binnen Hasselt residerend.

In de akte van 08.10.1767 zien we dat Petrus Pollarus van Schulen met zijn echtgenote Anna Marie Heusdens persoonlijk verschenen bij de notaris in Hasselt. Ze verkochten aan Anne Catrien Brouckars weduwe van Jan Cox een sille broek gelegen op de Geijskens Hoven onder Schuelen, onbelast. Pollaris had het via mangeling verkregen van Henricus Roelants. Het paalt de edele heer de Heusch 1) en de acceptante aan de 2e, 3e en 4e zijde. Verkocht voor 100 gulden Brabants Luiks eens, betaald in zilvergeld.

Getuigen: E.H. Joannes Lud. Knapen en Marie Barbara Knaepen.

 

1768, 22 september. Folio 103v

Deling door de kinderen van Joannes Kolen x Anna Pouls, beiden zaliger. Het gaat om Andries, Joris, Jan en Helena Colen, meerderjarige jonge dochter.

22.09.1768, voor de schepenen van het land Lummen ten Loons recht buiten vrijheid verschenen Andries Colen, Joris Colen, Jan Colen en Helene Colen, die verklaarden minnelijk de door hun ouders nagelaten goederen gedeeld te hebben.

De goederen werden door wijze mannen in 4 kavels verdeeld als volgt.

Kavel 1: een sille bempt gelegen onder Schuelen in een groter perceel genaamd “het Roost”. Hiervan hebben Lambert Lambrechts, Agatha Van Kosen en Jan Hoens de andere delen onverdeeld. Het geheel paalt de straat O., Billemans Sille W., N. het “Kuerken”, de heer Roelants Z. Onbelast tenzij 1 ort grondcijns. Het viel bij kavel toe aan Joris Kolen.

Kavel 2: de derde part in het huis en hof in Schuelen gelegen, palend de Neerstraet Z., de broeckstraet W., Jan Pouls of het begijnhof van Diest O. en N. Deze kavel is belast met 30 stuivers jaarlijks in 4 – 10 – 0 (4 gulden 10 stuivers) aan de heer de Libotong en 5 stuivers grondcijns. Dit viel aan Andries Kolen. Hij moet jaarlijks het derde deel van de last dragen.

Kavel 3: het tweede derde part in het voorschreven huis en hof, met dezelfde lasten viel aan Jan Kolen.

Kavel 4: het resterende derde part in het huis en hof, met dezelfde lasten, gevallen aan Helena Kolen.

 

Daarna verkopen Helena en Joannes Kolen elk hun derde deel in het voorschreven huis en hof in Schuelen tot behoef van Andries Kolen voor 136 guldens boven de last. Lijcoop 32 stuivers, godsgeld 1 stuiver.

 

1768, 06 oktober. Folio 105r

Arnoldus Hijrmans verklaart een perceel land in Schuelen gelegen verkocht te hebben, palend de edele heer baron van Louij O., Aldegon Jans Z., Jan Hendrickx W., de Veldtstege N. Verkocht aan Gerardus Renodt voor 104 guldens Brabants Luiks boven lasten. Deze zijn: 5 guldens jaarlijks aan de weduwe van Jan Cox en haar consorten. Lijcoop 8 stuivers. Betaald in 2 carlienen en voorts croonen.

Op 1 december bekent Gerard Renot de naderschap van deze koop aan Jan Luijten Aerden zoon.

 

1768, 20 oktober. Folio 108r

Arnold Baerts, inwoner van Schuelen, legt uit kracht van generale constitutie een notariële akte neer beschreven door Theod. Pijp op 20.09 laatstleden, verzoekend realisatie en approbatie, nadat ze octrooi hebben verleend aan Agatha Van Cosen.

Akte. De notaris, residerend in Hasselt, ontvangt Lambert Lambrechts, Joris Colen en Agatha Van Cosen wed. van Arnold Van der Eijcken, allen woonachtig in Schuelen. Ze verkopen tot behoef van de oud-burgemeester Stellingewerff, namens de heer Henricus Stellingewerf, “colonel ten dienste van sijne catholijke majestijt den koning van Spanien” 3 sillen uit 5 sillen bampt genaamd “het Roost” – vrebampt – gelegen onder Schuelen. Het geheel is enkel met 4 oorden cijns belast. De gehele bampt paalt de straat 1), de wed. van oud-burgemeester Roelants 2), Lambert Lambrechts 3), de zusters van Hasselt en de Laeck 4). Verkocht voor 360 guldens, waarvan elke verkoper zijn deel uit handen van de koper heeft ontvangen. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de weduwe van de heer oudburgemeester Joannes Franciscus Stellingwerff in aanwezigheid van de getuigen: dezelfde weduwe en Arnoldus Baerts.

Octrooi.

Verzoek gericht aan de schepenen van het land Lummen “ten Loonschen reghte buijten vrijhijt” door Agatha Van Cosen weduwe van Arnold Van der Eijcken. Ze verzoekt om een sille broek in 5 sillen vrebempt onder Schuelen gelegen genaamd “het Roost”, dat ze in tocht bezit na het overlijden van haar man, te mogen verkopen. Het broek is vele jaren “overwatert geweest”, zonder dat er enig voordeel van kon gehaald worden “ende dat alle bempden tot die ruijminge der rivieren bij provisie par sille belast sijn, worden te betalen 15 guldens Brabants Luiks”. Om deze kosten te voorkomen heeft ze met 2 andere eigenaars van de bempt hun deel verkocht via publieke verkoop aan de heer Henricus Stellingwerff, colonel in dienst van de koning van Spanien. Omdat de verkoop, wegens de minderjarigheid van hun kind, slechts wettig kan geschieden met toestemming van de schepenbank, richt ze het verzoek tot hen.

De schepenen hoorden advies van Henric Van Cosen, de broer van de suppliante, en geven hun akkoord. Het geld moet herbelegd worden. Actum 26.10.1768, getekend Eust. Timmermans, secretaris.

 

1768, 20 oktober. Folio 110r

Relief door de erfgenamen van Nicolaus Josephus de Borman, in zijn leven meier van het land Lummen ten Loons recht, en van zijn vrouw jof. Swijsen, hun ouders. De erentfesten heer Henricus de Borman, in beide rechten licentiaat en advocaat, releveert voor zichzelf en als gelastigde van de overige kinderen: J. Renerus de Borman, meier van het land Lummen ten Loons recht, E.H. Josephus de Borman “onder plebaen van Ste Gudula tot Brussel”, de heer M. G. Broeckmans man en momber van jouffr. Hedwigis Isabella de Borman, jouffr. Lambertina de Borman en jouffr. Eleonora de Borman. Het gaat om de helft van een perceel broek genaamd “den Scraenen Bempt”, gelegen onder Schuelen omtrent het Heulken. De wederhelft behoort pro indivisio aan de erentfesten heer advocaat de Malsen met zijn heer broeder de Malsen en zijn zuster jouf. Catherine de Malsen. Het paalt de Kleijn Herck met de Steen Wegh N., Francis Ramakers of de Kleijn Herck O., Henrick de Veu erfgenamen Z., de Grote Herck en de wed. Joannes Lemmens W.

 

1768, 24 oktober. Folio 110v

De erentfesten heer Henricus de Borman legt in de naam van de heer Gerardus Hubertus Briers een notariële akte neer van 21.10.1768, van notaris H. Pijp van Hasselt. Verzoekt de approbatie en gichte.

Akte. De Heer Henricus de Borman in beide rechten licentiaat en advocaat, voor zichzelf en als geconstitueerde van de heer Broeckmans en zijn vrouw Isabella de Borman, van jouf. Lambertina de Borman, van Jouf. Leonora de Borman en van J. Renerus de Borman, meier van het land Lummen, en voor zijn broer de E.H. Josephus de Borman, “canoninck ende onderplebaen van Ste Gudula tot Brusselt” verkoopt tot behoef van de heer Gerardus Hubertus Briers de hierboven beschreven onverdeelde helft van een bempt. Deze bempt is belast met 20 guldens jaarlijks – kapitaal 500 guldens – aan sr. Joannes Hussen en met de helft van 18 stuivers jaarlijks aan het gasthuis van Wuestherck. De koopsom van 600 gulden (boven de lasten) werd neergeteld in de presentie van de notaris en getuigen Gertruijd Bastiaens en Marie Joseph Fastré.

Akte van constitutie d.d. 19.10.1768.

 

1768, 25 oktober. Folio 115r

Machiel Claes is overleden. Hij laat de kinderen Peter en Marie Claes achter die een stuk land onder Koersel verheffen, genaamd “de Leelen”, palend Gerard Van Houdt O., Willem Witters W., het pastorijegoed Z., Mighiel Caubergs N.; een stuk land op het Grootvelt in Coursel gelegen, palend Jan Jacobs O., Jan Reijnders schepen W., Joseph Van Hamel Z. en Jesper Smets N.; een stuk land in Vurten onder Corsel gelegen, palend Henrick Lekens O., “het Molenstratien” W., Willem Witters Z. en de begijn Noops N.; een perceel land in Vurten “in die straete” gelegen, grenzend aan Jan Van de Bergh O. en W., ’s heeren straet Z. en Marie Witters N.; een rishoeve op den Hooghen Bos gelegen, palend Jacob Dillen O., Jan Reijnders schepene W., het Hechtels Brouck N.

 

1768, 26 oktober. Folio 115v

Arnold Witters x Marilyn Scrangen zijn overleden. Relief van hun goederen door hun kinderen Matthijs, Jan en Maria Anna Witters: een perceel land onder Coursel, palend W. “sijns selfs erffve”, de straat in 2 zijden; een perceel broek in “’t Heijken Broeck” gelegen, grenzend O. Vaes Vaesen, W. de erfgenamen Henricus Beckers, Z. Coubus Diullem, N. de Winterbeeck.

 

1768, 17 november. Folio 119r

Mathus Opree verklaart aan Jan Luijten een jaarlijkse rente van 2 guldens 10 stuivers verkocht te hebben op een stuk land in Schuelen opt Schuermans Eijnde, palend de straat O., Marie Lambrechts wed. Francis Van der Eijcken Z., sr. De la Croix W., Jan Van Cosen erfgenamen en Jan Jaers erfgenamen N. Dit pand behoort toe aan Cornelis Govaers van Stevoort en ligt in Schuelen. Verkocht voor 45 guldens. Jan Luijten werd in deze rente gegicht.

 

1768, 28 november. Folio 119v

Agatha Van Cosen en Hendrick Van Cosen releveren na de dood van hun ouders Jan Van Cosen en Ida Meles: huis en hof in Schuelen op het Schuermans Eijnde, palend Jan Jaers W., de straat O., Cornelis Govaerts Z.; een perceel groot 2 vat, palend de straat O., adv. Hielt(!) erfgenamen Z., Hussen en Jan Fredrix erfgenamen W., Renier Le Clair N.; een perceel broek genaamd “’t Roest”.

 

1768, 01 december. Folio 120r

Akte van notaris L. M. Hermans residerend binnen de stad Herck van 14.06.1767. Guilliam Roosen en Jan Roosen, broers wonend in Heusden, verklaren verkocht te hebben al hun actie, recht of gerechtigheid die ze hebben of kunnen hebben in 3 sillen bempts gelegen onder Schuelen, “wesende gemeijn ende genaemt den Rattenhoeck”. De bempt paalt den Swarten Graght N., “den Creft Graght” Z., secretaris Timmermans en consorten W., de commandeur van Bernissem O. Ze verkochten aan Marten Pulinx voor 115 gulden Brabants eens. Het geld werd betaald. Er staan geen lasten op het goed, met uitzondering van grondcijns en dorpslasten. Opgemaakt in het huis van Marten Audebroux onder Schuelen, genaamd “het Voorsten Hulken” in aanwezigheid van de getuigen Joannes Landeloos en Joseph Ringer. Lijcoop 2 stoopen bier.

Op 1 december legt Pulinx deze akte voor ter realisatie en approbatie.

 

1768, 01 december. Folio 121r

Akte van notaris Dionisius De Winghe residerend binnen Hasselt van 04.11.1768. Guilliam en Jan Roosen, broers wonend in Heusden, verklaren al hun actie, recht en gerechtigheid verkocht te hebben van ongeveer een bonder broek gelegen op de Seelbempden onder Schuelen. Het paalt de Capeldijck in 2 zijden Z. en W., de abdij van Averbode O. en Willem Maris, de heer Hen. Coninx N. Verkocht aan Martinus Pulinx voor 300 gulden Brabants Luiks boven 3 guldens lijcoop. Getuigen: Jouf. Joanna Marie Vaes en de heer Jacobus Roelants.

 

1768, 14 december. Folio 122v

Henrick Neijs heeft bekend met toestemming van zijn vrouw Aldegond Witters, volgens stipulatie hierover gedaan in handen van de notaris, een schanshuis met annexe grond verkocht te hebben aan Peter Convents. Het huis ligt op de Vurtensche schans onder Coursel, palend die schansvest O., de steenweg W., de erfgenamen van Willem Noops en de erfgenamen van Wouter Swerts Z.; een hofke voor de schans van Vurten gelegen, palend de erfgenamen Jan Claes O., de straat Z. en W., de schansvest N. Het is niet belast tenzij met grondcijns. Verkocht voor 160 guldens Brabants Luiks en 15 guldens tot een kermis voor verkopers huisvrouw, een gulden lijcoop en 5 stuivers godsgeld. Aan te slaan half maart 1769, maar koper en verkoper zullen het samen bezitten tot half maart 1770. Akte opgemaakt in het huis van de notaris J. Nulens in Vurten in aanwezigheid van Aegidius Schepers en Joanna Gertrudis Convents, als getuigen. Notaris Nulens bracht deze akte op 17.12 binnen ter realisatie en registratie.

 

1769, 05 januari. Folio 123v

Arnold Hermans verklaart zijn deel in een hoeve gelegen in Stal onder Coursel verkocht te hebben. De hoeve paalt Aert Van de Wijer cum suis O., de andere zijden aan s’ heeren aert. Verkocht aan Jaspar Convents, zijn vader Peer Convents present voor zijn zoon Jaspar, voor 15 guldens Brabants Luiks.

 

1769, 05 januari. Folio 124r

Henrick Convents verklaart zijn deel in de voorschreven hoeve verkocht te hebben aan Jan Hermans voor 20 guldens.

 

1769, 12 januari. Folio 124v

Joannes en Libertus Vernijns en Ida Vernijns releveren de goederen die hen zijn aangestorven na de dood van Guilhelmus Vernijens en Maria Henrickx hun beide ouders: een perceel land in Schuelen gelegen, genaamd “het Heufken” omtrent de Stapstraat gelegen. Palend O. de heer Roelants, W. Libertus Maris n.u. en  Z., de Tappestraet N.; een half bonder vrebroeck gelegen omtrent de Lanckdoncken genaamd vulgo Peter Thielens Weijcken, palend de Langedonck Straet Z., O. Libertus Maeris halfbonder met zijn wederhelft, N. “die Uijtbemden” van sr. Petri Van de Laer, W. Jan Weijens.

 

1769, 12 januari. Folio 125v

Merten Pulinx, in de naam van de heer Jacobus Roelants koopman van Hasselt, en uit kracht van generale constitutie legt een notariële akte neer beschreven door H. B. Custijns op 13.12.1768. Hij verzoekt realisatie en registratie.

Akte. De notaris resideert binnen de stad Hasselt. Martinus Pulinx en zijn echtgenote Anna Catharina Bourghs, die laudeert, verkopen een boender gemeijn broek gelegen onder Schuelen op de Zeelbempt genaamd “het Bonder”. Het paalt “den Cappeldeijck” Z. en W. in 2 zijden, de abdij van Averbode O. en de heer Hen. Coninx N. Ze verkopen tot behoef van de heer Jacobus Roelants voor 500 guldens eens. De koopsom werd betaald. Het goed is onbelast, op de grondcijns na. Getuigen: Franciscus Jordens en Maria Thijs.

 

1769, 12 januari. Folio 126v

Martinus Pulinx in de naam van de heer Jacobus Roelants en uit kracht van generale constitutie, legt voor meier en schepenen van het land Lummen ten Loons recht buiten vrijheid een notariële akte voor gepasseerd in Hasselt voor notaris H. B. Custijns op 13.12.1768. Hij verzoekt realisatie en registratie.

Akte. Martinus Pulinx en zijn vrouw Anna Catharina Bourghs, toestemmend, verkopen de helft van een perceel broek genaamd “den Rattenhoeck” gelegen onder Schuelen, 2 sillen groot. Het paalt den Swerten Graght N. en Creest Gracht, de heer secretaris Timmermans en consorten W., de commandeur van Bernissem O. Ze verkopen tot behoef van de heer Jacobus Roelants voor 135 guldens. Martinus Pulinx verklaart dat hij de andere helft van de bampt voorschreven gekocht heeft met “het gelt van den heer acceptant van Guilliam ende Joannes Roesen” op 14.06.1767, volgens akte gepasseerd voor notaris Hermans voor 115 guldens. Onbelast, tenzij met grondcijns. Getuigen: sr. Franciscus Jordens en Marie Thijs.

 

1769, 13 januari. Folio 127v

Jan Luijten Aerdens zoon, inwoner van Schuelen, belooft de toestemming van zijn tegenwoordige huisvrouw in te brengen. Hij heeft uit handen van de E.H. J. P. Timmermans, pastoor van deze parochie, de som van 150 guldens Brabants Luiks ontvangen. Dit geld had de pastoor in bewaring vanwege de kerk van Lummen. Voor deze som zal Luijten jaarlijks 3,10 % intrest betalen, of de som van 15 guldens 15 stuivers. De eerste valdag is 13 januari van het toekomende jaar 1770. De lening mag steeds afgelegd worden met een kapitaal van 150 guldens Brabants Luijxe valuatie “in den lande van Luijck ganckbaer ende gevigh sijnde, los ende liber sonder eenighen afftreck over het verschot d’ welck sal moeten doen ende draghen aen de heerlijcke hoffreghten ende opgelden soo in het bekennen als quijten der rente met allen verloopen interesten ende den rate van tijt dier”. Pand: een perceel land gelegen in Schuelen, “anderhalf vat” genaamd. Het paalt de heer Joannes Hussen van Hasselt O., Ida Joers erfgenamen Z., het Hasenstuck W., Wouter Geboers kinderen N.; een perceel vreebempt in Schuelen van een half bonder groot dat hij verkregen heeft op 29.05.1767 van Arnold Stappars volgens gicht hier gepasseerd; een rente van 2 – 10 jaarlijks op panden van Cornelis Govaerts op 17.11.1768 verkregen tegen Mattues Opré; een rente van 1 gulden jaarlijks op panden van Agatha Wijens, door hem verkregen tegen Matthijs Strampers op 17.12.1767. En verder generalijk op al zijn andere goederen, renten en erven waar ook gelegen. De panden en renten zijn onbelast, met uitzondering van heerlijke grondcijns en gemene dorpslasten. De pastoor kwam in de naam van de kerk ter gichte.

 

1769, 26 januari. Folio 128v

Octrooi voor Elisabeth Vesters, weduwe van Gerard Van der Eijcken.

De weduwe voorschreven, van Schuelen, was zwanger van haar man bij zijn overlijden. 4 maanden later baarde ze een kind dat ze “Peter Joannes” noemde. Dit kind is nu ongeveer 11 jaren oud. Haar man liet haar achter met een hele berg schulden. Ze heeft het heel moeilijk gehad om deze te betalen. “En naerders het ongeluck gehadt heeft van te woonen bij Merck Geerts als wanneer haer huijs totalijck in asschen verbrant is, waer door sij alles, soo wijnigh als sij hadde, verlooren heeft en tot die uijterste ellende geraeckt is, waer door sij geentsints haer meer en can onderhouden nogh voor haer, veel wijniger voor haer kint cost en kleederen besorgen, nogh oock haere wooninge nogh schulden en kan betaelen…”. Ze vraagt permissie of octrooi om een stuk grond te mogen verkopen waarop haar afgebrand huis heeft gestaan, gelegen in Schulen onder Rue. Het stuk is ongeveer een bonder groot en ze trekt er slechts 11 gulden jaarlijks van op. Hiervan moet ze jaarlijks 6 guldens betalen aan de armen van Lummen, “redenen van recours (beroep, toevlucht) tot uedele heeren”. Met het geld uit de verkoop – dat in handen van de schepenen mag blijven – hoopt ze haar volgende schulden te kunnen betalen: 8 pattacons van huishuur, koren, boter en al het andere dat ze tijdens haar ziekte genoten heeft, “gesubministreert”(verschaft) door Peter Timmermans; aan Matthijs Jaers van genoten koren 4 guldens 8 stuivers, aan Jan Joors 2 guldens 10 stuivers van laken, 2 – 10 aan Paulus Vandermaesen van winkelwaar, aan Marten Ruijters 4 guldens van winkelwaren, aan Jaspart Vander Eijcken ook van genoten waren en aan anderen nog van geleend geld of behulpzame bijstand in haar droevige staat na de brand, evenals nog 20 guldens aan de erfgenamen Marie Leijssens van huishuur van haar moeder zaliger. Na de verkoop zal er nog heel weinig overschieten. De aanvraag is geschreven door L. M. Hermans, facteur, namens de “verthoondersse” met consent van de naaste vrienden Arnoldus Koppies, Peter Cox en Guelaem Marries (Guilliam Maris).

De schepenen ordonneren dat ze over de inhoud van deze suppliek het advies van de naaste vrienden van de suppliante en van wijlen haar man Gerard Van der Eijcken willen horen. Actum 04.08.1768.

Op 26.01.1769, na het horen van de voorschreven naaste vrienden, staan ze toe dat de suppliante het stuk grond verkoopt met assistentie van schepen de la Croix “daer toe ex gremio gedeputeert”. De verkoop moet openbaar zijn, na aanplakken. De helft van de opbrengst moet op rente blijven staan op het verkochte goed, conform het advies van de naaste vrienden en rechtsgeleerden. Getekend: Eustachius Timmermans, secretaris.

 

1769, 26 januari. Folio 130r

Willem Jaemers, met toestemming van zijn vrouw Agnes Wijeens, verklaart aan Jan Vernijns zijn deel verkocht te hebben in een perceel land onder Schuelen gelegen, genaamd “het Haesse Stuk” (stick?). Het paalt Wouter Gheboes O. en N., mijnheer Brurs W., de erfgenamen Mathus Schurmans Z. Verkocht voor 27 guldens en 10 stuivers boven de lasten. Het is belast met het achtste deel van 8 guldens jaarlijks aan de heer advocaat G. J. Vossius; met het achtste deel van 5 guldens aan de heer advocaat J. F. Van Hese. De koopsom werd voldaan.

 

1769, 26 januari. Folio 130r

In de naam van de heer Joannes Hussen legt de heer L. M. Hermans een akte voor door hemzelf beschreven op 22.01.1769. Hij verzoekt de realisatie en approbatie.

Akte. De notaris, in Herck residerend, ontvangt Jan Stappers, inwoner van Schulen. Deze verkoopt een perceel land onder Schuelen gelegen, genaamd “het Hoogh Bloeck”. Het is ongeveer 5 vaten zaaiens groot en paalt Marie Vueghen O., de edele heer de Heusch Z., Jacobus Smets W., de heer Van Henis van Hasselt N. Hij verkoopt aan de heer Joannes Hussen, borger en koopman van de stad Hasselt voor 400 guldens Brabants eens boven een kapitaal van 300 guldens, en de onkosten, die hij erop trok. Verder is het goed onbelast met uitzondering van grondcijns en dorpslasten. De verkoper mag het goed nog 6 jaren huren. Deze termijn is op Sint Andries laatstleden begonnen. Jaarlijks zal hij ervoor 24 guldens geven boven cijns en schattingen. Opgemaakt in het notarishuis in Herck, genaamd “den Keijser”, in aanwezigheid van de getuigen jouffrouw Marie Gertrudis Van Melbeeck en Joannes Franciscus Schroijen.

 

1769, 01 februari. Folio 131v

Franscus Vrancken, als oom en momber van de achtergelaten kinderen van wijlen Gilis Vrancken en Aldegond Vrancken, beiden zaliger, releveert de goederen die hen zijn aangestorven. Het gaat om de kinderen Girart Vrancken, M. C. Vrancken, Marie en Elisabeth Vrancken. Hij releveert een huis gelegen in Schuelen, palend “den Kerckhoff” O. en Z., de straat W. en Leonardus Van Swartebroeck N. Verder een perceel land gelegen in de Neerstraet, palend Franscus Vrancken O., de straat N., Peter Motmans u.n. W. en de erfgenamen van Matthijs Joers Z. Belast met 3 denieren cijns.

 

1769, 08 februari. Folio 132r

Geert Wouters verzoekt te releveren na de dood van Marie Knap de helft van een perceel broek, waarvan de wederhelft toebehoort aan Jan Hermans. Het is gelegen onder Coursel omtrent “het Hemelrijck” en paalt Peter Hermans O., W. de weduwe Van Postel, Z. de weduwe van Jan Henderix, N. de oude beek.

 

1769, 08 februari. Folio 132v

Anna Elisabeth Noops releveert na de dood van haar zuster begijn in Diest: een veld gelegen op “het Steenvelt”, palend O. Petrus Wouters, W. het “Molen straetien”, Z. de erfgenamen Michiel Claes, N. Joannes Nuelens; een rishoeve op “den Hooghen Bosch” gelegen, palend O. de wed. Valentinus Wouters, W. Michiel Claes, Z. de heide, N. het “Hechtels broeck”.

 

1769, 13 februari. Folio 133r

Willem Pillaris, uit kracht van generale constitutie, legt een notariële akte neer beschreven op 03 oktober door notaris H. Van der Donck, residerend in Stevoort, en een akte van laudatie voor dezelfde notaris op 06.10.1768 door Marie Gertruijt Pillaris, de vrouw van opdrager Henricus Roelants. Hij verzoekt de realisatie.

Akte van verkoop. Henricus Roelants, wonend onder de jurisdictie van Wuestherck in Oppen, verkoopt, met in te brengen toestemming van zijn vrouw Maria Gertrudis Pillaris, een stuk akkerland gelegen onder Schuelen. Hij weet niet hoe groot het perceel is. Het paalt de straat van Berbrock naar de stad Wistherck 1), het Cornelis velt 2), mijnheer de Heus 3), Joannes Roelants senior 4) en Joannes Roelants junior 5). Het is belast met een vat koren jaarlijks, aan de kerk te leveren in gebakken brood in Schuelen om daar uitgedeeld te worden, uit een grotere last van 4 vaten koren jaarlijks. Verder enkel nog met dorpsschattingen. Verkocht aan Willem Pillaris boven de lasten voor de som van 300 guldens Brabants Luiks eens. De opdrager verklaart hiervan 100 guldens ontvangen te hebben. De resterende som van 200 guldens trekt de opdrager nu op in zilveren en gouden munten. De opdrager zal de lasten nog betalen tot en met 1768. De koper mag het goed slechts aanslaan na 4 jaren, na Sint Andries nu aanstaande. Hij zal zich in de tussentijd moeten tevreden stellen met de jaarlijkse huursom van 8 guldens. Opgemaakt in het woonhuis van de notaris “gestaen op ’t Groot dorp tot Stevort” in aanwezigheid van de getuigen Arnoldus Beeken en Christiaen Knapen. Lijcoop 2 guldens, godtspenninck 5 stuivers.

Akte van ratificatie.

Maria Gertrudis Pillaris heeft lectuur gehad van de verkoopsakte hierboven. Ze approbeert en ratificeert de verkoop. Opgemaakt in het notarishuis idem boven op 6 oktober in aanwezigheid van de getuigen Christiaen Knaepen en Anna Maria Thoelen, beiden van Stevort.

 

1769, 23 februari. Folio 134v

Joannes Luijten Aerdens zoon, inwoner van Schuelen;

Arnold Luyten en Herman de Meer, inwoner van Donck

hebben verklaard, na hierover verworven octrooi, hun delen verkocht te hebben in een stuk “soo landts als bloeck” aan de E.H. Joannes Bollen, pastoor van Schuelen. Het goed, genaamd “het Metten hoffken” paalt de edele heer Van Cauwenhoven O., de straat Z. en W., de erfgenamen Jan Lambreghts N. Verkocht voor 324 guldens Brabants Luiks eens. Hiervan betaalde de koper 270 guldens. De resterende koopsom, 54 guldens, houdt de pastoor in handen en hij zal er jaarlijks aan “iederen staeck van die kinderen van den eersten hauwelijck van Jan Luijten ende Herman de Meer” 1 gulden jaarlijks geven tot de afkwijting toe. Deze rente kan steeds gelegd worden met gelijke som en verschuldigde intrest. Het goed is onbelast met uitzondering van gemene dorpslasten. Lijcoop een half ton bier, godsgeld 5 stuivers.

Octrooi.

Jan Luytens Aerdens sone en Herman de Meer, die getrouwd is geweest met wijlen Marie Luijten, kinderen van Aerdt Luijten en Anna Augustijns, vertonen dat zij naast hun consorten een bempt verkochten gelegen in Schuelen, genaamd “het Metten Hoffken”. Hierin behoort aan hun in hun eerste huwelijk verwekte kinderen, ieder voor hun ouders “staeck”, een twaalfde deel, “mackende saemen een vier en twintighsten deel” (!zo!). Deze verkoop konden ze niet beletten, gezien hun deel zo klein was (“voor die modieitijt hender paert”). Maar er kan zonder de toestemming van de schepenen ook geen wettige verkoop plaatshebben. Ze verzoeken daarom hun octrooi te verlenen, mits hun aandeel, iedere staak 27 guldens, op het goed zal blijven staan tot de redemptie toe aan 4 guldens par cent of zo ongeveer, zodat ieder 1 gulden krijgt.

De schepenen stemmen toe op deze voorwaarden op 23.02.1769. Getekend: secretaris Eustachius Timmermans.

 

1769, 11 april. Folio 138r

E.H. pastoor Petrus Moons van Meldert verkoopt, na voorgaand relief na de dood van zijn broer Niclaes Moons. Hij draagt ten behoef van Jaspar Peten een perceel broek op gelegen in Coorsel aan de schans. De verkoopscondities van 10.04.1769 volgen hieronder.

Na voorgaand kercken gebodt zal de pastoor aan de meestbiedende verkopen: een bempt aan den Breedonck in Coursel gelegen, afgekomen van zijn broer Nicolaes Moons zaliger. Hij paalt O. en W. de weduwe Henric Gijbels, Z. de weduwe van Henric Reijnders, N. de Breedonck.

De bempt zal door de gerechtsdienaar worden opgeroepen en aan de meestbiedende bij “een mael andermael derdemael” worden toegeslagen. De gichte zal gebeuren op de eerstvolgende genachtendag, namelijk op 20.04.1769, als de totale koopsom zal moeten voldaan worden. De koper zal de last dragen van gichten, pontgelt, roepgelt 1 gulden, voor conditie en kopij ervan 2 gulden, lijckop een half ton bier, godsgeld aan de kerk van Koersel 5 stuivers. Deze kosten korten niet aan de koopsom. Het goed kan slechts vanaf half maart 1770 worden aangeslagen, maar de koper zal de huur van 1769 profiteren.

De bempt is belast met 100 gulden kapitaal aan de donderdagsmis en de intrest ervan van dit jaar is voor de koper. Verder enkel belast met schattingen en grondcijns.

Voorgelezen in het huis van Brigida Noops in aanwezigheid van Norbertus Van postel en Henricus Mattheus Reijnders. Attestor J. H. Beckers, schepen.

Adriaen Peten biedt de som van 255 gulden Brabants Luiks boven de last van 100 gulden. Hiervoor krijgt hij de palmslag en wordt het goed hem verkocht. Op zelfde plaats en datum als boven in presentie van getuigen P. N. Van Postel en Thomas Rijmen.

 

1769, 20 april. Folio 140r

Approbatie van het testament van Arnoldus Truyens x Marie Hermans.

Marie Hermans, wed. Arnoldus Truyens, verklaart dat ze met haar man een testament liet opmaken op 18.05.1767. Het volgt hierna. Uit kracht van dit testament kreeg ze het meesterschap om goederen te mogen verkopen of belasten: een stuk land genaamd “den Heuvel” en een bemd “den Knoop Beijde” onder Coursel gelegen, een patrimoniegoed van haar. Haar man is gestorven op 01 augustus 1768 en sindsdien bevindt ze zich in grote schulden. De staat van schulden volgt hieronder onder nr. 2. Ze weet geen ander middel om de schulden af te betalen dan verkopen. Omdat de verkoop niet geldig kan geschieden “sine decreto judicis” keert ze zich tot de heren om het testament te approberen en om haar de permissie te geven tot de verkoop van de voorschreven panden, zodat ze de kopers in de panden kan goeden en met het geld haar schulden afbetalen. De dienaar Peter Oriaens heeft tegen vandaag Joannes Hermans, broer van Maria, bedaagd en Willem Hulsmans, haar zwager, als naaste bloedverwanten. Ze brengen niets tegen deze verkoop in. Hierop approberen de schepenen het testament en laten het hieronder registreren.

18.05.1767: de pastoor van Coursel noteert aan het ziekbed van Arnoldus Truijens diens testament en dat van zijn vrouw Marie Hermans. Ze wensen dat hun lichaam in gewijde aarde zal rusten en dit moet gebeuren met een “eerelijcke uijtvaert naer staet”. Ze laten voor hun “blindt onreghtverdigh goet” 5 stuivers eens.

Zij maken “mutuelijck” elkaar meester de eerst-stervende de langstlevende om te mogen verkopen, veralieneren of belasten een perceel land genaamd “den Heuvel” in Coursel gelegen; een torfbrouck genaamd “den Knoep”, palend d’aude beke N. en Z. Peter Francis Convents. Met opbrengst lasten en schulden betalen.

Opgemaakt in het woonhuis van de testateurs in aanwezigheid van Jan Truijtiens en Nol Govaer, getuigen. De getuigen noch Maria Hermans kunnen schrijven, Arnold Truijens wel. Attestor F. J. Gentis, pastor loci de Coursel.

Voor de kopie tekent J. Nulens, notaris.

 

Schulden ingebracht door de weduwe:

Voor het kercken gelicht negenthien guldens thien stuijvers                                   f 19 – 10 - 0

Reghten in de kerck                                                                                                4 – 10 - 0

Verbruijckt op d’ uijtvaert 24 pont boter ad 5 stuivers het pond                               6 – 00 - 0

Item onderhalf ton bier                                                                                          15 – 00 - 0

Item voor helpen verbruijckt op d’uijtvaert                                                            12 – 10 - 0

Voor 16 halsters rogge en backloon                                                                      32 – 00 - 0

Voor 3 vat gebacken eust                                                                                       3 – 00 - 0

Voor het serck                                                                                                        4 – 00 - 0

Schult aen Andries Truyens                                                                                 229 – 00 - 0

Aen Peeter Dries                                                                                                    6 – 05 - 2

Aen Mattheus Lemmens                                                                                          6 – 09 - 0

Aen Joannes Hermans                                                                                             6 – 00 - 0

Aen Heer Matthijs, rest van intresse                                                                      44 – 00 - 0

Aen Joannes Nulens van gecoght coren en bockeweij                                            88 – 02 - 0

Aen het meijsen Anna Van Houdt rest van drij jaeren huere                                 120 – 00 - 0

Aen den kneght Arnol Goffaert voor drij jaer huere, 18 pattacons jaerlijx             216 – 00 - 0

Aen de heer pastoor tot Coursel                                                                          200 – 00 - 0

Aen jouffr. Beckers tot Beringen, 100 guldens last                                               100 – 00 - 0

Rest van intresse aen de selve                                                                                16 – 00 - 0

Aen N. tot Diest last                                                                                           400 – 00 - 0

Rest van intresse aen den selven                                                                            20 – 00 - 0

                                                                                                                            _________

                                                                                                                                        736

                                                                                                                          812 – 06 – 2

                                                                                                                            _________

                                                                                                          Totael f. 1548 – 06 – 2

 

1769, 20 april. Folio 142v

Registratie van notariële akte opgemaakt in de stad Herck op 16.02.1768 voor notaris L. M. Hermans, in diens huis.

Marten Pulinx, inwoner van Schuelen, geassisteerd door zijn toestemmende huisvrouw Anna Borghs wed. van Philip Van Roije, staan hun tocht af die ze uit hoofde van wijlen Philip Van Roije hebben op 6 roeden bemps uit een groter stuk van 24 roeden gelegen onder Schuelen. Hij paalt “die Smack Grieten Bempt” Z., de commandeur van Bernissem O., Philip Smeets en Sinte Barbara authaer N., de armen van Herck W. Ze staan deze tocht af tot behoef van hun kinderen door Philip Van Roije verwekt. Dezen aanvaarden dankend om het goed voor henzelf te gebruiken, of om het te verkopen.

Tocht en erfdom geconsolideerd, verklaren de kinderen van Philip Vanroije het goed te willen verkopen. Het gaat om de meerderjarige jonghman Henrick Van Roije, Philip Van Roije en Guilliam Buntinx met zijn toestemmende vrouw Dimpna Van Roije, allen kinderen van het echtpaar Van Roije-Borghs. Ze verkopen de 6 roeden bemps aan Marten Pulinx voor 60 gulden Brabants eens. Koopsom ontvangen. Goed is onbelast tenzij met dorpslasten en schattingen en misschien enige denieren cheijns. Alle onkosten rakend het droogmaken van het broek staan tot last van de koper. Getuigen: joufr. Maria Gertrudis Van Melbeeck en joufr. Joanna Beatrix Hermans.

 

1769, 20 april. Folio 143v

Registratie van notariële akte verleden voor notaris L. M. Hermans van Herck op 03.04.1769. Martinus Pulinx, inwoner van Schuelen, admitteert tot vernadering van bovenstaande koop zijn zoon Martinus Pulinx, als naaste bloedverwant en halfbroer van Henricus, Philip en Dimpna Van Roije. De eerste koper heeft zijn koopsom ontvangen uit handen van zijn zoon met 3 guldens intrest en 3 guldens kosten er bovenop. Opgemaakt in het notarishuis in Herck, genaamd den Keijser, in aanwezigheid van Joannes Francis Schroijen en joufr. Joanna Beatrix Hermans.

 

1769, 21 april. Folio 146v

Constitut. heered. Arnoldi Trikels.

Nos praetor et scabini justitiae lossensis in baronici

de Lummen his nostris visuris lecturis aut legi audi-

turis, notum facimus omnibus et singulis quod die

vigesima prima mensis aprilis anni 1769 personaliter

constituti coram nobis comparuerint Michael Claes

uti pater et mamburnus suorum duorum prolium

progenitorum ex Maria Put piae memoriae uxore

ejus legitima nec non Joannes Van Meert uti

maritus uxoris Maria Van Ubbel filia legitima

Joannis Van Ubbel et Margareta Putt hac et Maria

Put praefata fuerunt legitimae proles Petri Put et

Gertrudis Trikels, hac Gertrudis soror Arnoldi Trikels

ex patriati et nati in Coorsel sub nostra jurisdictione

qui constituerunt et denominaverunt prout per praesen-

tes constiturint et denominant Joannem Nulens notarium

immatriculatum Leodiensem in Coorsel residentem

in ipsorum procuratorem et negotiorum gestorem

quond heereditatem Arnoldi Trikels in domino defuncti

in Breijsig quae heereditas ipsis de jure competit

cum potestate dictam heereditatem vendendi

recipiendi inde natas pecunias

relaxandi absolutas debitoribus quittantias seu

apochas, litem vel lites intendandi et prosequen-

di transactionem faciendi appellationes intro-

ducendi et prosequendi sententias favorabiles

executioni demandare curandi, et cum potestate

procuratores constituendi et substituendi ulterius

cum potestate omnia agendi et faciendi dic-

tam heereditatem concerventia, licet etiam spe-

ciale desuper mandatum requireretur et ita

cum plena potestate, generaliterque constitu-

erunt prafatum Nulens: sic. Actum in judicio

justitiae de Lummen anno, mense, die praescripti

in quorum fidem consistorij nostri sigillo mu-

niri et per secretarium subscribi jussimus

(erat subsignatum) Eust. Timmermans secret.

de mandato D.D. et appositum erat sigillum

in hostia viridi D.m.D. meorum

 

1769, 05 mei. Folio 147r

Maria Hermans, wed. Arnold Truijens, uit kracht van geapprobeerd testament, verkoopt aan haar broer Joannes Hermans, na voorgaande proclamatie en daarop gevolgde kaarsbranding, een perceel torfbempt genaamd “den Knoop” onder Coorsel gelegen. Arnold Truijens kwam ter gichte!

Verkoopcondities van 16.02.1769. Na voorgaand kerkengebod zal publiek met uitgang van de brandende kaars aan de meestbiedende een turfbemd genaamd “den Knoop” verkocht worden, onder Coursel gelegen. Hij paalt P. F. Convents O., commissaris Wouters W., de oude beek N. Los en vrij van lasten, tenzij schattingen en grondcijns.

De gerechtsdienaar zal het goed oproepen en daarna zal met eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegeslagen. Het goed zal worden geproclameerd van 14 dagen tot 3 maal 14 dagen. Na deze proclamatie zal op de eerstvolgende genachtendag de kaarsbranding volgen. De originele koper zal zijn voorhogen hebben en daarna mag iedereen hogen tot uitgang van de kaars. Iedere hoge van 2 gulden Brabants Luiks, te verdelen tussen hoger en verkoper “naer auder usantie”.

Onmiddellijk na de kaarsbranding zal de gichte geschieden en dient de hele koopsom voldaan te worden, met de kosten. Deze kosten omvatten: “gichtgelt, pontgelt, 1 gulden roepgelt, 3 gulden voor conditie gelt en copije, 5 stuivers godtsgelt”, alles zonder korten aan de koopsom.

Het goed kan aangeslagen worden op de dag van gichten en is vrij van lasten. Enkel cijns en dorpslasten te betalen.

De koper moet voor lijcoop 7 gulden 10 stuivers geven, te verbruiken in het huis van Henric Tilemans nadat de palmslag zal gegeven zijn.

Publiek voorgelezen in het voorschreven huis van Henric Tielemans in het dorp van Coursel in presentie van Gerardus Van Louw en Henr. Mattheus Gijbels, getuigen. Attestor J. Nulens, notaris.

Op dezelfde dag bood Joannes Hermans 510 guldens Brabants Luiks. Hiervoor kreeg hij de palmslag van Maria Hermans. Hij verhoogde aanstonds zijn bod met 15 hogen. Getuigen: Henrick Smeedts en Henr. Mattheus Gijbels.

Op 30 maart 1769, na het voorlezen van de condities, werd de kaars ontstoken en wettelijk in Coursel gebannen. De koop verbleef aan Jan Hermans als laatste hoger.

 

1769, 26 mei. Folio 152r

Jan Van de Bergh, ingezetene en molder in Stal onder Coursel, heeft een handschrift voorgelegd van 18.04, 30.04, 21.05 en 28.10 van het jaar 1757. Telkens ondertekend door P. G. Beckers en Jan Van de Bergh. De heer Beckers verklaart verkocht te hebben een perceel land gelegen tot Stal onder Coursel, genaamd “het Reucken”, palend ’s heerenstraet W. en N., de priester Smeets Z., de erfgenamen Jan Van de Wijer O. Verkocht aan Jan Van de Bergh voor 700 gulden Brabants Luiks boven de lasten van 800 gulden kapitaal die de koper op de panden van de opdrager trekt. De schepenen houden de handschriften voor gerealiseerd en wijzen dat ze ten register gesteld worden.

Handschriften.

18.04.1757: P. G. Beckers verklaart verkocht te hebben een perceel land gelegen in Stal, genaamd “het Reucken”. Het paalt W. en N. de straat, Z. mijn heer Smeets, O. de erfgenamen Jan Van de Wijer. Verkoopt aan Jan Van de Bergh, molder in Stal, voor 700 gulden Brabants Luiks boven de last van 800 gulden die de koper op de panden van de verkoper trekt. De openstaande en vervallen intresten zullen niet mogen afgetrokken worden van de koopsom, maar ze zullen gehouden worden als geredimeerd en betaald. De koper is gehouden van dit jaar 1757 te leveren of te kwijten 22 halsters koren aan de verkoper.

30.04.1757: P. G. Beckers verklaart aan Jan Van de Bergh een perceel land genaamd “het Reucken” verkocht te hebben voor de som van 100 pistolen. Omdat Beckers voorheen een rente van 800 guldens kapitaal schuldig was, waarvan hij 3 jaren ten achter was, werd afgesproken dat deze rente zou teniet zijn, maar niet aan de koopsom korten. Jan Van de Bergh betaalde 300 gulden en dient nog 400 gulden te betalen.

21.05.1757: P. G. Beckers verklaart 400 guldens Brabants Luiks ontvangen te hebben als restant van de voorschreven koopsom van 700 guldens.

28.10.1757: P. G. Beckers verklaart van Jan Van de Bergh de afgesproken som van de korenpacht ontvangen te hebben: 39 guldens 12 stuivers. Hij verklaart van de verkoop volledig voldaan te zijn.

 

1769, 15 juni. Folio 154r

Geleijt genomen door de hooghgeboren vrouwe abdisse van Herckenrode op een bemt genaamd “den Kermpter”, gelegen in Schuelen, “toestaende” de representanten van de edele heer de Schroots.

Nadat de abdis primo geklaagd had op 06.10.1763 op de voorschreven bempt, die paalt die Voort N., het gemeijn Schaveij en secretaris Timmermans O., de E.H. Van der Boonten en Ida Jaers erfgenamen Z., Everbode W., wegens fout-betaling van een jaarlijkse rente van 5 guldens pro anno novissima gevallen, volgens de rollen van die datum, en dat na een langdurige oppositie door de edele heer Preudhomme de Borre, representerende en erfgenaam van de edele heer de Schroots, hiertegen gedaan, ten lange laatste de zaak zover was geprocedeerd dat op 01.12.1768 gewezen werd dat de zaak oud genoeg van genachte was om de partij te bedagen tot het geleijt. Op deze dag van geleijt, 15.06.1769, na behoorlijk dagement en intimatie daartoe gedaan volgens de rollen en de procedure, werd geen handvulling gedaan. Aan procureur Theunis werd daarom, in de naam van geconstitueerde als facteur van de abdis, het geleijt verleend “met leveringe van risch, reijs ende aerde in teeken van possessie naer onsen bancken reght ende gewesen te procederen met afruijminge soo naer stiel ende is in hoeden gekeert”.

 

1769, 30 juni. Folio 154v

Notaris L.M. Hermans legt een akte neer in de naam van de heer Joannes Hussen, door hemzelf beschreven op 14.06.1769. Het gaat om de verkoop van o.a. een perceel genaamd “den Hoogen Dries”, vulgo “Grooten Dries”, onder Schuelen gelegen omtrent de Borghe Schans nu Waterschans genaamd. Hij verzoekt realisatie en approbatie.

Akte. Bij de notaris, in Herck residerend, verschenen Jan Geboors, Wauter Geboors meerderjarige jonghmans en Joannes Van der Eijcken geassisteerd door zijn lauderende huisvrouw Anna Geboors, Marie Catherien Geboors ongeveer 23 jaar en Joris Geboors 21 ŕ 22 jaar oud. “Dogh die twee laeste van henne minoreijnitijt aghtervolgens eede in mijn notaris handen gepresteert renuntierende met beloofte van tot hennen auderdom gecomen sijnde hier aen directelijck oft indirectelijck te sullen contravenieren, ter contrarie renuntierende aen alle privilegiens ende exceptions welcke hen eenighsints moghten voordeeligh wesen”. De bovenstaanden verklaren, volgens proclamatoriele condities voor dezelfde notaris gebeurd op 07.06, verkocht te hebben hun 6de deel dat zij pro indiviso naast hun broer Gerard Geboors hebben in een huis, hof, schuur, stallinge en boomgaard gelegen onder Schuelen op de schans. Het paalt de straat N., Libertus Maris O., de heer Hussen Z., Peter Plugers en Martinus Berten W. Verder een stuk erf genaamd “den Grooten Dries” in het voorschreven goed gelegen, zoals zij het tot nu toe bezeten hebben. Verkopen tot behoef van Joannes Hussen, borger en koopman van de stad Hasselt. Hij was de laatste hoger en betaalde voor ieder 200 gulden Brabants Luiks eens koopsom. De eerste 3 comparanten hebben hun volledige koopsom ontvangen; de laatste comparant heeft 100 gulden Brabants Luiks ontvangen. De resterende 100 guldens blijven, naast de 200 guldens voor Marie Catharina Geboors, op de voorschreven goederen staan aan  3 guldens 10 stuivers par cent tot ze meerderjarig zullen zijn. Hun broer Gerard Geboors zou niet instemmen met deze verkoop, hoewel ze aan de meestbiedende verkochten. Mits het goed ondeelbaar is, moet hij nochtans tevreden zijn. Hij gebruikt enkel een “uytvlughsel” dat hij het geld niet nodig heeft en dat hij het niet weet te appliceren. Daarom blijft zijn deel ook op de goederen staan aan 3,5% tot hij het zal opvragen.

De lasten op de goederen. De dries is belast met 14 guldens Brabants jaarlijks onkwijtbaar en vallend op St.-Martinusdag aan de kerk van Schuelen, 8 gulden Brabants jaarlijks, kapitaal 200 guldens, aan Jan Hoens, 10 guldens jaarlijks – nu betaald wordend met 9 – en kapitaal 200 guldens aan Peter Alen en 5 gulden 5 stuivers jaarlijks aan “die voetboge camer” tot Hasselt, met een keur en ’s heeren grondcijns aan de graaf de la Marck en dorpsschattingen.

Opgemaakt in het huis van de notaris in Herck, genaamd “den Keyser”, in aanwezigheid van joufr. Marie Gertrudis Van Melbeeck en Joannes Franciscus Schroijen als getuigen.

 

1769, 30 juni. Folio 156v

Merten Pulinx, uit kracht van generale constitutie en namens de heer Gerardus Hubertus Briers, heeft aan de schepenen een notariële akte voorgelegd beschreven door H. Pijp op 20.06.1769, verzoekend realisatie en approbatie.

Akte. De notaris, residerend in Hasselt, ontvangt Herman Van der Eijcken; Jaspar Van der Eijcken “craght van meesterschap door sijne huijsvrouwe Marie Cathrien Stappers saliger aen hem gegeven” volgens akte van declaratie en attestatie van de E.H. Bollen pastoor van Schuelen en Hendrick Borghs gepasseerd voor notaris L. Hermans in Wiestherck op 28.05.1767, ten opzichte van zijn deel in 2/3 delen van een sille bos “den Craijenpoulbosch”; Jan Van der Eijcken en Peter Swartenbrouck, present Anna Ida Van der Eijcken zijn toestemmende huisvrouw. Zij verkopen tot behoef van de heer Gerardus Hubertus Briers, present, de helft van een half bonder bos gelegen in Schuelen genaamd “Carisebosch”, onbelast, palend Lenard Swartebrouckx met de koper N., de weduwe Hansen O., de H. Geest van Wuestherck Z. en de weduwe van Jan Joors W. Verder 2/3 delen uit een sille bos onder Schuelen gelegen, genaamd “Craijenpoulbosch” eveneens onbelast, palend Arnold Baers als getrouwd hebbend Cathrien de Laet Z., Herman Van der Eijcken met Peter Plugers W., de heer koper N. en O. Voor 266 guldens en 14 stuivers, door de verkopers ieder voor hun deel in aanwezigheid van de notaris opgetrokken, met 2 guldens lijckop. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de koper in aanwezigheid van de getuigen Martinus Pulinx en Gertrudis Bastiaens. In de marge stond: solvit den heer Briers voor act en copije 35 stuivers. W. g. H. Pijp, notaris.

 

1769, 13 juli. Folio 157v

Sr. J. B. Theunis, uit kracht van generale constitutie, en namens de heer Joannes Hussen q.q. legt een akte neer beschreven door notaris H. Van der donck op 11 mei laatstleden. Hij verzoekt approbatie, realisatie en registratie.

Akte. De notaris, residerend in Stevort, noteert de verkoop van een perceel land door Francis, Peter Joannes en Ferdinand Goevaerts, Jan Van Cosen als man en momber van zijn vrouw Digna Govarts, en zich samen sterk makend voor de 2 onmondige kinderen van Catharina Govarts en Lowies Bosmans, beiden zaliger. Volgens verkoopscondities van 3 mei laatstleden transporteren ze een stuk land gelegen onder de jurisdictie van Schuelen op het Schuermans Eijnde, palend Hendrick Van Coosen 1), de heer de la Croijx 2), Marie Lambrex 3) en ’s heeren straet 4). Het is belast met 2 guldens en 10 stuivers jaarlijkse rente. Verkopen ten behoef van de heer Joannes Hussen, borger en inwoner van de stad Hasselt, als administrateur van 500 guldens Hollands geld gelaten door de heer Henrick Vanden Putten door diens codicille van 24.05.1766 “opgereght” door de notaris Cornelis Van der Looij residerend in Rotterdam. Dit geld  behoort voor de eigendom aan de kinderen van Margareta Luijten en voor de tocht aan hun moeder voorschreven. Verkocht voor 205 gulden Brabants Luiks eens. Ieder heeft zijn deel hiervan gekregen, met uitzondering van de minderjarige kinderen. Hun aandeel blijft in handen van de acceptant q.q. Opgemaakt in het huis van de acceptant in Hasselt in de Demerstraet in aanwezigheid van getuigen Henrick Tiers en Jan Vos, beiden inwoners van Hasselt.

 

1769, 13 juli. Folio 159r

J. B. Theunis, uit kracht van generale constitutie en namens de heer Joannes Hussen legt een notariële akte voor beschreven door notaris H. Van der donck op 11.05.1769, verzoekend realisatie approbatie en registratie.

Akte. Bij de notaris, residerend in Stevort, verschenen Franciscus, Petrus Joannes en Ferdinant Govaerts, Jan Van Cosen als man en momber van zijn vrouw Digna Goevaerts, die zich samen eveneens sterk maken voor de 2 minderjarige kinderen van Catharina Govaerts en Louwies Bosmans, beiden zaliger. Nadat op 3 mei laatstleden de notaris condities geproclameerd had, transporteren ze een stuk akkerland in Schuelen gelegen, palend de Ruerheijde 1), Gilis Smolders 2), het zusterklooster 3) en de straat 4). Het is belast met 2 ort cijns jaarlijks. Ze verkopen aan de heer Joannes Hussen, borger en inwoner van Hasselt, voor 195 guldens Brabants Luiks eens. Ieder heeft zijn deel ontvangen uit handen van de koper, met uitzondering van de minderjarige kinderen. Hun deel blijft in handen van de heer acceptant. Zelfde plaats, zelfde getuigen als in de voorgaande akte.

 

1769, 13 juli. Folio 160r

De notaris J. B. Theunis, residerend in Hasselt, beschrijft op 12.07.1769 een lening. Joannes Stappers van Schuelen, nu wonend op ’t Heulken, leent 300 gulden Brabants van de heer Joannes Hussen, koopman binnen Hasselt. Hij creëert er een rente voor van 10 gulden en een half Brabants jaarlijks, die hij hypothekeert op huis en aanhang, met 6 vaten saijens land eraan, gelegen in Schuelen te Ru, genaamd “den Minckhof”, palend ’s heeren straet O., de wed. van wijlen Joannes Stappers Z., Peter Pluggers N., Lamb. Lambrechts W. Voor de rest is het goed onbelast. Verder op al zijn andere goederen. De akte werd opgemaakt in het huis van de acceptant in Hasselt in de Demerstraet in aanwezigheid van Joannes Veltmans en Henricus Triers.

Op 13.07 legt J. B. Theunis deze akte voor ter approbatie en registratie in de naam van de heer Hussen.

 

1769, 26 juli. Folio 163r

Peter Cheijssens, zowel voor zichzelf als voor Carel Ceijssens, Jan Mullers getrouwd met Marie Catharien Ceijssen, Jordaen Hermans n.u. Aldegond Ceijssens, Jan Reijnders n.u. Marie Anna Ceijssens, Lenaert Hauben n.u. Agnes Ceijssens, item voor Theresia, Marie Cristina en Anna Cristina Ceijssens, zijn zusters en zwagers respectievelijk, releveren na de dood van Wauter Ceijssens en Catharien Vaes, hun ouders en schoonouders zaliger. Goederen: een perceel broek in Veurten onder Coorsel gelegen, genaamd “den Molenbempt”, palend die Maelbeeck Z., Aerdt Van Eubbel erfgenamen O., Peter Geerts erfgenamen N., Thomas Mentens erfgenamen W.; een perceel land in Veurthen genaamd “Steenvelt ende Bommers Lant”, palend Bernaert Ceijssens erfgenamen Z., Lenaert Schroijen erfgenamen N., Paulus Noops erfgenamen O.; een rente van 3 guldens jaarlijks op panden Aert Stevens erfgenamen n.u. Catharien Ceijssens onder Coorsel gelegen; een rente van 200 gulden kapitaal aan panden Peeter Reijnders erfgenamen in Molem gelegen, volgens gicht van 30.04.1737; een perceel land in Schuelen gelegen “die Bellemans heije” genaamd, palend “den Schamperen Bos” N., de zusters van Hasselt O. En verder alle andere goederen hier sorterend. Peter kwam voor zijn zusters en zwagers ter gichte.

 

1769, 22 juli. Folio 163v

Hubertus Hermans van Koersel is overleden. Zijn broers Jan, Peter en Matthijs Hermans releveren zijn versterf. Lambertus Lens weduwnaar van Marie Hermans releveert voor zijn 3 kinderen Jan Lens, Martinus Lens en Elisabeth Lens na de dood van hun oom zaliger. Versterf: een perceel broek gelegen onder Coorsel tegen “den Loosenbempt”, palend O., W. en N. Peeter Convents en Z. Nicolaes Schroijen n.u. Marie Rijnders.

 

1769, 01 augustus. Folio 164r

Maria Anna Van de Weijer bekent ontvangen te hebben en draagt op tot behoef van Daniel Convents een stuk land genaamd “het Neerblock” gelegen in Stal onder Coorsel, palend O. Jan Seijssens, W. de erentf. Joseph Beckers, Z. de Neerstraet, N. de erfgenamen Henricus Geerts, als pand en onderpand voor een rente van 8 guldens jaarlijks, of 200 guldens kapitaal. Valdag 1 augustus, steeds aflegbaar met gelijke kapitale som.

 

1769, 28 september. Folio 164r

Relief na het overlijden van het echtpaar Jaspar van Hout en Anna Van Schuelebeeck. Een perceel land gelegen in Stal onder Coorsel, palend O., Z. en N. de straat, W. Jan Ceijssens, wordt gereleveerd door Matthuus Van Houdt, Peter, Christien, Elisabeth, Catharina en Anna Maria Van Hout, kinderen van het overleden echtpaar.

 

1769, 22 september. Folio 169v

Elisabeth Vesters weduwe wijlen Gerard Vander Eycken van Schuelen, na voorgaand relief na de dood van Peter Vander Eijcken broer van Gerard voorschreven, geassisteerd door de heer medeschepen de la Croix tot deze akte alleen daarvoor geautoriseerd, heeft verklaard verkocht te hebben, voorzien van het hierna geregistreerd schepenoctrooi en na voorgaande publicatie in Schuelen door gerechtsdienaar Melchior Steegmans gedaan, tot behoef van Henrick Schepers en Paulus Vandermaesen Paulus sone. De verkoopcondities volgen hierna, de koopsom werd betaald en Paulus Vandermaesen en Henrick Schepers komen ter gichten.

Elisabeth verwierf octrooi van schepenen tot de verkoop op 26.01.1769, met toewijzing van schepen de la Croix. Ze staat haar tochtrecht af en verkoopt via condities opgemaakt op 06.09.1769 door openbaar notaris J. B. Theunis residerend binnen Hasselt. Verkoopt een stuk erf gelegen in Schuelen onder Reu, “groot ter maeten onbegrepen een bonder”, inbegrepen het boomgaardje en de plaats waar het huis afgebrand is. Het paalt de weide van de edele heer de Libotton, de edele heer Baron van der Heijden de Blisia N., Jan Jaers Z., Henrick Schepers W. en ’s heeren straet O. Belast met 6 guldens luijx jaarlijks aan de armen van Lummen en met 1 gulden aan het wedergedeelte “in cas wettelijck can geprobeert ende gequalificeert worden alnogh op die voorschreven geaffecteert te sijn” en met 6 denieren grondcijns.

Voorwaarden. Huurder Peter Timmermans mag vanaf Sint Andries aanstaande nog 2 jaren in zijn “taust ende veddie” gemainteneerd blijven aan 11 guldens jaarlijkse huur boven het bondergeld. Hij zal op dit goed het hout mogen kappen “dienstigh om den boomgaert te bevrijden van t geene als nu capbaer is”.

De verkoopster zal de huur van aanstaande Sint Andries nog genieten en zal zo ver de lasten en schattingen betalen. Zij reserveert zich het “aerdthoudt” op dit goed en zal het mogen laten kappen tegen aanstaande winter, behalve langs de weide van de edele heer de Libotton.

De koper moet alle kosten nodig voor de verkoop dragen, zoals kosten van octrooi en eventueel resterend relief.

Omdat de heer Hussen, koopman van Hasselt, aan de verkoopster 95 guldens geleend had, moet deze som uit de helft van de verkoopprijs op de eerste genachtendag na de verkoop door de koper worden neergeteld en teruggegeven. Het overschot, tot de helft van de koopsom, zal vervolgens tot voldoening van het octrooi moeten aangewend worden tot betaling van haar schulden en om haar kind op te voeden.

De andere helft van de koopsom zal op het goed geaffecteerd blijven aan 4% en kan niet afgelegd worden dan nadat het kind van de verkoopster zal “tot staet gecomen sijn” of 25 jaren oud zijn.

Er mag niet gehoogd worden met een bedrag kleiner dan 1 gulden.

Het goed is niet meer belast dan hiervoor beschreven staat, behalve dat er nog een servituut van doorvaart “en geleij” aan het wedergedeelte is, volgens deling.

De koper zal boven de koopsom aan de notaris 5 gulden Brabants Luiks moeten betalen boven 2 vaenen bier lijcoop en 5 stuivers godtsgelt.

De verkoopcondities werden voorgelezen in het huis van Jan Roelants in Schuelen genaamd “het Hooghhuijs” in aanwezigheid van de getuigen de heer notaris en facteur L. M. Hermans en Peeter Timmermans,

Verbleven aan Henrick Schepers van Schuelen voor 465 gulden Brabants.

Elisabeth Vesters en Peeter Timmemans verklaren niet te kunnen schrijven.

 

Octrooi.

Elisabeth Vesters weduwe van Gerard Van der Eijcken van Schuelen heeft haar man verloren toen ze zwanger was van hem. 4 maanden na zijn dood baarde ze zijn kind dat ze Peter Joannes genoemd heeft. De jongen is ondertussen 11 jaren oud. Ze heeft het niet gemakkelijk gehad en schulden moeten maken. Ze heeft het ongeluk gehad van te wonen bij Marcus Geerts toen haar huis totaal afbrandde en zij alles verloor. Ze vraagt toestemming om het goed te mogen verkopen waar haar afgebrand huis op gestaan heeft, ongeveer een bonder groot, gelegen in Reu. Ze trekt er maar 11 gulden jaarlijks huur van en bovendien moet ze hiervan nog 6 gulden jaarlijks afleggen aan de armen van Lummen. Als haar verder schulden noemt ze: 8 pattacons van zowel van huishuur als van genoten koren, boter enz. aan haar ten tijde van haar ziekte verstrekt door Peter Timmermans, aan Mathijs Jaers van genoten koren, 4 guldens 8 stuivers aan Jan Jaers, 2 guldens 10 stuivers van genoten laecken, 2 guldens 10 stuivers aan Paulus Vander Maesen van winkelwaren, aan Merten Ruijters 4 guldens van genoten winkelwaren, aan Gaspar Van der Eijcken van genoten waren, en verder nog aan de ene en de andere van bijstand; 20 guldens aan de erfgenamen van Marie Ceijssens van huishuur van haar moeder zaliger “sullende volghens overschot van seer cleijne importantie wesen”(?).

Op 4 augustus 1769 ordonneren de schepenen om over de inhoud van deze suppliek het advies te horen van de naaste vrienden van de suppliante en van haar gewezen man.

Daarna horen de schepenen het advies van Arnold Coppens en Peter Cox met Guilliam Marris, vrienden van de suppliante en van de wees. Dezen gaan akkoord met de verkoop mits medeschepen de la Croix daartoe ex gremio gedeputeerd wordt en de helft van de opbrengst zal op rente op het goed blijven staan voor het kind. Actum in consistorio den 26 januarij 1769. W.g. Eust. Timmermans, secretaris.

 

1769, 05 oktober. Folio 173v

Joannes Roelants, inwoner van Schuelen, draagt zijn huis en hof op gelegen “ontrent het geright tot Schuelen”, palend de straat O. en Z., Henrick Roelants W., Jan Roelants N., tot pand en hypotheek van een jaarlijkse rente van 4 gulden Brabants Luiks. Hij verklaart ervoor het kapitaal van 100 gulden Brabants Luiks ontvangen te hebben uit handen van Peeter Croels, inwoner van Kermpt. Valdag 5 oktober vanaf 1770. Het goed is verder belast met 4 guldens 10 stuivers aan de heer G. H. Briers van Hasselt, met 1 gulden 10 stuivers jaarlijks aan de abdij van Herckenrode en met de “heerelijcken cheijns” van de grond en gemeijne dorpslasten. Peter Croels kwam ter gichte in de rente van 4 guldens jaarlijks.

 

1769, 19 oktober. Folio 174r

Sr Henricus Van de Kerckhoff, oud-borgemeester en inwoner van Wuestherck, uit kracht van generale constitutie, heeft een notariële akte neergelegd beschreven door notaris L. M. Hermans in Herk-de-Stad op deze datum. Mangeling. Verzoekt realisatie.

Akte 19.10.1769. De edele erentfesten heer de Colard, schepen van de souveraine justitie van de stad en land van Luijck, rentmeester en administrateur van de graaf de la Marck heer van de “vrijheerlijckhijt ende baronie van Lummen, Sleijden etc.” in zijn rentmeesterschap 1) en sr. Henricus Van de Kerckhoff, oud-burgemeester van de stadt Herck, representerend bij mangeling de E.H. Joannes Coninx pastoor van Herck voor 2/3 delen in een bempt gelegen onder Schuelen genaamd “die Cleijne Roten”. Het ander 1/3 behoort aan de graaf, volgens akte van notaris H. Pijp van 13.05.1768, gerealiseerd voor de Loonse justitie van Lummen op 10.06.1768. De graaf heeft nog een bempt, daarnaast gelegen, genaamd “die Groote oft Grave Rooten”. Door deze bempden “het nieuwe rivier oft nieuwe Herck is worden gesneden, dusdanigh dat die niet meer gevoegelijck bij malcanderen en connen gebrijckt worden”, tenzij er een brug zou gemaakt worden. Dat zien ze niet zitten. Daarom maken ze de volgende overeenkomst.

De Colard verkoopt, als representant, de bempt van “die groote oft grave rooten” gelegen over de nieuwe rivier naar de kant van Herck, volgens meting en volgens de kaart 1 bonder 3 roeden en 16 cort groot. Hij paalt de nieuwe Herck N., “die Koele Herck” Z. en W., de heer advocaat Dierna O. Verder draagt hij nog het derde deel op van een stuk bempt van “die cleijne roeten”, ook over de rivier gelegen naar de kant van Herck langs “den Tellen Deijck”, volgens meting en kaart 5 roeden en 6 cort groot, palend de nieuwe Herck N., de voorschreven 23 roeden 16 cort O. en die Coel Herck Z. en W. Voor 300 guldens Brabants eens, die de eerste comparant heeft opgetrokken.

Er bovenop geeft de tweede comparant nog aan de eerste, namens de graaf handelend, 2/3 delen in de bempt gelegen onder Schuelen genaamd “die Cleijne Rooten”, naar de kant van Schuelen gelegen over die nieuwe Herck. In het geheel 19 roeden en 9 cort groot, palend de Nieuwe Herck Z., zijne excellentie voorschreven en het beneficie van canonnick Eijben O., de geestelijke leden van Herck N. en joufr. Vande laer W.

De goederen zijn onbelast tenzij met gemene lasten.

Gedaan op het kasteel in Lummen in aanwezigheid van meier de Bormans en schepen de la Croix als getuigen.

Volgt de meting, in het Frans. Te raadplegen door geďnteresseerden op folio’s 176r, 176v en 177r.

 

1769, 03 november. Folio 177r

Registratie van de verkoopcondities die Anna Tielens, bejaarde jonge dochter van Loven, hanteert voor de publieke verkoop van een stuk land van 2 vaten saijens groot gelegen binnen Coursel, genaamd “den Rouchter”. Palend Henrick Ickmans O., sr. Peeters tot Beringen Z. en N., de weduwe Van Postel W.

De verkoop gebeurt in Brabants geld: de schelling tot 7 stuivers.

In de verkoop is de dikke eik inbegrepen die op het land staat aan de noordzijde. Het land is onbelast tenzij met cijns en dorpslasten. Het goed kwam aan de verkoopster toe uit deling tussen haar zusters en broers, aangegaan binnen Loven over de goederen van haar ouders. Haar voorouders bekwamen het op 13 augustus 1714 tegen Arnoldus Borremans en Agnes Nicolaij, volgens akte gepasseerd voor P. Segers binnen Diest en gevolgde realisatie voor de schepenen van Loons recht van Lummen op 14.08.1714, ondertekend Gull. Neven secretaris en eindelijk bij transactie gepasseerd voor notaris I. B. Louijs binnen Diest op 05.09.1729 als Anna Elisabeth Borremans en Valentijn Borremans, beiden kinderen van Arnoldus en Agnes Nicolaij voorschreven, het land wilden komen reclameren. Ze stonden toen al hun rechten op het land af tot behoef van jouffr. Anna Segers weduwe van de heer Joannes Tilens, grootvader en grootmoeder van de verkoopster.

De huurder heeft nog recht tot Sint Andries 1770 op 9 schellingen jaarlijks boven de lasten en de cijns.

Deze verkoopcondities werden voorgelezen op 22.08.1769 ten huize van de weduwe Jan Rijnders, maar het land bleef onverkocht. Op 23.08 nam de weduwe van Jan Rijnders voorschreven deze koop aan voor 185 guldens Brabants geld boven een ton bier lyfcoop en een pistoel voor conditiegeld. Actum in Coursel in aanwezigheid van Petrus Jacobs en Henricus Mattheus Rijnders als getuigen. Ondertekend door Ida Convents vrouw van Jan Rijnders, Marie Anna Tielens, H.M. Rijnders, Peeter Jacobs en de notaris.

Onderaan volgt de kwitantie. Maria Anna Tielens verklaart uit handen van notaris Deckers, die betaalt in de naam van Ida Convents wed. Jan Reijnders, de som van 185 guldens Brabants courant geld ontvangen te hebben als koopsom voor het stuk land dat zij haar verkocht. Opgemaakt in Loven op 27.08.1769.

Op 03.11.1769 legt medeschepen Wouters, uit kracht van generale constitutie, voor de schepenen Loons recht van Lummen de verkoopcondities en verkoopakte voor, beschreven en ondertekend door notaris Deckers, verzoekend realisatie en approbatie.

 

1769, 15 november. Folio 180v

Catharina Elisabeth Claes, Odilia Claes verzoeken te releveren na de dood van hun ouders Michiel Claes en Catharina Tielemans zaliger: een perceel land gelegen in Coorsel onder Vurten, palend O. de E.H. pastoor van Coorsel en Gerardus van Lauw, W. ’s heeren straet, Z. Jaspar Rijnders, N. de erfgenamen Thomas Thielens.

 

1769, 16 november. Folio 180v

De heer L. M. Hermans, uit kracht van generale constitutie, legt een notariële akte neer gepasseerd voor hemzelf op 09.07.1769, in verband met een transport tot behoef van Joannes Van Dormael door Francis Caerlens en consorten gedaan, verzoekend realisatie en approbatie.

Akte. Notaris L. M. Hermans resideert in de stad Herck. Franciscus Caerlens, Isabella Caerlens, Joanna Caerlens, beiden meerderjarige jonge dochters, en Jan Peeters als man en momber van Catharina Caerlens, afwezig maar de anderen handelen in haar naam evenals voor hun zuster en zwagerin Marie Elisabeth Caerlens, eveneens afwezig, dragen na afstand van tocht door hun vader Vincent Caerlens op hen gedaan, een bempt op gelegen in Schuelen. De vader deed afstand van tocht via akte van notaris Van Leeuw van Kosen op datum van gisteren, 08.07.1769. Deze bempt wordt gewoonlijk “die Leghtien” genoemd en is ongeveer een sille groot. Hij paalt de heer Hussen W., “die Kriekens Laeke” N., de heer Roelants van Hasselt O. De gemeente van Schuelen bezit deze bempt nu wegens “faut van schattinge” en de koper zal het purgement tegen de gemeente tot last hebben. Ze dragen deze bempt op tot behoef van Gerardus Renott, inwoner van Schuelen, in de naam van de heer Joannes Franciscus Van Dormael, rentmeester en ontvanger van de Heeren Staeten van Brabant, die het gekocht heeft. In zijn naam is sr. Joannes Kenens present, zijn geconstitueerde, die accepteert in de naam van Van Dormael voor 150 guldens Brabants eens. Koopsom werd betaald in goed gangbaar zilver en goud. Ze garanderen dat het goed uit hun hoofde aan niemand is belast, als waarborg gesteld of veronderpand. Opgemaakt in het huis van Marten Audebrouckx onder Schuelen, genaamd “het Voorsten Huijlken ?”, in aanwezigheid van Peter Smets van Linckhout en van Joannes Franciscus Schroijen als getuigen. Om onenigheid te voorkomen zal de koper zowel voor de verteerde lijckop, als voor de akte en kopij van protestatie betalen en voor het verteer van deze dag, 10 guldens. Handtekeningen van Francis Caerlens, Joannes Peters, J. G. Caerlens, een x-teken van Isabella Caerlens, Jan Kenens voor mijnheer van Dormael, Joannes Franciscus Schroijen, Peeter Smets en de notaris.

 

1769, 16 november. Folio 182v

Facteur J. B. Theunis legt uit kracht van generale constitutie een notariële akte voor door hemzelf beschreven op 07.11.1769, verzoekend realisatie.

Akte. Bij de notaris, residerend binnen de stad Hasselt, verscheen Marie Stappers dochter van wijlen Francis Stappers en Helene Vos van Schuelen die verklaarde ongeveer 45 jaren oud te zijn. Ze draagt in notarishanden haar recht af van purgement en andere pretentiën tot het huis, hof en bijbehorende generaliteit van goederen onder Schuelen gelegen, afgekomen van wijlen haar moeder Helene Vos voorschreven en van haar oom Henrick Vos. Deze goederen zijn rond het jaar 1717 “geevinceert oft gedesaiseert” voor de schepenen van Loons recht van Lummen door de heer H. Van Henis zaliger, in zijn leven schepen van Hasselt, wegens achterstal in de betaling van een rente die hij erop trok. Ze staat het purgement af aan de heer Joannes Hussen, koopman binnen de stad Hasselt, en verzaakt aan al haar rechten erop. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de heer acceptant in aanwezigheid van de getuigen Henrick Tiers en Machiel Corthauts.

 

1769, 16 november. Folio 183v

Herman de Meer, inwoner van de jurisdictie van Donck, heeft, na voorgaand relief, aan de schepenen een extract voorgelegd uit het gichtregister van de schepenbank van Wuestherck van 23.10.1769. Het gaat om 2 verschillende notariële akten gepasseerd voor notaris Joannes Henricus Van Langenacken. Het eerste dateert van 15.07.1769, het tweede van 30.09.1769. De Meer verzoekt realisatie en approbatie.

Extract. 23.10.1769 voor scholtus en schepenen van de jurisdictie van Wuestherck verscheen Hermannus de Meer, inwoner van Donck, die 2 akten neerlegde.

De eerste, van 15.07.1769, werd beschreven door notaris Joannes Henricus Van Langenaken van Sint-Truijden. Joannes Nicolaus Wuesten en Simon Bellenvox zijn mombers van de minderjarige kinderen van wijlen de heer Joannes Franciscus Van der Hucht, bij leven doctoor in de medecijnen en oud-borgemeester van Sint-Truiden, en zijn vrouw Gertrudis Elisabeth Wuesten zaliger. Uit kracht van octrooi verleend door de heer officiaal van Luik en met de bedoeling om een rente te redimeren tot last van de weeskinderen, verklaren ze te verkopen tot profijt van Hermannus de Meer, inwoner van Donck, een stuk land aan de wezen toebehorend gelegen in Schuelen en genaamd “het Perdtien”. Het paalt ’s heren straet O., de Kercke Steege Z., de Leijne Stege W. en Jacobus Opree en Petrus Mees N. Voor de som van 1800 gulden Brabants eens boven de last van 8 gulden Brabants jaarlijks aan Marie Catherien Gobben en de grondcijns. De koper moet de last dragen vanaf het jaar 1769 en zal daarom ook de huur genieten. De verkopers verklaren 1000 guldens Brabants ontvangen te hebben. De koper zal binnen de maand de resterende 800 guldens moeten betalen. Opgemaakt in het huis van Joannes Nicolaus Wuesten in Sint-Truiden, genaamd “den Wilden Man” in de Brusthem Straet in aanwezigheid van de getuigen Gerardus Beckers en Barbara Claes.

De tweede akte, gedateerd 30.09.1769, is van dezelfde notaris. Joannes Nicolaus Wuesten, momber van de weeskinderen van wijlen de heer Joannes Franciscus Van der Hucht en van wijlen Gertrudis Elisabeth Wuesten, verklaart uit handen van Hermannus de Meer de resterende 800 guldens ontvangen te hebben van de bovenstaande verkoop. Opgemaakt op dezelfde plaats als boven in aanwezigheid van de getuige de heer Defreine, in de medecijnen licentiaet.

 

Volgt een apostille in het Latijn, ondertekend door de Hasselbroeck.

 

Volgt een extract uit een cijnsboek toebehorend aan de Prinsbisschop.

Het cijnsboek draagt als opschrift: “Cheijnshoff van groot Gulick vallende op St. Jans evangelisten dagh te Kersmisse”. Op folio 43 staat daar de volgende tekst:

“Schuelen         in de selve steege te linckerhandt jouffr. relicta secretaris Wuestens van St. Truijden voor sr Nicolaus Wuestens voor Michiel ende Dirick Palmars van eene hoeve gelegen tot Schuelen genaemt het Perdtie voormaels genaemt het Puttvelt daer voor desen eene winninge heeft opgestaen regenoten die twee steegen ende den grooten wegh naer Lummen ende de erfgenaemen van Henrick Huveneers           gelt II denier”

Ondertekend door G. H. de Fraiture, cijnsmeier in de hoff van Gulick, per extractum. Ter zijde stond: “geldt cheijns aen sijne excellencie 1 ˝ capuijn II gansen”.

 

1770, 25 januari. Folio 187v

Verkoopcondities van 11 december 1769.

Maria Smeedts wed. Cornelis Cauberghs, uit kracht van geapprobeerd testament voor de schepenen ten Loons recht buiten vrijheid, zal na voorgaand kerkegebod publiek met hogen en uitgang van de brandende kaars aan de meestbiedende een bempt verkopen omtrent “den Bremtenwijer” in Coursel gelegen. Hij paalt Jan Schepers O., Henricus Truijens W., de heide Z. en Jespar Knaep N. Hij is niet belast tenzij met schattingen en grondcijns. Aan te slaan half maart eerstkomend, met 2 brieven “schettingen”, op volgende condities. Gerechtsdienaar Peeter Oriaens zal het perceel oproepen en het zal aan de meestbiedende bij “een mael ander mael derde mael” worden toegeslagen, tenzij het niet aan zijn waarde komt. Het goed zal geproclameerd worden op de gewoonlijke plaats van 14 dagen tot driemaal 14 dagen. Op de eerstvolgende genachtendag zal de kaars over de koop ontstoken worden en gebannen en na de uitgang zal het goed verblijven aan degene bij wiens bod de kaars uitging. De originele koper zal zijn voorhogen hebben en daarna kan iedereen naar believen hogen tot uitgang van de kaars, iedere hoge 2 guldens Brabants Luiks te verdelen tussen hoger en verkoper naar oude gewoonte.

De gichte zal onmiddellijk na de kaarsbranding volgen en dan moet ook de totale koopsom voldaan worden in zilveren of gouden stukken, met de rechtsonkosten zoals gichtgeld, pontgelt, kaarsbranding, roepgeld 1 gulden, voor conditiegeld en kopij ervan 3 gulden, 5 stuivers godtsgelt en 8 guldens lijcoop, alles zonder korten.

Het goed is niet belast tenzij met schattingen en cijns, die de verkoopster tot dag van gichten belooft te betalen. De condities werden voorgelezen in het huis van Jan Lemmens op die Witterswinninge tot Coursel in aanwezigheid van Joannes Reijnders en Jespar Smeedts als getuigen. Ondertekend door notaris J. Nulens.

Op dezelfde dag biedt Anthoon Van Herck 175 guldens Brabants Luiks, waarop de verkoopster hem de palmslag heeft vergund. Aanstonds verbeterde hij zijn koop met 5 hogen. Getuigen Joannes Reijnders en Peeter Dries.

Op 25 januari.1770 werden deze condities en de verkoop ingebracht ter realisatie, wat daarop gebeurde.

 

1770, 25 januari. Folio 191v

Anthoon Van Herck draagt de voorschreven bempt op tot behoef van Melchior Geerts, die deze vandaag vernaderde. Ten volle voldaan van zijn “gedebourseerde”.

 

1770, 11 januari. Folio 192r

Akkoord tussen de gemeente van Schuelen en de baronnesse de Blisia, gesloten op 10.03.1768. De E.H Henricus Lenaerts legt het verdrag voor dat op die datum beschreven werd door notaris L. M. Hermans en de akte van constitutie van 3 maart 1768.

Verdrag van 10 maart.

Namens mevr. douariere van de Hoogh Edele hooghgeboren heer baron van der Heyden de Blisia, heer van Loije, Reckhoven etc. treedt de heer Henricus Lenaerts priester en haar rentmeester op. Aan de andere zijde vinden we Gerardus Oijen en Herman Vandereijcken, regerende borgemeesters van Schuelen voor de inwoners van Schuelen, volgens constitutie van de hand van hun gemeenteschrijver Peeter Pluegers van 03.03.1768. Zij hebben vertoond dat de baronnes zinnens in “tot een straet en een ambellisement van haere goederen van intentie is eene drefte te maeken van haer adelijck casteel van Loije voorschreven linea recta op Rue door haere bempden aldaer tuschen haer casteel en dito Rue liggende wesende gemeijne bempden, waer op vervolgens dito gemeijnte den aerdt hebben en die selve door henne beesten meugen doen patureren van St. Gilis tot half meij ende den eijgendom aen dito edele mevrouw voorschreven competeert”. De barones wil haar zin niet doordrijven, maar wil een akkoord met de gemeente.

De Schulenaren gaan ermee akkoord dat ze haar dreef zal maken en beplanten met bomen zoals het haar belieft en dat ze aan weerszijden voor de verhoging van de straat een “rioele” of gracht mag laten uitschieten van 1 voet breed en 1 voet diep, maar niet breder dan 1,5 voet. De bomen zullen tot haar profijt en dat van haar nakomelingen zijn. Ze zal moeten zorgen dat ze beschermd zijn tegen beschadiging door beesten want eventuele beschadiging is tot haar last. De paturagie en de aerdt blijven zowel in de bempden als in de dreef tot profijt van de gemeente, zoals het altijd geweest is. Hiervan moet de barones hen een schriftelijke en gerealiseerde akte kosteloos vertrekken. Opgemaakt in Schuelen in de pastorij in aanwezigheid van E.H. pastoor Joannes Bollen, Peeter Plaegers koster van Schuelen en de heer Joannes Baptista Vande Laer, secretaris van Wuestherck, als getuigen.

Constitutie gegeven en opgenomen door de regerende borgemeesters van Schuelen Hermanus Vandereijcken en Gerardus Oijen, die het dorp van Schuelen rond gingen op 02 maart om handtekeningen te verzamelen van alle gemeijntenaren. De gezworen gemeenteschrijver schrijft de namen, aan de hand van hun handtekeningen of handtekens, neer: Henricus Roelants, Matthivis Oppre, Fransus Vrancken, Paulus Vrancken, Lambertus Lambrihs, Agatha van Cosen relicta Machiel Cox, Jan Hoens, Joes Jaers, Jan van Schoonbeeck, Petrus Motmans, Petrus Somers, Gerardus de Mot, Petrus Gijsens, Arnoldi Enckels, Andreas Tijs, Andries Giers, Petrus Timmermans, Joannes Drooghmans, Joannes van Brabant, Jacobus Broers, Martinus Serdonx, Gerardus Wirix, Guilhelmus Berten, Petrus Cox, Guilhelmus Buntinx, Philippus Van Roije, Joannes Vernens, Nicolaus Spex, Joannes Koninx, Arnold Was, Petrus Jacobs, A. Baerts, Joannes Van der Eijcken, Henricus Grooten, Aegidius Martens, Henricus Vos, Catharina Brouckaers relicta Jan Cox, Joannes Van Hove, Joannes Roelants, Christiaen Maris, Petrus Peeters, Ambrosius Kercken, Joannes Cleeren, Franciscus Vaes, Lambertus Vrancken, Petrus van Swartenbrouck, Joncker Deblang, Lambertus Verneijns, Dominicus Hermans, Marie Hendrix relicta Guilliam Verneijns, Joannes Vandereijcken, Libertus Maris, Gerardus Renotte, Jacobus Smets, Hijrome Grauls, Willem Pansers, Marie Swennen relicta Joannes Smets, Jan vande Putte, Henricus Vannes, Michael Aerts, Gertrudis Jans relicta Michael Ponet, Martinus Berten, Hendrick Burghs, Petrus Vandereijcken, Joannes Roelants, Wautherus Bex, Martinus Ruijters, Leonardus van Swartenbrouck, Jaspar Vandereijcken, Johannes Luijten, Andreas Colen, Fransus van Swartenbrouck laet toe voor de drefte te planten, Joannes Colen, Joannes Lambrechts, Anna Clara Hermans, Joannes Wijens in den naeme van mijne moeder, Petrus Van delaer, Jan Luijten. Ondertekend door gemeenteschrijver P. Pluegers.

De onderstreepte namen werden door de betrokken personen zelf geschreven.

Aansluitend constitueren de gemeentenaren van Schuelen op 03.03.1768 hun borgemeesters Hermanus Vandereijcken en Gerardus Oijen om in hun plaats het akkoord over de dreef te maken met de baronnes. Ondertekend door Petrus Pluegers, gemeenteschrijver van Schuelen en door L. M. Hermans, notaris, ter verificatie.

 

1770, 11 januari. Folio 195r

De heer L. M. Hermans legt een notariële akte neer beschreven door notaris H. Pijp op 16.12.1769 i.v.m. een opdracht door de comparant ten behoeve van de heer G. H. Briers, hierna geregistreerd. Verzoekt realisatie en approbatie.

Akte. 16.12.1769, voor de notaris binnen Hasselt residerend, verschijnt de heer Laurentius Hermans oud-burgemeester van de stad Wuestherck, die in notarishanden tot behoef van de heer Gerardus Hubertus Briers een half bonder bos opdraagt, genaamd “Schrooten Bosch”. Het ligt tegenover de Sint Joris Capel onder Schuelen, palend Lenard Villici met 2 weiden door welke dit bos zijn vaart heeft, de grachten hierbij 1), de weduwe Hanson 2), Arnold Baerts 3), Herman Van der Eijcken en Peeter Plugers 4). Het goed is niet belast tenzij met 7 denieren cijns aan de graaf van der Marck op het kasteel van Lummen te betalen. Verkocht voor 388 guldens en 5 stuivers, die betaald werden in presentie notaris. Opgemaakt in het huis van de koper in aanwezigheid van de getuigen Martinus Pulinx van Schuelen en Gertruyt Bastiaens. De verkoper belooft op dag van gichten zijn vrouw Maria Gertrude Van Melbeeck te zullen doen instemmen.

Op 11.01.1770 heeft medeschepen Delacroij “gerelateert” dat de echtgenote de akte in al zijn punten erkent.

 

1770, 12 januari. Folio 196v

Relief van Thomas Thielens kinderen: Elisabeth Thielens, Peeter Lemmens nomine uxoris Marie Thielens, Willem Van Genuchten manmomber Cathrin Thielens en de erfgenamen van Jasper Thielens zaliger: Petrus Thielens, Anna Maria Thielens, Catharina Thielens. Ze releveren na het overlijden van Thomas Thielens en Elisabeth Thielemans hun ouders zaliger. Het gaat om volgende percelen:

 

1770, 18 januari. Folio 197r

Relief na het overlijden van Jan Smeets en Aldegond Gielens, beiden zaliger. De kinderen wonen in Hechtel: Jan Bosmans n.u. Allegondt Smeets en Leonardus Haenegreff n.u. Gertrudis Smeets. Ze releveren: 1) een perceel broek genaamd “het Kesken” gelegen tegenover den Hooghen Bosch, palend O. Jan Van Hemel van Hechtel, W. Simon Seyssens, Z. s’heeren aert, N. Willem Leijten; 2) een perceel broek gelegen op den Overslagh, palend O. Jan Smeets, W. Drick Neten en Gerardus Fransen, Z. de erfgenamen Jan Truijens, N. de Maelbeeck; 3) een perceel broek gelegen op den Overslagh genaamd “het Torfbrock”, palend O. Hendrick van de Loe, W. de erfgenamen Jan Comans, Z. Aert Truijens, N. de Maelbeeck.

 

1770, 18 januari. Folio 197r

Relief na het overlijden van Henderick Smeets en zijn echtgenote Catharina Noops. Ze hebben een dochter Anna Maria Smeets, die releveert: 1) een stuk land in Stal gelegen, palend O. jouffr. Beckers van Beringen, W., Z. en N. s’heeren aert; 2) een perceel land gelegen in Coorsel, palend O. Antoon Seyssens, W. de erfgenamen schepen Jan Rijnders, Z. de gemeijnten aert van Coorsel, N. s’heeren straet; 3) een perceel broek gelegen in Coorsel genaamd “de Groote Thus”, palend O. Gerardus van Houd, W. de heer commissaris Wouters van Beringen, Z. Maria Digna Rijnders, N. de aldebeeck.

 

1770, 25 januari. Folio 197v

Verkoopcondities van 11.12.1769, notaris J. Nulens. Uit kracht van “geapprobeert” testament zal Maria Smeets relicta Cornelis Cauberghs vandaag publiek, na voorgaand kerkegebod, met hogen en uitgang van de branden kaars verkopen: een stuk land genaamd “het Nieuw Goet” achter die Witterswinninge in Coursel gelegen, palend O. en Z. de gemeijn heijde, Jan Put W., het erf van de verkoopster N. Het is niet belast tenzij met schettinge en s’heeren grontceijns. Aan te slaan half oogst toekomend, met een brief schetting. Het perceel zal door gerechtdienaar Peeter Oriaens opgeroepen worden en aan de meestbiedende toegeslagen, tenzij het niet op zijn waarde komt. In dat geval zal het geproclameerd worden van 14 dagen tot 3 maal 14 dagen op de gewoonlijke plaats en de kaars zal op de eerstvolgende genachtendag ontstoken worden, zodat hij bij uitgang van de kaars kan toegewezen worden. De originele koper zal zijn voorhogen hebben, daarna kan iedereen zoveel hogen stellen als hem zal believen tot de uitgang van de kaars. Iedere hoge van 2 gulden Brabants Luiks. De schepenen beslissen bij onenigheid. De gicht zal dadelijk na de kaarsbranding plaatsvinden en dan moet de totale koopsom betaald worden met alle kosten in verband met de verkoop geschied. Deze kosten omvatten gichtgeld, pontgelt, kaarsbranding, roepgeld 1 gulden, voor conditiegeld en kopij ervan 3 guldens, 5 stuivers godtsgelt, 2 guldens voor lijcoop; alles zonder korten aan de koopsom.

Publiek voorgelezen ten huize Jan Lemmens, op die Witterswinninge in Coursel, in aanwezigheid van de getuigen Joannes Reynders en Jespar Smeedts.

Op dezelfde dag biedt Henrick Tielemans de som van 31 guldens Brabants Luiks, waarop hij de palmslag krijgt. Hij verbetert zijn koop met 1 hoge. Zelfde plaats, getuigen Joannes Reijnders en Peeter Dries.

25.01.1770 werd deze akte neergelegd ter realisatie en registratie door de schepenen.

 

1770, 25 januari. Folio 199r

Relief na het overlijden van de ouders Mattijs Schepers x Catharina Van Hielen door:

Hendrick Schepers

Arnold Wijns x Marie Schepers

Nicolaes Bosmans x Marie Catherina Schepers

Hendrick Borghs x Maria Elisabeth Schepers.

Ze releveren de goederen van hun ouders waar hun moeder Catharina Van Hielen onlangs uitgestorven is:

 

1770, 08 februari. Folio 201r

Er wordt een suppliek voorgelegd met opgevolgd octrooi voor Jan Drooghmans.

Jan Drooghmans, inwoner van Schuelen, heeft veel schulden. Hij somt ze op: 80 guldens aan de edele heer de Libotton van land- en weihuur, aan de baron de Blisia van “winningh hure” 158 guldens, aan notaris Drooghmans omtrent 40 guldens van een gekochte koe, aan notaris Vaesen van gekochte varkens 17 guldens, aan de E.H. pastoor van Schuelen 25 guldens van “hoeij wasch”, een 6 ŕ 7 jaren verlopen rente van 10 guldens aan de heer Cox en nog andere kleine schulden. Hij kan deze onmogelijk betalen, tenzij hij andere oplossingen zoekt. Hij ziet zich genoodzaakt om zijn huisje met aangelegen bloek te verkopen, 3 vaten saijens groot gelegen onder Kermpt, genaamd “den Hongers Bergh”. Het is al belast met 10 guldens jaarlijks aan de heer Cox van Hasselt en het goed was hem aangekomen na de dood van zijn ouders zaliger. Om het goed te verkopen heeft hij toestemming nodig van deze schepenbank, als zijn domiciliaire rechters, en verzoekt daarom octrooi. Hij vreest dat hij het goed anders door uitwinning zal kwijtspelen en dan houdt hij er niets meer van over voor de opvoeding van zijn kinderen. “… soo sisteren (bijstaan) sigh alhier in judicio Arnold Drooghmans des opponents broeder ende den eerw. heer pastoor van Schuelen welcke den last door wijlen Leonard van Swartebrouck hem opgeleijt om ul. heeren te relateren, en naeste vrinden van voors. kinderen om den inhoud deses te affirmeren…”.

Nadat de voorschreven verklaring werd voorgelezen aan Arnold Drooghmans, broer van de exponent, en aan de E.H. Joannes Bollen pastoor in Schuelen, heeft de eerste onder eed bevestigd in handen van medeschepen Kenens en de tweede “manu ad pectus sacerdotale oppositia” geaffirmeerd en geratificeerd.

De schepenen geven macht en permissie aan Jan Drooghmans tot verkoop van huis met aangelegen blook. Als er boven de voorgenoemde schulden nog geld resteert, moet het aangelegd worden voor de voorkinderen van de suppliant.

 

1770, 20 februari. Folio 203v

Joannes Reijnders, Peeter Reijnders, Henderick Rijnders en Jan Rijmen n.u. Elisabeth Rijnders verzoeken te releveren na de dood van hun ouders zaliger Henderick Rijnders en Elisabeth Reckens al de goederen op hen verstorven:

  1. een perceel trofbroeck genaamd “den Peersen Bempt” gelegen in Coorsel, palend O. Joannes Valentijn Wouters, schepen, en Guielmus Pelsers van Beringen, W. Margo van Herck, Z. s’ heeren aert de heyde, N. de beek.
  2. een perceel broek genaamd “het Lanck Venneken” gelegen aan het Overlenderken onder Coorsel, palend O. de erfgenamen Henderick Stevens, W. Joannes Convents en de erfgenamen van jouffr. begijntje Beckers, Z. Jan Rijnders, N. de erfgenamen van heer Seijssens.
  3. een perceel broek genaamd “den Klerck” onder Stal gelegen, palend O. de erfgenamen van Jan Seijssens, W. de erfgenamen van Paulus Lemmens, Z. de erfgenamen van Jan Knaep, N. de Maelbeeck.
  4. een perceel land genaamd “Larossens Hoeff” onder Coorsel, grenzend O. Jaspar Vaes, W. de weduwe van Henderick Stevens, Z. Carel Dries, N. Geert Vaes.
  5. een perceel land genaamd “de Achterste Hoeff” gelegen onder Coorsel, grenzend O. de erfgenamen van Henderick Gijbels, W. Anthoen van Herck, Z. s’ heeren straet, N. de weduwe van Henderick van Postel.
  6. een perceel land genaamd “den Rochter” gelegen onder Coorsel, palend O. de weduwe Henderick Van Postel, W. het Straetien, Z. en N. Guielmus Pelsers van Beringen.
  7. een perceel land genaamd “de Oude Hoeff” gelegen onder Vurten, O. de weduwe van Henderick van Postel, W. Arnold Luijten van Mueven (Meeuwen), N. en Z. s’ heeren straet en de heer Wendelen van Solder.
  8. een huis gelegen op de Vurtensche schans, O. den Steenwegh, W. en Z. de schansveste, N. de erfgenamen Michael Claes.
  9. een perceel broek onder Coorsel gelegen, O. Jan Gijbels, W. en Z. de erfgenamen van Henderick Gijbels, N. Adriaen Peeten.

 

1770, 22 februari. Folio 204r

Jan Lambrechts legt een akte voor beschreven op 21.01.1770 door notaris L. M. Hermans, verzoekend realisatie en approbatie.

Akte. Bij de notaris, in Herck residerend, verscheen Jan Wijens, inwoner van Donck die geboortig is van Schuelen. Hij verklaart verkocht te hebben een stuk land gelegen onder Schuelen in die Neerstraet, genaamd “het Heufkens”, 2 vaten saijens groot. Het paalt Herman De Meer O., s’ heeren straet Z., Mathijs Strampers W. en “die Spoę” N. Verkocht aan Joannes Lambrechs, inwoner van Schuelen, voor 125 guldens Brabants eens. Over het veertiende deel van dit goed is er onenigheid. Dat zal dan ten goede komen aan de verkoper of aan degene die het toebehoort. Het geheel is belast met 100 gulden kapitaal aan de erfgenamen van Sr. Wuesten van St. Truijden, met 16 stuivers jaarlijks aan de fabriek van de stad Herck, 16 stuivers jaarlijks aan de fabriek van Schuelen en een pint smout aan dezelfde, een keur aan de graaf de la Marck en grondcijns. Opgemaakt in het notarishuis in Herck genaamd “den Keijser” in aanwezigheid van Marie Gertrudis van Melbeeck en Jan Somers, als getuigen.

 

1770, 29 maart. Folio 205v

Joseph Beckers x Catharina de Hoogh zijn overleden. Relief van hun goederen onder Stal door hun kinderen Jan Beckers en Bernardus Seijssens x Catharina Beckers. Het gaat om een perceel land onder Stal, omtrent “den Valentijn” genaamd “’t Block”, palend O. Maria Anna van de Weijer, W., Z. en N. ’s heeren straet; een perceel land gelegen onder Stal genaamd “het Wouters Velleken”, palend O. Matthijs Gielen, W. s’ heeren straet, Z. Nielen Convents, N. de heide; een perceel broek gelegen in Castel, palend O., W., Z. Jan van de Bergh, N. Aert Witters; een perceel broek gelegen omtrent de Stalsche schans, palend O. Henderick Seijssens, W. Maria Smeets, Z. Jasper Smeets, N. de Maelbeeck.

 

1770, 05 april. Folio 207r

Sr. J. B. Theunis legt uit kracht van generale constitutie een notariële akte voor, voor hem als notaris gepasseerd op 01.04.1770, verzoekend realisatie.

Akte. De notaris resideert in Hasselt. Joannes Stappers, zoon van Renier, inwoner van Schulen op ’t Heulken, verklaart uit handen van de heer Joannes Hussen, koopman binnen de stad Hasselt, de som van 200 gulden Brabants Luiks ontvangen te hebben. Hiervoor draagt hij hem een jaarlijkse rente van 7 guldens Brabants op. Die hypothekeert hij op huis, hof en aanhang gelegen in Schuelen genaamd “den Munck Hoff”, in Rée (!). Het geheel is 6 vaten saijens groot, paalt s’ heren straet O., de wed. Joannes Stappers Z., Peeter Plugers W. en Lamb. Lambricts N. Het is reeds belast met 10 guldens en 10 stuivers jaarlijks aan dezelfde heer Hussen. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de acceptant in aanwezigheid van de getuigen Catharina Agnes Kemp en Cecilia Forier.

 

1770, 01 mei. Folio 208r

Er wordt een verkoopsakte voorgelegd ter registratie. De akte is gepasseerd voor notaris Nulens op 29.03.1770.

Condities. Peeter Ceijsens, Joannes Reijnders man en momber van Maria Anna Ceijsens en Leonardus Houben als man en momber van Agnes Ceijsens, die zich allen sterk maken voor hun afwezige consorten  - volgens octooi verleend door de schepenen van Solre in faveur van Maria Catharina Ceijsens wed. Joannes Mullens (dit octrooi zou hierbij gegaan zijn, maar werd niet geregistreerd) – zullen op heden, 29.03.1770, na voorgaand kerkengebod publiek aan de meestbiedende met hogen en uitgang van de brandende kaars een stuk land verkopen gelegen in Vurten onder Coursel. “Het Boomers landt” paalt Peeter Noops O., Christiaen Swerts W., Peeter Henrix Z. en Catharina Sroijen N., los en vrij op schattingen en grondcijns na. Aan te slaan half oogst 1771, met schettinge volgens “landts constuijm” en de koper zal op Sint Andries 1770 4 halsters koren trekken.

Het goed zal door de gerechtsdienaar worden opgeroepen en aan de hoogste bieder worden toegeslagen, tenzij het niet aan zijn waarde komt. In dat geval zal het onverkocht blijven of zal het geproclameerd worden en na proclamatiën zal op een genachtedag die hen past de kaars ontstoken worden en het goed worden toegewezen aan degene die op het ogenblik dat de gebannen kaars uitgaat aan bod is.

De originele koper zal zijn voorhogen hebben en daarna mag iedereen hogen tot de uitgang van de kaars. Iedere hoge geldt 2 guldens Brabants Luiks, te verdelen tussen hoger en verkoper.

Onmiddellijk na de kaarsbranding moeten de koopsom met alle hogen betaald worden, evenals alle onkosten met betrekking tot deze verkoop. Het gaat om pontgelt, keirsbranding, gichtgelt, roepgelt 1 gulden, conditie en kopij 3 guldens, 5 stuivers godtsgelt en 5 guldens lijcoop te verbruiken ten huize van de wed. Jan Claes in Vurten nadat de palmslag zal gegeven zijn, zonder te korten aan de koopsom.

Indien de koper het goed niet zou kunnen betalen, dekken de verkopers zich in. Ze zullen het goed opnieuw mogen verkopen en de kosten verhalen op de onsolvabele koper. Er zijn behalve cijns en schattingen geen uitgaande lasten. Deze condities werden voorgelezen in het huis van de wed. Jan Claes “de Trompet” in Vurten onder Coursel, in aanwezigheid van de getuigen Joannes Swerts en Mighiel Claes.

Op deze dag, 29.03.1770, biedt Peeter Dries 200 gulden Brabants Luiks. Hierop wordt hem door Peeter Ceijssens in naam van de verkopers de palmslag verleend. De koper verbetert zijn koop met 10 hogen. Getuigen: Mighiel Claes en Christiaen Swerts.

Op 1 mei werd deze akte ingebracht ter realisatie.

 

1770, 01 mei. Folio 210r

Op dezelfde plaats en datum en onder dezelfde condities als bij de vorige akte wordt door dezelfde partijen nog een bempt verkocht. Hier is echter sprake van Marie Christina Ceijssens en niet “Maria Catharina”. Het gaat om “de Molenbempt” in Vurten, palend Henrick Lekens O., de wed. Henrick Geerts W., die Maelbeek Z. en Adriaen Peeten N. Los en vrij van lasten, tenzij cijns en schattingen. Aan te slaan op dag van gichten. De huurder zal het goed evenwel nog een jaar mogen huren en ervoor de schattingen en 8 gulden huur betalen. De kosten zijn dezelfde als hierboven.

Condities voorgelezen in aanwezigheid van Joannes Swerts en Mighiel Claes.

Henrick Lekens krijgt op 29.03 de palmslag van Peeter Ceijssens en consorten voor 321 guldens Brabants Luiks. Hij zet aanstonds nog 5 hogen. Getuigen Peeter Cops en Christiaen Swerts. De verkoop wordt op 1 mei door de schepenbank gerealiseerd.

 

1770, 07 mei. Folio 212v

Arnoldus Baerts legt uit kracht van generale constitutie namens Willem Bijnens een akte voor gepasseerd voor notaris Arnol Drooghmans op 15.02.1770. Hij gaat om de verhuur van een winninge en bijbehorende landerijen door Anna Clara Hermans wed. Jan Joors, Schulen, aan haar schoonzoon Willem Bijnens.

Akte. Ze verhuurt haar winninge met bijgaande bouwsels en landerijen gelegen in Schuelen. Het gaat om “den wenhof” grenzend aan de winning, een stuk land genaamd “de Kuijlen”, een stuk land genaamd “Uffellandt”, een ander “Tichelrey”, het “Schremmers Veld”, een half bonder in “Bertus Hof”, een half bonder bampt genaamd “den Haubampt”. Verhuurd voor een termijn van 3 opeenvolgende jaren; het huis vanaf half maart en de landerijen vanaf half oogst, beide aanstaande. De termijn zal eindigen als de vruchten, zowel de harde als de zomervruchten, zullen afgedaan en ingeschuurd zijn. Jaarlijks 40 pattacons of 160 guldens Brabants Luiks huur, te betalen voor het eerst half maart 1772. De huurder moet de schattingen en dorpslasten betalen en bovendien jaarlijks nog aan de Armen van Wuestherck 8,5 vaten koren. Jaarlijks moet de huurder 2 karren walmen, iedere kar van 800 ponden genomen, steken op de daken van de gebouwen waar nodig. Hij moet de lemen wanden onderhouden, zowel binnen als buiten “de vitsen en placken”. De verhuurster moet daarvoor wel de nodige latten, vitsen en nagels leveren. Mocht er een gedeelte volledig vernieuwd moeten worden, zal het tot last zijn van de verhuurster alleen. De aannemer zal het oude dakstro zelf mogen gebruiken. De verhuurster mag het gebruik houden van een kamer, mits de huurder daardoor zijn vrije doorgang zal hebben. Der huurder mag alle “vettie ende mest” gebruiken dat hij zal aantreffen op het verhuurde goed. De aannemer zal moeten “sichten, binden, invaeren ende dorsen voor kaf ende stroeij” zowel het koren en de harde vruchten die reeds door de verhuurster werden gezaaid als het zomergraan dat ze nu nog moet zaaien in deze lente “desen opgaenden tijdt”.

De huurder zal dadelijk wel een half bonder land kunnen bezaaien, tot zijn profijt, met kemp. Het half bonder moet hij voor zijn opvolger huurder in het afgaan van de huur laten liggen. Opgemaakt in Schuelen in het huis van de verhuurster gelegen omtrent “den Pleijn”, in aanwezigheid van de getuigen Hendrick Neuteleers en Peeter Elsen.

 

1770, 10 mei. Folio 215r

Thielemans Vos en zijn huisvrouw Cecilia Martens van Schuelen, dragen tot behoef van Joannes Hermans van Schuelen een perceel land op in Schuelen gelegen genaamd “het bos landt”. Regenoten Jan Hermans voorschreven O., de heer Ulens Z., Renier Wouters W., de erfgenamen van jouffr. Barbara Cox N. Voor 60 gulden Brabants Luiks eens. Het goed is enkel belast met een oordt cijns en dorpslasten. De oogst van dit jaar is nog voor Thieleman Vos.

 

1770, 11 mei. Folio 216v

Realisatie en approbatie van een akte ingebracht door facteur Theunis.

J. B. Theunis beschreef op 05.12.1769, residerend binnen Hasselt, volgende akte. Isabel Hoelen, weduwe van wijlen sr. Gilis Pluijmers voor de tocht, en Gerard van Mol en zijn vrouw Marie Cornelia Pluijmers, Joannes Pluijmers en Marie Agnes Pluijmers, 25 jaar oud, kinderen en schoonzoon van Isabel voorschreven en van wijlen Gilis Pluijmers, voor de eigendom, dragen hun rechten op van een stuk land van 2 bonder groot in Schulen gelegen, genaamd “den Fleutert”. Het paalt Abraham de Laeth of zijn erfgenamen en de straat leidend naar Wustherck. Ze verkopen de hypotheek erop van 700 gulden kapitaal, jaarlijks 20 gulden Brabants, zoals wijlen Philippus Pluijmers, respectievelijk zwager en oom van de comparanten, op 07.02.1750 verkregen had toen hij dit land had opgedragen aan Joannes Colmont, volgens condities beschreven in de akte van wijlen notaris L. H. Opdendries. Ze dragen op tot behoef van de heer Joannes Hussen, koopman binnen Hasselt, die accepteert voor 700 gulden Brabants. Isabel voor haar tochtrecht Ľ; Gerard van Mol en zijn vrouw voor een vierdedeel van de eigendom kregen hun deel in geld uitbetaald. Het resterende 1/4 deel van Joannes Pluijmers zal aan het land blijven staan aan 5 gulden jaarlijkse intrest. (Over het deel van Marie Agnes wordt niet gesproken!) De opdragers stellen de acceptant in hun plaats en gerechtigheid van de rente of het land voorschreven.

Opgemaakt in Curingen in den Billick ten huize van Isabel Hoelen. Getuigen: secretaris P. Eijben en Henrick Sterckmans.

 

1770, 15 mei. Folio 217v

Aldegond Jacops, Margarita Jacops; Elisabeth Jacops en de zoon van Maria Jacops zaliger Jan Scroijen verzoeken te releveren na de dood van hun ouders zaliger Joannes Jacops en Elisabeth Leijssen alle goederen op hen verstorven. Het gaat om:

 

1770, 25 mei. Folio 218v

Registratie van een akte van 19.03.1770 beschreven door notaris J. Nulens, gerealiseerd door de schepenen. Joannes Jans en Joannes Reynders i.n.v. zijn moeder Ida Convents verschenen bij de notaris. Jans bekent uit handen van Joannes Reynders 70 gulden Brabants Luiks ontvangen te hebben, waarvoor hij een jaarlijkse rente van 3 gulden 10 stuivers belooft te betalen. Als pand zet Jans:

  1. een bempt inden Overslag onder Coorsel gelegen, grenzend Jan Maes O., Hend. Juter W., Jaspar Vaes Z. en zijn eigen erf N.
  2. een bempt met een aangrenzend bos in den Overslagh gelegen, regenoten die Maelbeeck Z., die Stalse Heijde N. en Thues Heeren W.
  3. een bempt in den Overslagh gelegen, grenzend Willem Seijsen O., Govaert Goessens W. en Peeter Goven Z.

Al deze goederen zijn onder het land van Lummen gelegen. Omdat Joannes Jans deze goederen onverdeeld bezit met zijn 3 zusters Ida, Helena en Elisabeth, zullen ze elk apart deze lening moeten goedkeuren en hun goedkeuring kenbaar maken. Opgemaakt in het huis van de notaris in Vurten onder Coorsel in aanwezigheid van de getuigen Peeter Convents en Joanna Gertrudis Convents.

 

1769, 22 juni. Folio 220r

Akte van 15.05.1769, notaris L. M. Hermans residerend binnen Herck. Guiliam Buntinx koopt van Hendrick Grooten en zijn instemmende vrouw Magdalena Van Roije, inwoners van Schuelen, huis, hof, schuur, stallingen en boomgaard in Schulen gelegen in Rue. Samen ongeveer een bonder groot. Palend die Hooge Straet N., de heer Briers O., Arnold Hermans W. en het zusterklooster van Hasselt Z. Verkocht voor 300 gulden Brabants eens. De goederen zijn nog belast met 20 gulden Brabants jaarlijks aan de heer Roelants van Hasselt, met 1 gulden jaarlijks aan de kerk van Schuelen en de dorpslasten. De verkopers zullen deze lasten schoon maken tot eind 1769. Opgemaakt in het huis van de notaris in Herck, genaamd “den Keijser”, in aanwezigheid van de getuigen Martinus Pulinx en Joannes Franciscus Schroijen. Hermans heeft deze akte aan de Lummense schepenen voorgelegd ter realisatie.

 

1770, 22 juni. Folio 221r

Joannes Joers x Anna Clara Hermans, beiden zaliger. Hun kinderen releveren: Hermanus Joers, Jan Mathijs Jaers en Wilhelmus Beijnis x Maria Catharina Joers. Het gaat om 1) huis en hof palend Francus Reijnders O., de straat N., Z. den Swarten Beeck, W. mijn heer Briers van Hasselt; 2) “den Scheelen Hoff” grenzend O. de straat, W. Baron Celis, Z. de heer Brieers van Hasselt, N. Jan Weijns; 3) “Poorthofken” met regenoten O. de erfgenamen jouffr. Cox, W. de straat, Z. en N. de erfgenamen van Philippus Vande Roe; 4) “de Heijde” afgekomen van Francus van de Beeck, grenzend O. de erfg. Joufr. Cox, W. jur. Hendrick Kips, Z. de erffstege, N. de erfgenamen van jouffr. Cox; 5) huis en hof grenzend O. baron Celis, W. de steghe, N. de straat, Z. baron Celis; 6) “Schuermans Velt” palend O. de erfgenamen van Francus Stessens, W. de erfgenamen van jouffr. Cox, Z. Jan van de Put, N. de erfgenamen van Mathues Schuermans; 7) “Leukers Hoff”, regenoten O. Hendrick van Cosen, N. de stege, Z. de heer de la Crox, W. Jan Quaetpers; 8) een half boender in Libertens Hoff, grenzend de schans steghe Z., O. Jan Lambrichts, W. Matheijs Jaers, N. de erfgenamen Willem Maris; 9) “de Groote Heijde” aan de Lochtentocht, grenzend s’heerenstraet O., W. Jan van de Put, N. Lambertus Lambrichts, Z. Arnoldus Enckels; 10) de “Moskens Heijde” met een opheldinge grenzend de straat O., Lambertus Lambrichts W., Z. de Groote Heijde, de erfgenamen joufr. Cox; 11) “het Helle Bosken” palend Frans Vande Beeckheijde Z., jurs. H. Kips N., Jan Lambrichts W., de erfgenamen joufr. Cox; 12) “den Gruijter”, grenzend O. jouffr. Agnes Vandelaer, W. de heer straete, Z. mijnheer de la Crox, N. de Swarte Beeck.

 

1770, 19 juli. Folio 222r

Uit kracht van generale constitutie legt facteur van Langenacker namens Maria Theresia Vanden Kerckhoven, meestersse van het begijnhof van Hasselt, een notariële akte voor beschreven door notaris L. M. Hermans, residerend in Herck, d.d. 27.03.1769.

Akte. Marten Pulinx, inwoner van Schuelen, met zijn instemmende echtgenote Anna Borghs, weduwe van wijlen Philip van Roije, staan het vruchtgebruik af dat ze heeft in een stuk land gelegen in Schuelen, nagelaten door Philip Van Roije. Het gaat om “het Backers Velt”, grenzend Elisabeth Stappers Z., Jan Joors en Jan Lantmeeters O. en W., die steege N. Tot behoef van Hend. Van Roije, een van haar voorkinderen, zodat hij het kan belasten tot behoef van joufr. Maria Theresia Vanden Kerckhof, meesteres van het begijnhof van Hasselt, met een kapitaal van 100 gulden.

Vervolgens, als vruchtgebruik en eigendom in dezelfde handen zijn, draagt Hendrik Van Roije het voor beschreven pand op tot behoef van jouffr. Maria Theresia Vanden Kerckhoven voor een jaarlijkse rente van 3 gulden 10 stuivers. Marten Pulinx accepteert in de naam van de rentdoenster. Tot pand voor het kapitaal van 100 gulden stelt Hendrick Van Roije het voorbeschreven land; valdag 27.03. Getuigen: jouffr. Marie Gertrudis van Melbeeck, Joannes Franciscus Schroijen.

 

1770, 22 juni. Folio 221v

“Keur koelinge Gerardt Geijsens”.

Geerard Ghijsens nomine prima uxoris N. Fredrix wonend onder die buijtinge van Beringen heeft de keur gekocht zoals geaffecteerd staat op een huis en hof in Schuelen op de Stap gelegen. Het goed paalt de straat W., zijn eigen erf Z., de Winter beeck N. en O. Na de dood van Jan Fredrix, de zwager van de comparant, “hebbende over den voorschreven keur geconvenieert”. De comparant wordt tot keurdrager gesteld.

 

1770, 25 augustus. Folio 226v

Scheiding en deling door de kinderen van wijlen Joannes Jaers en Anna Claera Hermans: Joannes Mathias Jaers, Hermandus Jaers, Wilhelmus Beynens numine uxoris Maria Catharina Jaers.

Volgende kavels

Kavel A:

  1. Huis, hof, boomgaard, moeshof met alle appenditien eraan gelegen aan den Pleijn in Schuelen, palend de baron de Celis O. en Z., de steeg W., heerenstraet N. Belast met 4 vat 1/2 aan de armen van Herck en met een keur aan de excellentie. Geschat op                                                                              1200 – 0 – 0
  2. 2/3 delen in den Grooten Hof langs den Pleijn Hof                                                   950 – 0 – 0
    Grenzend de straat O, kavel B Z., baron de Celis W., Jan Wijens wed N.
  3. een perceel land genaamd “de Tiggelheij”, palend de wed. Lenard van Swartebrock O., W. en Z., het Duffel Landt van de tweede kavel N.  300 – 0 – 0
  4. het Schuerman Velt, grenzend Lenard Stessens O., Jan Vande Pudt Z., joufr. Barbara Cox erfgenamen W., de erfg. Mathues Schuermans N.           315 – 0 – 0
    Belast met de helft in 75 gulden kapitaal, jaarlijks 2 gulden 10 stuivers aan de kerk van Schuelen. De andere helft wordt betaald door de kinderen van Matthues Schuermans.
  5. een deel in een perceel bos genaamd “de Luijx Bosch” in Schuelen gelegen, oostwaarts. Palend de wederhelft kavel B W., de wed. Jan Weijens en Jaspart Vander Eijcken erfgenamen O., de H. Geest van Herck en Mateijs Jaers wed. Z., Jan Wijens en mevr. De Celis N.                                                      300 – 0 – 0
  6. een perceel gemeen broek genaamd “den Houwen Bampt” in Schuelen gelegen, grenzend Joris Maes O., de oude Laeck Z., wed. Joannes Hanson W., de Niefflaeck of Snee N.                200 – 0 – 0
  7. een perceel land genaamd “de Groote Heij” aan de Lochten Toght gelegen, regenoten de straat O., Arnoldus Enckels Z., Jan Luijten en Jan van de Pudt W., de Mooskens Heyde N.         100 – 0 – 0
  8. 50 gulden kapitaal aan kavel B, jaarlijks 2 gulden, vallend op Sint Andriesdag en voor de eerste maal in 1772

Kavel B:

  1. huis, hof, moeshof en annex erf, palend de straat N., Franscus Reenders O., de heer de Heusch Z., de heer Brieers W.         1500 – 0 – 0
  2. Dit deel is belast met 3 gulden jaarlijks aan het beneficie van O.-L.-Vrouwaltaar in Lummen en met 10 stuivers aan Sint Anna-altaar in Lummen.
  3. 1/3 in “den Grooten Hof” met het bakhuis, af te meten langs de haag, langs de mesthof. Grenzend de straat O., de heer Brieers Z., baron de Celis W., de 2/3 van kavel A N.
                                                                                                                                   175 –0 – 0
  4. perceel land genaamd “het Poortvelt”, de erfg. Barbara Cox O., de straat Z.en W., Philips van Roije wed. N.            500 – 0 – 0
  5. een perceel bos genaamd “het Helle Bosken”, de heide die van Francus Vande Beeck is afgekomen en nu van henzelf O., de erfgenamen van secretaris Coolin, nu de heer Ulens, Z., de erfgenamen van Barbara Cox W., Jan Lambrechts Ballissone N.                                                                                       200 – 0 – 0
  6. een perceel land genaamd “de Heijde”, afkomend van Frans Vande Beeck; grenzend het voorschreven perceel W., de Weijen Bosch van Barbara Cox met Bertus vande Voort kind van wijlen Ida Jaers en Wouter Vande Voort N., joufr. Barbara Cox erfgenamen O., Henrick vande Vin wed. Z.                100 – 0 - 0
  7. een perceel land genaamd “het Duffel landt”, joufr. Barbara Cox erfgen. en Jan Vande Put O., Lenaert van Swartenbroeck wed. Z., “het Duffel Landt” van de heer de Liboton W., Arnoldus Luijten N.     550 – 0 – 0
    Dit perceel is belast met 5 guldens jaarlijks aan joufr. Vermeijlen, met 1 gulden en 12 stuivers aan de kerk van Schuelen, jaarlijks.
  8. een perceel weide genaamd “den Gruijter”, grenzend die Koninx Weijers O., de heer de la Croix Z., de Maene straet W., de wed. Henrick Vandevin N.     400 – 0 – 0
  9. Deze kavel moet jaarlijks aan kavel A 2 gulden geven, te leggen met 50 gulden eens.

Kavel C:

  1. de Groote of Voorste Kuijlen, afkomend van de heer van Cauwenhoven, grenzend de steeg O., baron de Celis Z., de heer Van Cauwenhoven W., sheeren straet N.           3000 – 0 – 0
  2. het deel in “den Luijckx Bosch” westwaarts, palend kavel A O., de heer van Cauwenhoven met Matthijs Jaers wed. Z., baron de Celis W. en N.     300 – 0 – 0
  3. de hoek op den Hauwen Bampt, de Nieuw Laeck of Snee Z., mijnheer Roelants van Hasselt Hauwenbampt W. en O., het Kuerken N.        50 – 0 – 0
  4. perceel land genaamd “den Leurs Hof”, grenzend Jan Van Kosen erfgen. O., de heer de la Croix Z., de heer Briers W., die Mier Steege N. Belast met 4 vaten koren jaarlijks aan de armen van Herck, met 10 stuivers jaarlijks aan de kerk van Schuelen.                                                                                      225 – 0 – 0
  5. een perceel land in Bertus Jaers hof, palend Jan Lambrechts Ballus sone O., de schanssteeg Z., Peeter Motmans W., Willem Maris N.          350 – 0 – 0
  6. een perceel land “die Moskens Heijde” met een opheldinge eraan, grenzend s heerenstraet O., de Groote Heijde van kavel A Z., Lambertus Lambrechts W., Jan van Brabant N.                150 – 0 – 0
  7. een rente van 25 gulden, jaarlijks 1 gulden, aan het goed genaamd “het Wauwen Eijnde”, die betaald wordt door Renier Le Cler en Willem Raemaeckers kinderen. De rente is afkomstig van een grotere.

De partijen zullen samen de lasten dragen tot 1770 inbegrepen.

Kavel A is voor Joannes Matthijs Jaers, kavel B voor Herman Jaers en kavel C voor Willem Bijnens n.u. Maria Catharina Jaers.

 

1770, 10 oktober. Folio 229v

Schelenhof. Voor de schepen van Loons recht van Lummen buiten vrijheid als “laetehen” van Schelenhof releveert notaris Pet. Adr. Ridderbeeck namens
Jacobus Stellingewerf, oud-burgemeester van Hasselt, voor 1/3
advocaat Borghs n.u. Arnolda Stellingewerf, advocaat Mengens momboir uxoris Francisca Stellingewerf, Elisabeth Stellingewerf voor het tweede 1/3
advocaat van Hese n.u. Ida Schoenaers, advocaat Colen n.u. Maria Schoenaers, advocaat Maurus Schoenaers voor het derde 1/3

een bonder land afkomend van Nicolaes Neven, daarna heer commissaris Blusterbosch, gelegen onder Schulen opden Belick achter die Swartbeeck, regenoten H. Geest van Herck N., heer Gerardus Kips van Luyck O., mevrouw van Herckenrode W., Jaspar Vandereijcken Z. Het geldt jaarlijks cijns in Schelenhof “feria secunda post invocavit” in Schulen 2 1/2? vierdelinck garsten. Het goed is hen aangekomen na de dood van heer colonel Henricus Stellingewerf zaliger.

Aansluitend releveert dezelfde Ridderbeecks namens dezelfden voor de schepenen van Loons recht buiten het versterf na het overlijden van dezelfde kolonel, hier sorterend: A) een perceel land op den Belick onder Schuelen, gelegen als boven, met 1 oord cijns aan de heer; B) 3 sillen uit 5 sillen bempt genaamd het Roost onder Schuelen, verkregen door heer Stellingewerf van Lambert Lambrechts en consorten op 10.10.1768. De bempt paalt de straat 1), wed. van oud-burgemeester Roelants 2), Lambert Lambrechts 3), de zuster van Hasselt 4). Geldt 4 oorden cijns.

 

1770, 24 oktober. Folio 230r

De la Croix legt een akte voor die beschreven is op 16.03.1770, verzoekend realisatie.

Akte. Voor notaris J. F. Opdendries, residerend binnen Hasselt, verscheen Isabella Jacobina Pelenders wed. Dominicus Martinus Alen, oud-burgemeester van Hasselt. Uit kracht van hun gezamenlijk testament gemaakt op 13.09.1747 bij notaris N. Liefsoens verkoopt ze aan Joannes Hussen, koopman binnen Hasselt, een jaarlijkse rente van 12 rijnsgulden die ze trekt op panden van joufr. Anne Marie Gabriels, gelegen onder Schuelen. Het gaat om “het Puttvelt”, palend Thijs Mons met zijn huis en hof, de steeg en Peeter Schuermans of zijn representanten. En om “’t Kiesecom” gelegen op de Mier, grenzend Louis Lemmens of zijn representanten, de representanten van Peeter Schuermans, de representanten van Willem Claes. Opgemaakt in het huis van de acceptant in Hasselt in de Demerstraet omtrent de molen. Getuigen: Henrick Tiers en Anna Marie Stappers wonend in Donck.

 

1770, 23 oktober. Folio 232v

Voor schepen C. Vandereijcken, residerend in Schuelen, verscheen Petrus van Swartenbrox als man en momber van Anna Ida Vandereijcken. Ze verkopen een perceel land genaamd “het Belicken”, anderhalf vat zaaiens land gelegen in Schuelen, palend Lenaert Villici O., de armentafel van Herck Z., de kinderen van Henrick van Quathoven en Elena Van Tilt W., de heer Stellegewerck N. Koopster is Aldegon Strouwen, die wil dat het na haar dood in 2 delen gesplitst wordt: 1) aan Joannes Stappers zoon van Joannes Stappers en Andegon Strouwen en 2) aan Aldegon Van der Eijcken dochter van C. Vandereijcken en Maria Catrina Stappers. Verkocht voor 250 gulden eens. Opgemaakt in het huis van C. Vandereijcken binnen Schulen in aanwezigheid van de getuigen Jan Mafoij en Elena Palmas. De laatste kan niet schrijven.

 

1770, 22 november. Folio 233r

Relief na overlijden van Jan Reynders x Reynkens. Jan Molders met Peeter Reijnders i.n.v. Matheijs Blaeben, Jan Vande Poel en Francis Vaes in de naam van Peeter Reijnders releveren alle goederen die op hen zijn verstorven na de dood van hun oom Jan Reynders, waar onlangs zijn weduwe Reijnkens als tochtster is uitgestorven. Het gaat om de helft van een perceel land genaamd “de Groote Heij”, palend Jan Molders W., Jan Hoelen N., Sweijssen erfgenamen O., de gemeente Lummen Z.; een perceel land genaamd “Heerenveldt”, grenzend de erfgenamen de Malsen Z., Aerdt Tis erfgenamen W., de erfgenamen Adriaen Bussers N., Jan Wellens O.; een perceel bos genaamd “Lutsens oorken” onder Schuelen gelegen, grenzend de Laeck Z., secretaris Timmermans O., Hienens Brock W., den deijck N.

 

1770, 15 november. Folio 233r

Facteur Vanlangenacker, uit kracht van generale constitutie, legt voor de schepenen een notariële akte neer beschreven door notaris Theod. Pijp residerend in Hasselt. Hierin verkoopt Willem Pilaris een perceel akkerland gelegen onder Schuelen, dat hij kocht via een akte gerealiseerd door de schepenen op 13.02.1769, aan de edele heer Nicolaas Joannes Josephus de Libotton heer van Cleijn Stevort. Hij verzoekt realisatie.

Akte van 9 november 1770. Willem Pilaris verkoopt een perceel akkerland gelegen onder Schuelen, palend s’heeren straet 1), het Cornelisvelt 2), de edele heer de Heusch 3), Joannes Roelants 4). Hij heeft het zelf op 3 oktober 1768 gekocht van Henrick Roelants volgens akte beschreven door notaris H. Vanderdonck. Hij verkoopt aan de edele heer Nicolaus Joannes Josephus delibotton, heer van Cleijn Stevort. In zijn naam is present Henricus Pijp, regerende burgemeester van de stad Hasselt, rentmeester van de Libotton. Verkocht voor 324 gulden en 10 stuivers. De huur van het land, die op Sint Andries zal vallen, is voor de koper en de huurder zal in zijn toust moeten gehandhaafd blijven. Getuigen: de E.H. Frederici, kapelaan in de parochiale kerk van Hasselt, en sr. Ludovicus Pijp.

 

1770, 06 december. Folio 234v

Verkoopcondities van 03.10.1770, ondertekend door notaris J. Nulens, worden voorgelegd ter realisatie. Op 3 oktober zal na voorgaand kerkengebod publiek aan de meestbiedende met hogen en uitgang van de brandende kaars verkocht worden: een stuk land in den Postelmans Hoeck in Coursel gelegen, in regenoten s’heeren aerd O. en Z., Peeter Hermans W. en Jan Ceijsens N. Het is belast met 200 gulden Brabants Luijckx kapitaal aan de weduwe van Jan Claes in Vurten, met dorpsschattingen en s’heeren grondceijns. Aan te slaan half oogst 1772, mits ieder jaar (1771 en 1772) 10 halsters koren te trekken.

Het goed zal door gerechtsdienaar Peeter Oriaens opgeroepen worden en aan de meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegeslagen. Het zal daarna geproclameerd worden van 14 dagen tot driemaal 14 dagen op de gewoonlijke plaatsen. Daarna zal op de eerstvolgende genachtendag de kaars ontstoken worden voor de schepenen waaronder het goed sorteert en na wettelijk bannen zal de koop verblijven op degene waarop de kaars zal uitgaan. Nadat de originele koper zijn voorhogen heeft gesteld, zal iedereen mogen hogen tot de uitgang van de kaars met 2 gulden Brabants Luijcx per hoge, te verdelen tussen hoger en verkoper. Onmiddellijk na de kaarsbranding zal de gichte gebeuren en dient de hele koopsom met alle hogen voldaan te worden in zilveren of gouden munten, met alle onkosten betreffende deze verkoop zoals kaarsbranding, pontgeld, gichtgeld, roepgeld 1 gulden, conditiegeld en kopij 3 gulden, 5 stuivers godsgeld en 10 gulden voor lijcoop te consumeren in het huis van Jaspar Smeedts nadat de palmslag zal gegeven zijn. De verkoopster reserveert zich 8 “die besten struncken” die op het goed staan om tussen nu en half maart eerstkomend af te kappen en bovendien de korenpacht die op Sint Andries eerstkomend zal vervallen. Het goed wordt opgeroepen in het huis van Jaspar Smeedts in Coursel in aanwezigheid van getuigen Andries Vaes en Jaspar Smeedts.

Maria Anna Smeedts biedt 585 guldens Brabants Luijcx boven lasten. Hierop krijgt ze van Elisabeth Maes de palmslag. Smeedts zet daarop 15 hogen. Kaarsbranding op 3 november 1770.

 

1770, 06 december. Folio 237r

Aansluitend verklaart Maria Aerts weduwe van Jan Claes dat ze uit handen van Maria Anna Smeets de som van 200 gulden Brabants Luijck ontvangen heeft en ze kwijt daarmee de panden die Smeets vandaag kocht.

 

1770, 04 december. Folio 237v

De kinderen van Lenaert Stessens, overleden, gehuwd met Catrina Was, levend, verdelen de goederen in Schuelen. De moeder behoudt nog het vruchtgebruik.

De oudste zoon Henrick Stessens koos kavel A. Deze zal omvatten:

·        huis, schuur en stallingen, moeshof en bijbehoren op den Abeel gelegen in Schuelen, palend Hendrick Aers u.n. Joanna Hendrickx O. en Z., Paulus Vrancken W., de heere straet N.

·        een rente op huis en hof in de Peerstraet van 2 gulden 12 stuivers jaarlijks, te betalen door Catrina Stessens weeskind van Fransus Stessens en Elisabeth Tellen.

·        Dit gedeelte is belast met een keur aan zijne excellentie en met 5 gulden jaarlijks aan Petrus Plugers.

Kavel B viel met kaveling aan Dionisius Lenaers man en momber van Catrina Stessens:

·        De helft van “de Bovenste Lompe”, gelijk te delen met kavel C. Palend de straat O., kavel C. met de helft van dezelfde Lompe Z., de heer Cox van Hasselt met de “Clijne Lompe” W., Aert Enckels en consorten met “den Muggendris” N.

·        De helft van “de Clijne Lompe”, het onderste deel gelijk te delen met kavel C. Palend de Groote Lompe O., de herenstraet Z., de heer Cox W., het wedergedeelte of kavel C N.

·        Dit gedeelte is belast met 5 gulden 10 stuivers aan de heer Vossius van Hasselt en met 1 gulden 6 stuivers aan Magrita Lijnen in Lummen.

Aan Gutrudus Stessens viel kavel C met kaveling:

·        De helft van “de Groote Lompe”, het onderste deel, gelijk te delen met kavel B. Palend de straat O. en Z., kavel C met de helft van dezelfde Lompe N., de heer Cox van Hasselt W.

·        De helft van “de Clijne Lompe”, het bovenste deel, gelijk te delen met kavel B. Palend Aert Enckels met consorten met den Muggen Dris O., de herenstraet Z., de heer Cox van Hasselt W., het wedergedeelte of kavel B Z., Jan Matijs Jaers N.

·        Dit gedeelte is belast met 5 gulden 10 stuivers jaarlijks aan de heer Vossius van Hasselt en met 1 gulden 6 stuivers aan Magrita Lijnen in Lummen.

Opgemaakt in het huis van de schepen C. Vandereijcken in Schuelen in aanwezigheid van de getuigen Jan Vande Putte en Helena Palmus. De partijen zetten een merkteken als handtekening omdat ze niet kunnen schrijven.

 

1770, 11 december. Folio 239r

Henderick Luijten, Catharina Luijten, Elisabeth Luijten en Maria Luijten verzoeken te releveren na de dood van hun ouders zaliger: een perceel land gelegen in Coorsel op den Hechpat, palend O. de weduwe Brigida Van Postel, W. de weduwe Jan Rijnders, schepen, Z. en N. des heeren straet; een perceel broek gelegen omtrent den Hoogen Bosch”, O. Peeter Hermans, W. de weduwe Beckers, Z. Jacob Vaes, N. de weduwe Vijfeijcken.

 

1770, 20 december. Folio 239r

Meier de Borman, uit kracht van generale constitutie namens de erentfesten heer Gaspar Vossius senior, legt een notariële akte neer gepasseerd voor notaris H.B. Custijns, binnen Hasselt residerend, van 7 december 1770 betreffende een hypotheek of rentcreatie door Dionisius Leuraerts en zijn vrouw Catharina Stessens.

Akte. Dioniqius Leuraerts en zijn vrouw Catharina Stessens dragen op 4 gulden Brabants jaarlijks tot profijt van de heer advocaat Gaspar Vossius den ouden voor 100 gulden Brabants eens. Hiervoor stellen ze tot pand het deel dat hen via deling is toegevallen (zie hiervoor de deling voor de schepenen van het land Lummen van 4 december laatstleden, littera B). Het lot bestaat uit de helft van de Groote Lomp, gelegen in Schuelen, palend O. s’heeren straet, Z. het wedergedeelte en de Onderste Lomp, W. de heer Cox van Hasselt en de Cleijne Lomp, N. “den Muggen Dries”; de helft van de “Cleijne Lomp”, het onderste deel gelijk te delen, palend O. de Groote Lomp, Z. s’heeren straet, W. de heer Cox voorschreven, N. het wedergedeelte. Het is belast met 11 rinsguldens aan de heer acceptant en met de helft van 2 gulden en 12 stuivers aan Margaretha Leijnen in Lummen, met de helft van 6 oord cheijns aan de heer. Getuigen: Christiaen Briers en Anna Bijsmans. Voor de kopij van de akte betaalde de acceptant 2 gulden.

 

1771, 7 januari. Folio 241v

Op 31.12.1770, na voorgaand kerkengebod, wordt aan de meestbiedende een perceel land te koop aangeboden in Coursel omtrent “den Hecpat” gelegen, genaamd “d’Oude Hoeve”, palend de erfgenamen Henrick Reijnders O., de weduwe Jan Reynders W., s’heeren straet Z. en N. Los en vrij met uitzondering van grondcijns en dorpslasten. Aan te slaan half oogst 1771 en voor dit jaar zal de koper 8 halsters koren profiteren. Het goed zal door gerechtsdienaar Peeter Oriaens opgeroepen worden en aan de meestbiedende met eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegeslagen. De koper moet alle rechtskosten betalen: pontgeld, gichtgeld, roepgeld 1 gulden, 2 gulden voor conditie en copije, 5 stuivers godsgeld en 10 gulden lijcoop te verbruiken in het huis van Jan Lemmens nadat de palmslag zal gegeven zijn. De koper mag de koopsom dadelijk betalen ofwel op dinsdag te Coursel Grootkermis, dit is 22 oktober 1771, in zilveren of gouden stukken gangbaar geld. Condities voorgelezen in het huis van Jan Lemmens op de Witterswinninge onder Coursel in aanwezigheid van de getuigen Gaspar Van Bilsen en Henricus Van de Wijer, die de condities tekenen naast verkoper Henrick Luijten en notaris J. Nulens.

Aansluitend bood Joannes Weutiens de som van 515 gulden Brabants Luijcx, waarvoor hem door Luyten de palmslag werd vergund. Getuigen: Peeter van Ubbel, Gaspar Comans.

De akte werd gerealiseerd op 7 januari 1771.

 

1771, 7 januari. Folio 243r

Verkoopcondities van 31.12.1770. Na voorgaand kerkengebod zal Henrick Luyten publiek aan de meestbiedende verkopen een torfbemdt omtrent “den Hooghen Bos” onder Coursel gelegen, palend Peeter Hermans O., de weduwe Jan Beckers W., de weduwe Willem Vijfeijken Z. en Jacob Vaes N. Vrij van lasten met uitzondering van cijns en grondlasten en met servituijt van weg; aan te slaan half maart 1772. De verkoper zal voor het jaar 1771 7 gulden huur profiteren.

Het goed zal door Peeter Oriaens, gerechtsdienaar, opgeroepen worden en aan de meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegewezen. De koper moet alle koopkosten betalen: pontgeld, gichtgeld, roepgeld 1 gulden, 2 gulden voor conditie en de kopij ervan, 5 stuivers godsgeld en 5 gulden lijcoop te verbruiken in het huis van Jan Lemmens nadat de palmslag zal gegeven zijn.

De koper mag de koopsom dadelijk betalen ofwel op dinsdag te Coursel Grootkermis, dit is 22 oktober 1771, in zilveren of gouden stukken gangbaar geld. Condities voorgelezen in het huis van Jan Lemmens op de Witterswinninge onder Coursel in aanwezigheid van de getuigen Gaspar Van Bilsen en H. Van de Wijer, die de condities tekenen naast verkoper Henrick Luijten en notaris J. Nulens.

Op dezelfde dag en plaats gaf Henrick Luijten de palmslag aan Peeter Van Ubbel voor 290 gulden Brabants Luijcx en hij stemt toe in realisatie. Getuigen: Adam Troestens en Henrick Tielemans. Realisatie op 7 januari.

 

1771, 5 januari. Folio 244v

Jacobus Theunis releveert na de dood van zijn ouders Franciscus Theunis en Agnes Van de Berghe een perceel land gelegen in Castel onder Stal genaamd “het Brexken”, palend O. Willem Witters, W. Gerardus Thijsmans, Z. de erfgenamen Thomas Bams, N. Andries Van Aerenbergh. Ceijns jaarlijks 0 – 0 - 2.

 

1771, 7 januari. Folio 244v

Peeter Brouwers en Michiel Hermans nonime uxoris Catharina Brouwers releveren na de dood van hun ouders Jan Brouwers en Helena Tielens: een perceel broek gelegen onder Coorsel omtrent “den Hooghen Bosch” genaamd “het Hemelrijck”, palend O. de weduwe Hendrick Huyberighs, W. Peeter Fransis Convents, N. de beek, Z. s’heeren aert. Cijns jaarlijks 0 – 1 – 0.

 

1771, 10 januari. Folio 245r

Realisatie van een akte van 14 december 1768 van notaris J. Nulens. Henrick Neijs, met instemming van zijn echtgenote Aldegond Witters, verklaart dat hij aan Peeter Convents een schanshuis verkocht met de aanliggende grond, gelegen op de Vurtensche Schans onder Coursel. Palend het schansveld O., de steenweg W., de erfgenamen Willem Noops en Wouter Swerts Z. Verder nog een hofke gelegen voor de Vurtense schans, palend de erfgenamen van Jan Claes O., s’ heeren straet W. en Z., de schansvest N. Enkel belast met schatting en grondcijns. Verkocht voor 160 gulden Brabants Luijcx en 15 gulden voor een kermis voor verkopers huisvrouw, 1 gulden lijcoop en 5 stuivers godsgeld. Aan te slaan half maart 1769. Akte opgemaakt in het huis van de notaris in Vurten in aanwezigheid van Egidius Schepers en Joanna Gertrudis Convents, getuigen.

 

1771, 7 februari. Folio 247r

Voor notaris L. M. Hermans residerend binnen Herck verscheen op 1 februari 1771 Jan Luijten, inwoner van Schuelen. Hij transporteerde een stuk land gelegen onder Schuelen op het Schuermans Eijnde omtrent “den Lochtenbosch”, palend de edele heer baron de Blisia Z., W. de heer Hendrix van Sint Truijden en N. Gerard Wirix, dat hij via vernadering heeft verkregen tegen Gerard Renot die het op zijn beurt kocht van Arnold Hermans voor de Loonse justitie van Lummen. Draagt het op tot behoef van zijn zwager Herman de Meer voor 100 gulden. Opgemaakt in Herk in het woonhuis van de notaris genaamd “den Keijser” in aanwezigheid van de heer Joannes Aegidius de Lavalle en joufr. Maria Gertrudis van Melbeeck als getuigen.

De bovenstaande akte werd op 7 februari voorgelegd in opdracht van Herman de Meer door zijn facteur Hermans. Jan Luijten wordt Aerdens zoon genoemd in de realisatie en approbatie.

 

1771, 7 februari. Folio 248r

Realisatie van een akte van 14 december 1770, notaris J. F. Opdendries van Hasselt. Joannes Stappers en zijn echtgenote Aldegondis Vandevoort mangelen met de heer Joannes Hussen, koopman en borger van de stad Hasselt. Ze dragen op: huis en 2 stukken land van een bonder groot gelegen onder Schuelen, genaamd “den Weghen Bergh”, afgekomen van Adriaan Cuijpers. Palend s’ heeren straet O., de weduwe Jan Stappers Z., Peeter Plugers N. en Lambert Lambrechts W. Het is belast met 500 gulden kapitaal aan de heer acceptant. Onder vorm van tegenmangeling draagt de acceptant tot profijt van Stappers en zijn echtgenote een half roede moeshof op gelegen onder Hasselt, palend de weduwe van de heer oud-borgemeester Kerckhoven 1), joufr. de weduwe dokter Wilsens 2), notaris Custijns 3) en de heer advocaat Vossius 4). Dit is belast met 34 stuivers jaarlijks aan de erentfesten advocaat Fredrici. Boven de kapitale som van 500 gulden en alle verlopen telt de heer Hussen nog 300 gulden Brabants eens over aan het echtpaar. Op deze manier is de mangeling rond en bekomen ze elk hun goed. Opgemaakt in het huis van Hussen in Hasselt in de Demerstraet in aanwezigheid van de Henrick Tiers en Joannes Vos als getuigen.

Op 7 februari wordt deze akte door Opdendries aangeboden ter realisatie en approbatie.

 

1771, 7 februari. Folio 249v

Theodorus Vanden Kerckhof releveert voor de tocht het legaat dat hem bij codicille gelaten is door wijlen Hermannus Van den Kerckhof of zijn broer zaliger, volgens akte gepasseerd voor notaris H. Wintmolders op 20 december 1770. Het gaat om de helft van 24 roeden bempt gelegen in “die Zeelbempden”, waarvan de erfgenamen van Willem Van Reijckel de andere delen in eigendom hebben, onverdeeld. De gehele bempt paalt de H. Geest van Herck O. en W., de heer secretaris Kips en de H. Geest van Herck Z., “den Heselaer” van de H. Geest van Spalbeeck, de H. Geest van Herck en de commandeur van Bernissem N.

De betreffende clausule: laat aan zijn broer Theodorus van den Kerckhof 12 roeden in die Zeelbempden “ende dat voor sijnen duerdagh” en na zijn dood voor zijn kinderen.

 

1771, 7 februari. Folio 250v

Jan Molders, Peeter Reijnders, Matheijs Blaesen, Jan Vande Poel, Francus Vaes als momber van het kind van Peeter Reijnders uxoris Misthien(!) Iven dragen tot behoef van Adrianus Willems een perceel broek op waarvan jouffr. Vandelaer de wederhelft toebehoort. Het gaat om “het Lidtseerken”, gemeen broek gelegen onder Schuelen, palend secretaris Timmermans O., het Stienens Brock W., de Demerdeijck N. en de oude Laeck Z. Voor 151 gulden Brabants Luijck eens, die de verkopers ontvangen hebben. Niet belast buiten cijns en dorpslasten. (In de aanhef vinden we enkel “Peeter Reijnders kind” als verkoper, maar het gaat duidelijk om meerdere betrokkenen.)

 

1771, 21 februari. Folio 251v

Elisabeth Wijhens wed. Arnoldus Stappers draagt tot behoef van Elisabeth Swartebroek de helft op voor de tocht en de ander helft voor de eigendom van een perceel land genaamd “Heijde”, palend de heer Hussen van Hasselt O., Elisabeth Stappers Z., de heer advocaat Vossens W., de begijn Hilst en Renerus de Kler N. Voor 50 gulden Brabants Luijck eens. Belast met 2 gulden 10 stuivers en met een rente van 5 gulden jaarlijks aan de edele heer de Libbeck, met cijns en schattingen.

 

1771, 25 februari. Folio 252r

De heer L. M. Hermans, uit kracht van constitutie, legt aan de schepenen, als laten van Schelen Hof, een notariële akte voor gepasseerd voor notaris P. Borghs op 14 mei 1752. Hierin wordt een rente gecreëerd op panden van Henrick Cleeren in Schuelen omtrent het Heulken gelegen. Het gaat om een perceel bempt voor de molen van Herck gelegen, genaamd “den Veelen Hof” en huis, hof, boomgaard palend de Cleijn Herck O., s’ heeren straat Z., de molenboomgaard of de beek die ertussen is geweest W., de heer G. H. Briers van Hasselt N. Hij verzoekt realisatie van de akte.

Akte van 14.05.1752. Hendrick Cleeren draagt voor het vestigen van een rente tot behoef van de E.H. Petrus Borghs, priester beneficier in de domkerk van Luik, een jaarlijkse rente op van 8 gulden Brabants. Hij stelt deze op een stuk land van 2 bonders 5 roijen groot gelegen onder Alcken, palend Arnold Scroijen 1), Jan van Straelen 2), Jan Hermes 3), de weduwe van Dries Martens 4); op een weide die ernaast is gelegen, 15 roeden groot, palend Arnold Froijen 1), Jan Hermes 2), Willem Mellemans 3) en verder op al zijn andere goederen. Als kapitaal heeft hij de som van 200 gulden Brabants ontvangen. Opgemaakt “int’ heerehuys” in Kermpt in aanwezigheid van de getuigen Jan Van Dickelen en Jacob Moenen.

 

1771, 10 april. Folio 254r

Joannes Van Rijeckel, geassisteerd door zijn neef Willem van Rijeckel die ook handelt in de naam van zijn zusters Catarina van Rijckel, Agnes van Rijckel, Anna Van Rijckel en Margarita van Rijckel, verzoeken te releveren na de dood van Willem Van Rijckel en Margarita Oleviers, respectievelijk de ouders van Joannes Van Rijckel en de grootouders van Willem en zijn zusters. Het gaat om een perceel broek gelegen in de Seelbempden, 12 roeden groot, waarvan de erfgenamen van Hermanus Van den Kerckhoff de andere 12 roeden bezitten. De gehele beemd paalt de Armen van Herck O., de secretaris Kips en de H. Geest van Herck Z., de H. Geest van Spalbeeck met de commandeur van Bernissem N., de H. Geest van Herck W.

 

1771, 15 april. Folio 254BISr

Relief Heer Jaspar Smeets erfgenamen. Petrus Luts nomine uxoris Marie Joris, Giliam Schuermans, Peeter Schuermans, Barbara Schuermans, Joannes Heijligen manmomber Elisabeth Schuermans verzoeken te releveren na de dood van de E.H. Jaspar Smeets al de goederen op hen verstorven. Het gaat over een perceel land gelegen in Stal genaamd “het Reucken”, palend O. de erfgenamen van Jan Van de Weijer, W. s’heerenstraet, Z. en N. Jan Vande Berge.

 

1771, 15 april. Folio 254BISr

Ook Peter Dries releveert eveneens na de dood van E.H. Gaspar Smeets dezelfde goederen als hierboven en nog andere: een wijer in Coorsel genaamd “den Loosen bempt” palend rondom s’ heeren aert; een wijer geheten “het Hemelrijck” grenzend rondom s’ heeren aert; “den Brempden Weijer” in Coorsel palend rondom s’ heeren aert; “den Kleijnen Stock Weijer”, op het Vliegerseijnd gelegen, palend rondom s’ heeren aert, “den Grooten Stock Weijer” op het Vliegers Eijnd, palend rondom s’ heeren aert

Cijns van de wijers dobbel 0 – 2 – 0; cijns van het veld dobbel 0 – 2 – 0.

 

1771, 24 april. Folio 254BISv

Vervalt; zie volgende akte.

 

1771, 24 april. Folio 255r

Verkoopsvoorwaarden voor verkoop door Peeter Fonteijn met instemming van zijn echtgenote Maria Henrix, na voorgaand kerkengebod, van een bempt genaamd “den Klijn Baener”, gelegen in Coorsel palend O. Geert en Jaspar Vaes, W. Servaes Vaes, Z. de H. Geest, N. de Aldebeeck (oude beek). Enkel belast met cijns en schattingen. De beemd zal door gerechtsdienaar Peeter Adriaens worden opgeroepen en aan de meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegeslagen. De koop moet op dag van gichten, maximum nu over 8 dagen, voldaan worden in zilveren of gouden munten. Omdat deze beemd samen met de winning verhuurd is, kan de koper deze beemd niet aanslaan dan na de huurtermijn van 3 jaren, maar hij zal er jaarlijks op Sint Andries 10 gulden huur voor trekken vanaf 1771. De koper moet een half ton bier lijcoop geven, 5 stuivers godsgeld aan de kerk van Koersel, voor conditie en de kopij ervan 2 gulden, roepgeld 1 gulden. Alle rechtskosten, zoals pontgeld en gichtgeld, zullen tot kopers last staan zonder te korten en bovendien 4 gulden voor spelgeld voor verkopers huisvrouw.

Deze condities werden publiek voorgelezen op 23 april 1771 ten huize Henric Tielemans in de keuken, gelegen aan de kerk van Coorsel in aanwezigheid van de getuigen Mattheijs Feijen en Joan Beckers. Attestor J. A. Beckers, schepen.

Eveneens op 23 april bood Aert Knaep 340 gulden Brabants Luijcx, waarvoor hij van Peeter Fonteijn de palmslag kreeg. Getuigen Henricus Mattheus Reijnders en Mattijs Feijen.

Op 24 april gichte. Peeter Fonteijn verklaart 204 gulden ontvangen te hebben op deze verkoop. Op 11 juni 1771 ontving hij de resterende 140 gulden.

 

1771, 25 april. Folio 256v

Hendrik Van de ven, zoon van Hendrik Van de ven, wonend in Stevaert, verkoopt aan Willem Vandeven (wonend in Wuestherck) een perceel land in Schuelen. Het gaat om de helft van 2 vaten zaaiens waarvan de ander helft toebehoort aan de koper Willem Vandenven. Het paalt de heer Roelans of nu de edele heer Deliboton O., Peeter Vande Laer met Geerardus Wierox Z., de kinderen van Jan Filici en Clara Van Swartenbrox W., Hendrick Vos N. Verkocht voor 87 gulden Brabants Luijcx eens. Koopsom werd voldaan. Onbelast met uitzondering van 2 oord cijns en dorpslasten, lijcoop 3 gulden, godsgeld 10 stuivers. Hendrik Vandeven houdt de oogst van dit jaar.

 

1771, 10 mei. Folio 258v

Petrus Franciscus Ceijssens releveert na de dood van Joannes Henricus Ceijssens, zijn broer, een perceel land in Stal onder Coorsel, palend Barthel Van Wijer W., Mattijs Gilen en Jan Cannaerts O., Henrick Geerts N., de straat Z.

 

1771, 7 juni. Folio 258v

De heer Theod. Pijp legt uit kracht van generale constitutie een akte voor beschreven door hemzelf op 24 mei laatstleden. Hij verzoekt realisatie en registratie.

Akte. De notaris, residerend binnen Hasselt, ontvangt Jan Vande Putte, inwoner van Schuelen. Deze handelt uit kracht van octrooi dat hem gegeven werd op 10 mei door de schepenen van het land Lummen. Hij leent 200 gulden van de zeer eerwaarde heer Guilhelmus Josephus Peuskens, in zijn functie van pastoor van het begijnhof van Hasselt, en draagt hem een rente op van 8 gulden Brabants jaarlijks. Deze rente wordt geaffecteerd op een stuk land van 5 vaten zaaiens min een kop groot gelegen in Rue onder Schuelen. Het paalt Joannes Mathijs Jaers O., Guilliam Beerten Z., de straat W., Jan Luijten met het wedergedeelte N. Onbelast. De ontlener verbindt er zich toe om binnen 3 weken met het geld een deel van de schulden af te betalen, die in het octrooi vermeld staan. Opgemaakt in het huis van de eerwaarde heer acceptant binnen Hasselt in aanwezigheid van de getuigen de E. H. Nicolaes Van Brabant en Marie Hermans.

 

1771, 20 juni. Folio 262r

Sr. Joannes Joseph Rijnders releveert voor zichzelf en in naam van secretaris Esscheraus man en momber van Anna Magritta Reijnders, Henricus Mathus Rijnders als man en momber van Anna Chatrin Rijnders, Peeter Joannes Vullers zoon van Hijlger Vullers van Elisabethta Rijnders, dus in zijn eigen naam en in naam van de kinderen en het kindskind, bepaalde goederen. Het gaat om huis, hof, bempden en landerijen daaraan annex gelegen in Korssel in de Strat, palend de heere strat Z., Jan Gijbels O., de weduwe Michael Hijrmans W., de weduwe Michael Mijeen N. Verder een perceel land genaamd “het Groot Eielen”, palend de weduwe Beckers N., het Groot Veldt W. Verder “Eijnpicken Hof”, palend Peeter Komvens Z. Nog een perceel land genaamd “den Steen Hoven”, palend “des heeren naert suijden” en W. Nog “den Hasserick”, bos en weide, palend “den Heeren naert Noorden en Zuijden”. 3 torfbempden regenoten des heerennaert Z., de ronde beeck N. Nog een bempt “den Grooten Birtsaert” met de aangelegen straten, palend des heren aard Z., Jan Gijbels O. “Den Molen Bempt” palend de Alde Beeck N., Jan Vande Bergh Z. Een bempt “de Esselen Bos” regenoten de Winterbeeck Z., de weduwe van Jan Clas N. en W. Al deze goederen zijn hen aangekomen na de dood van hun ouders Joannes Rijndens en Ida Komvens.

 

1771, 4 juli. Folio 263v

L. M. Hermans legt uit kracht van generale constitutie en namens Guilliam Dermond, inwoner van Donck, een akte voor beschreven door hemzelf in zijn functie van notaris op 10 juni 1771. Hij verzoekt realisatie van de koop die door Jan Weijens werd aangegaan tot behoef van Guilliam Der Mond.

Akte. Voor de notaris, residerend in Herck, verschenen Jan Wijens inwoner van Donck en zijn schoonvader Guilliam Dermond eveneens van Donck. De tweede comparant(Dermond) heeft tot voldoening en voltrekking van de koop van een winning en aangelegen goederen gelegen onder Donck in de Corpsche Straet van de erfgenamen van wijlen Willem van Rijckel zaliger geld betaald. Deze koop was door Dirick Bungeneers vernaderd en daarna aan de eerste comparant(Wijens) overgelaten en dus afgestaan. Nu heeft Jan Wijens echter niet de beschikking over de nodige centen om de koop te voldoen. Daarom staat Wijens nu een stuk land af dat onder Schuelen is gelegen, ongeveer 6 vaten zaaiens groot. Het paalt de heer Hussen N. en Z., O. Jan Hermans en W. sr. Jaspaert Vandereijcken. Verder nog een weide, een wisselweide tegen de heer Vossius van Hasselt, van 4 vaten zaaiens groot, in regenoten Jan Lambrechts Z., die Beckers Vort O., N. de Aude Laeck of Hauwbempden, W. de heer Briers van Hasselt. Tot behoef van zijn schoonvader Guilliam Dermond voor een kapitale som van 450 gulden Brabants eens boven de voor de eerste comparant ontbeursde som en Dermond komt in de gerechtigheid van de goederen. De tweede comparant heeft het geld ontvangen. Het land is belast met 6 guldens: 4 gulden aan de begijn Wilsens van Hasselt en met een deel oude verlopen, cijns en schattingen.

Opgemaakt in het huis van de notaris in Herck, genaamd “den Keijser”, in aanwezigheid van de getuigen Joannes Franciscus Schroijen en Robertus Devue.

Correcte samenvatting? Verwarrende geldregeling.

 

1771, 11 juli. Folio 265v

De heer Joannes Franciscus Van Dormael legt uit kracht van generale constitutie aan de schepenen een notariële akte voor beschreven door notaris G. B. Bastijns, residerend binnen Halen, van 15 februari 1769. Hij verzoekt approbatie, realisatie en registratie.

Akte. Joannes Vande Putt, inwoner van Schuelen, verklaart dat hij tot behoef van de heer Joannes Van Dormael, inwoner van Diest, zijn “vijf en half groot roeden wesende een sille ende thien cort roeden” broek verkocht, gelegen in een groter stuk van 11 groot roeden, onverdeeld. De andere 5 ˝ roeden behoren toe aan de weduwe van Mattijs Schepers. Het geheel paalt advocaat Briers van Hasselt O., de heer Hulsen Z., de commandeur van Bernissem W., de acceptant hierboven N. Verkocht voor 105 gulden courante Brabantse munten boven de “tauxen van inundatie”, die de acceptant tot zijn last neemt. De transportant mag het goed in huur behouden voor een termijn van 3 jaren van Andriesmisse 1768 mits daar jaarlijks 2 pattacons voor te betalen boven de dorpslasten en schattingen. Getuigen: Guilliam de Labe en Frans Briers. Zegel van 6 stuivers.

 

1771, 11 juli. Folio 267r

De heer Joannes Franciscus Van Dormael legt een akte neer die beschreven werd door notaris Gerardus Aerts op 17 juli 1768, residerend in Pael. Verzoekend realisatie en registratie.

Akte. Voor de notaris verschenen persoonlijk: Dimpana Opheijde weduwe van Petrus Bervoets met haar kinderen Joannes Bervoets, Guilhelmus Bervoets, Henderick Bervoets en Joannes Bogaerts nomine uxoris sua Maria Elisabeth Bervoets en van de andere zijde de heer Joannes Franciscus Van Dormael. De eerste partij verkoopt een perceel broek onder Schuelen gelegen, genaamd “den Biessen Bempt”, 2 sillen groot. Grenzend O. Wouter Bousch, N. de prelaat van Averbode, W. de weduwe Henderick Smets, Z. de Laecke. Verder nog de helft van “den Rieckens Bempt” (“den Zieckens Bempt” in de neerlegging), een sille groot, reijnende O. Jan van Uijtrecht, N. de ouden Demer, Z. de prelaat van Averbode, W. de gemeijnte van Schuelen. Verkocht voor 90 gulden Brabants courant eens en een halve ton lijcoop. Aanslaan vanaf vandaag en alle lasten betreffende de verkoop zijn voor de koper. Opgemaakt in het woonhuis van Wilhelmus Aerts in Pael omtrent de kerk in aanwezigheid van Henderick Germeijs en Peeter Smedts, getuigen.

 

1771, 11 juli. Folio 268r

De heer Joannes Franciscus Vandormael legt een akte neer beschreven door notaris J. T. Delespes op 24 december 1768, verzoekend approbatie en registratie tot behoef van Antonius Liefsoens, Weustherk.

Akte. Notaris de Lespes resideert binnen Diest. Antonius Liefsoens, wonend in Wuestherck, verklaart dat hij verkocht tot behoef van de heer Joannes Vandormael “comptoir meester der Heeren Staaten” 1/6 deel in een bempt van 6 sillen groot genaamd “den Nonnen Bempt”, waarvan de koper reeds 3/6 in zijn bezit heeft. De overige 2/6 delen behoren toe aan de broer van de transportant Francis Liefsoens en Marie Theresia Krem. De beemd is gelegen onder Schuelen en paalt in zijn geheel den Swarten Gracht N., O. de heer Briers, het Ruelandts Broeck van de weduwe Vandelaer Z. en W. de erfgenamen van Hendrick Vande Vinne. Verder nog 1/3 van een half bonder weide, waarvan de resterende 2/3 delen toebehoren aan Franciscus Liefsoens, broer van de verkoper, met Marie Krem. Ze paalt O. den Truijens Bemt”, de weduwe Vandelaer met de erfgenamen Oijen Z. en N. de heer Briers. Verkocht voor 156 gulden Brabants courant, de schellingh gerekend aan 7 stuivers. Opgemaakt binnen Diest in aanwezigheid van Francis Raijmaekers, wonend in Schuelen, en sr. Joannes Egidius Dumont. Zegel van 6 stuivers. Enkel Francis Raemaeckers tekent met een kruis.

 

1769, 13 juli. Folio 269r

Martinus Pulinx, inwoner van Schuelen, legt een notariële akte voor beschreven door L. M. Hermans van 1 juli 1769, verzoekend realisatie en approbatie.

Akte. Notaris Hermans, residerend binnen de stad Herck, ontvangt Arnold Hermans, inwoner van Linckhoudt en geboren in Schuelen, die verklaart dat hij een stuk land verkocht, bestaande uit een bloeck van 1 sille groot, grenzend Guilliam Buntincx N., de erfgenamen M. Fillisi W., s’ heeren straet Z. en de heer Briers O., aan Marten Pulinx voor 35 pattacons of 140 gulden Brabants eens. Opgemaakt in het huis van Marten Audenbroux onder Schuelen, genaamd “het Voorsten Huijlken” in aanwezigheid van de getuigen Joannes Francis Schroijen en Joseph Slingers. Lijcoop een vierdel biers. De huur van dit jaar is voor de verkoper, die daarvoor nog de schattingen moet betalen.

Op 29 oktober 1771 legde Martinus Pulinx deze akte voor aan notaris H. Pijp, residerend in Hasselt, verklarend dat hij deze koop deed voor en met het geld van G. H. Briers. Getuigen: Marie Catarien Carmans en Christien Adons.

 

1769, 02 juni. Folio 270r

L. M. Hermans legt namens de heer Jacobus Roelants, borger en koopman van de stad Hasselt, een akte voor beschreven door hemzelf op 2 juni 1769, verzoekend realisatie.

Akte. Voor notaris L. M. Hermans, residerend binnen de stad Herck, verscheen de heer Guilhelmus Anthonius de Fraiture, scholtus en schepen van de stad en jurisdictie Wuestherck, die conform aan de proclamatoriële condities van 31 mei laatstleden gehouden, verklaart dat hij 2 sillen bemps verkocht, gelegen onder Schuelen in “die Hauer Bempden” (haver?). Het gaat om 2 afzonderlijk gelegen sillen. De ene sille paalt den Bullens Bempt O., Matthijs Joors Z., de erfgenamen Jan Van Oppre en Willem Maris W., de heer Roelants N. De andere sille grenst sr. Joris van Schuelen Z., Jan Hanson W., “het Groot Roest” N. en Jan Joors O. Verkocht aan de heer Jacobus Roelants, borger en koopman van de stad Hasselt, in wiens naam Marten Pulinx aanwezig is. Verkocht voor 255 gulden eens. Opgemaakt in het huis van de opdrager binnen Herck in aanwezigheid van de getuigen joufr. Joanna Lemmens en Marie Surinx. Volgens de aanhef gebeurde de verkoop in opdracht van de heren Guill. Anthonius de Fraiture en van Franciscus Guill. de Fraiture.

 

1771, 12 september. Folio 271v

Via permissieve van de heer facteur Theunis bereikte de schepenen een akte van cautie gestipuleerd door de heer Joannes Hussen en zijn vrouw joufr. Joanna Petronella Van de Put op 11 september laatstleden voor notaris Van Muijsen, waarvoor approbatie en realisatie verzocht werd.

Akte. Notaris Van Muijsen resideert in Hasselt. Joannes Hussen, koopman en borger van de stad Hasselt, met zijn vrouw Joanna Petronella Vande Putt hebben als aanleggers voor de heren schepenen van het Loons recht van Lummen tegen de heer schepen van Henis, opponent, tot behoef van dezelfde van Henis verpand en verborgt 2 percelen land met hetgeen ertoe behoort. Het ene heet “de Hofstraet” en het ander “die Braeck”, gelegen in Schuelen, die hij op 25 augustus 1760 uit handen van Catharina Goffres, weduwe van Christian Cremerius, en van haar dochter Margo Cremerius verkregen heeft via akte beschreven door notaris R. J. Janssens en voor de Lummense schepenen gerealiseerd op 25 september 1760. Verder nog een som van 80 gulden, nu bij redemptie 60 guldens, jaarlijkse rente waarvan het kapitaal 2000 gulden is, boven de rechtsonkosten belopende 107 gulden 5 stuivers. Deze rente heeft het echtpaar als erfgenamen van haar ouders tot last van de gemeente van Schuelen, gecreëerd voor de schepenen via akte van 1 december 1749. Getuigen: Jan Vos en Marie Catharien Haenen.

 

1771, 24 oktober. Folio 273v

Relief familie Knaep, Koersel. Henderick Knap, Arnoldus Knap, Brigitta Knap, Anna Knap, Ida Knap, Maria Knap verzoeken te releveren na de dood van hun ouders Hendrick Knap – Maria Beelen: een beemd genaamd “den Craenevat”, gelegen onder Stal, palend O. Henderick Kerts, W. de erfgenamen Jan Seijssens, Z. de Maelbeeck”, N. Matthijs Gielen.

 

1771, 24 oktober. Folio 273v

Verkoopscondities van 27 mei 1771. Na voorgaand “kerckengebodt” zal publiek met uitgaan van de brandende kaars door Jaspar Huveneers een stuk land met annexe dries genaamd “den Driesen” verkocht worden, gelegen in Castel onder Stal. Palend de weduwe Henrick Geerts O., N. N. van Hasselt W., begijn Hommans Z. en de straat N. Vrij van lasten met uitzondering van schattingen en s’ heeren grondcijns.

Gerechtsdienaar Peeter Oriaens zal het goed oproepen en daarna zal aan de meestbiedende met eenmaal, andermaal worden toegeslagen. De obtinentkoper zal zoveel hogen mogen stellen als hem zal believen, waarna iedereen mag hogen. Hogen van 2 gulden Brabants Luijcx, te verdelen tussen hoger en verkoper. Onmiddellijk na de kaarsbranding zal de gichte geschieden en moet de totale koopsom met de koopsonkosten voldaan worden, waaronder 1 gulden roepgeld en 3 gulden voor de conditie en de kopij ervan, 5 stuivers godsgeld, 15 gulden lijcoop te verbruiken in het huis van de weduwe van Jan Claes. De koper mag het goed maar aanslaan nadat de huurtermijn is afgelopen. Dit jaar is het eerste van drie en de huur ervan is nog voor de verkoper; de volgende jaren moet de koper zich met de huursom van 16 gulden tevreden stellen, bovenop de schattingen. De bomen en struiken zijn voor de koper.

Publiek voorgelezen in het huis van de weduwe van Jan Claes, genaamd “die Trompette”, in Vurten onder Coursel in aanwezigheid van de getuigen P. N. Van Postel en Peeter Dries. Notaris J. Nulens.

Op dezelfde dag bood de jongedochter Maria Huijbrechts 645 gulden Brabants Luijcx, waarvoor haar door verkoper Jespar Huveneers de palmslag werd vergund. De koopster verbeterde aanstonds haar koop met 40 hogen.
Op 28 mei 1771 hoogde Jan Huijbrechts Maria af met 10 hogen. Getuigen: J. Gertrudis Convents en Francis Van de Voordt. Op 31 mei 1771 hoogde Maria terug af met 20 hogen. Getuigen: Francis Van de Voordt en Henric Convents.

Op 17 juni 1771 heeft Joris Leekens nog afgehoogd met 15 hogen, in het woonhuis van de notaris in Vurten onder Coursel in aanwezigheid van de getuigen Peeter Convents en Francis Vande Voort.

Op 2 juli 1771 vond de kaarsbranding plaats en verbleef de koop aan de laatste hoger Joris Lekens 14 = 11. Op 24.10.1771 werd deze akte gerealiseerd door de schepenen van Lummen Loons recht.

 

1771, 07 november. Folio 277v

Maria Meijnen en Thommas Zelis, man en momber van Anna Meijnen, releveren de goederen die op hen zijn aangekomen na de dood van hun ouders Jan Meijnen en hun moeder …, beiden zaliger. Het gaat om een perceel land gelegen onder Schuelen aan “Sint Joris Schaendt”, palend Sint Joris Schaendt O., de Schaendtstege Z., Willem Maris W. en N. (Het zal hier gaan om “Sint Jorisschans”.)

 

1771, 07 november. Folio 278r

De heer Van Langenaecker, facteur als geconstitueerde van de erentfesten heer advocaat Gaspar Joannes Vossius den alden van 23.10.1771, legt een scabinaal akkoord voor tussen Vossius en Jan Maris.

Het akkoord dateert van 7 november 1771. Het ging om een actie van purgement door Jan Maris voor deze justitie aangesteld op 25 april laatstleden. De rente bedraagt 24 gulden redimible met 700 gulden, in 2 keer aflegbaar, die werd gecreëerd op 28.10.1766 bij akte van notaris dela Court. Het pand van deze rente is op 17 juli 1766 gepurgeerd uit handen van armenmeester Hubert Roelants. Van Langenaecker moet met 18 gulden betalen en laten redimeren met 600 gulden in 2 termijnen. Aan de constituant blijft vanaf nu tot half maart 1771(?!) de koers van de gevallen en ongevallen huren en de rente van 28 gulden verschuldigd door huurder Philips van Roij. De comparant moet tot het jaar 1771 alle jaarlijkse lasten dragen tot einde van de taust 1772. De huur half maart te vallen zal door aanlegger Jan Maris worden opgetrokken. De eerste comparant q.q. admitteert de tweede tot purgement van het goed, terwijl de tweede ermee instemt dat Langenaecker namens Vossius de stukken recupereert “onder recepisse sijnderzijts alhier in judicio gedeponeert”. De partijen sloten dus een akkoord buiten proces en hebben beloofd dit akkoord na te komen.

(voor correcte interpretatie raadplege men de originele akte)

 

1771, 07 november. Folio 279r

Notariële akte van 1 februari 1771, notaris Deckers residerend in Diest. Henrick Jacobs en zijn echtgenote Christina Roosen, inwoners van Linckhoudt, verklaren dat ze met Henrick Timmermans, eveneens inwoner van Linkhout, een erfmangeling hebben aangegaan. Jacobs transporteert tot behoef van Timmermans een sille weide uit 8 sillen gelegen onder Scheulen, palend de rivier de Herck W. en Z., N. Peeter Jacobs cum suis, de pastorij van Herck O. Enkel belast met grondcijns van maximaal 1 plaquet jaarlijks. Het goed is aan de huisvrouw van Jacobs toegekomen uit hoofde van haar ouders. De tweede comparant Timmermans van zijn kant staat een sille weide af onder Linckhoudt gelegen, palend de eerste comparanten O.,de pastorij van Linkhout N., advocaat van Hees W., de Nieuwen Demer Z. Ook enkel met grondcijns belast en aan hem toebehorend uit hoofde van zijn ouders. Volgens beider verklaring zijn geen van de twee goederen meer waard dan 200 gulden Brabants. Getuigen: sr. Arnoldus Max en Renier Lowies. Bekleed met een zegel van 12 stuivers.

De akte werd door Hendrick Timmermans voorgelegd met verzoek tot realisatie en approbatie.

 

1771, 19 november. Folio 280v

Relief na het overlijden van het echtpaar Lenaerd Van Swartenbroux en Mari Geertrudis Luyten, oom en tante (moeten) zaliger van Jan Fillici, Francus Van Swartebroux man en momber Maria Fillici, Maria Gertrudis en Anna Fillici, Jan Drooghmans vader en momber van Allegon Drooghmans, Arnoldus Was, Peeter Plugers man en momber Ida Was, Jan Drooghmans man en momber Marie Catharina Was, Jacobus Smets man en momber Magrita Was, Christiaen Maris man en momber Maria Geertrudis Was, Jan Stappers zoon van Renier Stappers, Jan Stappers zoon van Jan Stappers. Ze releveren 1) een perceel bampt onder Schuelen “den Nieuwen Bampt”, palend de oude Herck O., advocaat van Hees van Hasselt wisselend met de E.H. kapelaan van Linkhout met consorten Z., de heer Briers van Hasselt W., Andries Smeedts N.; 2) een half bonder genaamd “het Weijcken”, grenzend advocaat Vaets van Hasselt O., de heer Roelants van Hasselt Z., de Voert W., de Aude Laeck N.; 3) een sil broek genaamd “het Truijuer Broeck”, palend Jan Hermans O., de heer de Blisia aan de andere 3 zijden; 4) een sil bos met een half bonder, grenzend de heer Briers van Hasselt O., de schepen Vanderheijcken met J. Mat. Jaers Z., de weduwe Jan Weijns W., de Swarte Beeck N.; 5) 3 stukken land genaamd “de Hoeven”, waarvan het eerste perceel O. grenst aan de steghe, de selve erve Z., Jan Mat. Jaers W., Jan Van de Put N. Het tweede grenst dezelfde Steghe O. en Z., de selve erve W., Jan Mat. Jaers en de selve erfve N. Het derde grenst Jan Mat. Jaers en de selve erfve O., de voorschreven Steghe Z., Elisabeth Stappers W., Herman Jaers N.; 6) een stuk land genaamd “het Mutken”, grenzend de kinderen Matthues Schuermans O., de “kerckstaege” (kerksteeg) Z., Allegon Strauwen W., de erfgenamen van de heer Colen van Sint Truijden N.; 7) een rente van 4 gulden jaarlijks op panden van Jan Luijten, genaamd “het Schuermans Veldt”, palend de voorschreven erfgenamen O., de weduwe Lambertus Van de Broeck Z., de heerestraet W. en N.

 

Dit is het stockgoedt van Lenard van Swartebroux voor Jan Fillici, Francis van Swartebroux man en momber van Maria Fillici, Maria Gertrudis en Anna Fillici, Jan Drooghmans vader en momber van Allegonda Drooghmans, Peeter Serdoinck vader en momber Jan en Peeter Serdoinck, die releveren na de dood van hun oom en overoom zaliger: een perceel huis en hof in het dorp van Schuelen gelegen, palend de Veltstege O. en N., de Kerck Steghe met den Kerckhof Z., de heerstraet W.

 

Dit is het stockgoedt van Marigeertruyd Luijten.

Arnoldus Was, Peeter Plugers man en momber Ida Was, Jan Drooghmans man en momber Maria Catharina Was, Jacobus Smets man en momber Marita Was, Christiaen Maris man en momber Mari Geertrudis Was, Jan Stappers zoon van Renier, Jan Stappers zoon van Jan: releveren na de dood van hun tante Mari Geertruydt Luyten:

-         land onder Schuelen genaamd het “Schuermans velt”, regenoten de heer Briers van Hasselt O., de weduwe Lambertus Vande Broeck Z., Jan Luijten W., de heere straet N.

-         land genaamd “de Kaeskamer”, grenzend de heer schepen van Henis van Hasselt O., Peeter Vandelaer met Willem Vande Vinne Z., sr. Joannes Hussen van Hasselt W., de heere straet N.

 

1771, 19 november. Folio 282r

Jacobus Smets als “camermeester van St. Bastiaen camer van Schuelen” releveert na de dood van Lenard Van Swartebroux en Mari Geerteruijd Luyten zaliger een “zil bampts uyt een half bonder onder Schuelen” gelegen. De beemd paalt de Cleijn Herck O., het klooster van Averbode Z., de Groote Herck W., joufr. begijn Cogen N.

 

1771, 21 november. Folio 282r

Maria Meijnen, Thommas Celis man en momber van Anna Meijnen dragen op tot behoef van Peeter Vandelaer een perceel land onder Schuelen gelegen, palend Sint Joris Schant O., de schantstege Z., Willem Maris W. en N. Voor 82 gulden Brabants Luijcx eens. Het goed is belast met 2 gulden 10 stuivers aan Willem Maris, met cijns en schattingen. Lijfcoop en roepgeld aan de dienaar voor het oproepen 3 gulden. Peeter gegicht.

 

1771, 06 december. Folio 283r

Margariet Lijnen, inwoonster van de binnen vrijheijdt, verklaart uit handen van Dionisius Leuraers nomine uxoris Catharien Stessens en van Joannes Colemant als man van Gertruijdt Stessens de som van 43 gulden Brabants Luijcx eens ontvangen te hebben, waarvoor ze hun pand kwijt: een perceel land in Schuelen gelegen, genaamd “die Lomp”. Het ging om een rente van 2 gulden 12 stuivers.

 

1771, 9 december. Folio 383v

Tot behoef van Gerardus Renot draagt Thielman Vos, inwoner van Schuelen, een perceel land op dat onder Schuelen gelegen is. Het grenst Herman de Meer O. en Z., Jacobus Opre W., het wedergedeelte met Arnoldus Vos N. Voor 165 gulden Brabants Luijcx eens. Het goed is belast met het wedergedeelte met een rente van 2 gulden 10 stuivers, uit een grotere rente van 5 gulden aan Lenardt Filici, en met grondcijns en schattingen. Voor het schrijven van het billet, het roepgeld en lijfcoop samen 6 gulden Brabants Luijcx.

 

1771, 19 december. Folio 284v

Facteur Van Langenacker legt namens de heer Gerardus Hubertus Briers een notariële akte neer beschreven door H. Pijp op 16.12.1771. Hij verzoekt realisatie en approbatie, gevolgd door registratie.

Akte. Voor de notaris, residerend in Hasselt, verschenen Peeter Sardons en zijn vrouw Anne Marie Rubens die aan de heer Gerardus Hubertus Briers hun gerechtigheid verkopen van een deel van huis, hof en bijbehorende goederen gelegen onder Schuelen in Wurp, afgekomen van hun vader Francis Rubens zaliger. Dit deel hebben ze op 13.12.1771 verkregen via donatie van Michiel Jaupen en zijn vrouw Catarien Lambrechts weduwe van genoemde Francis Rubens via notariële akte opgemaakt in Wuestherck door notaris Hermans. Verkocht voor 325 gulden in specie van 10 carolinen, het stuk aan 19 gulden 10 stuivers; 1 dobbel en 3 enkele merlitons, 1 croix de Malte, 1 L. L. pistol en verder zilvergeld. Het gaat om 1/3 deel van het goed. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de koper in aanwezigheid van Marie Catarien Karmans en Christien Adons, getuigen.

 

1771, 19 december. Folio 285v

Facteur Van Langenacker legt namens de erentfesten heer G. J. Vossius, beide der rechten licentiaat en advocaat, oud-burgemeester van Hasselt, een notariële akte voor, gepasseerd voor notaris Theod. Pijp op 8 december laatstleden. Hij verzoekt realisatie en approbatie.

Akte. Joannes Coelmont, inwoner van Schuelen met zijn instemmende echtgenote Gittruijt Stessens, en Dionijs Leuraerts met zijn eveneens instemmende echtgenote Cathrien Stessens hebben uit handen van de heer Gaspar Joannes Vossius de som van 200 gulden ontvangen. Hiervoor dragen ze aan Vossius een rente op van 8 gulden Brabants jaarlijks, die ze affecteren op 2 percelen land aan elkaar gelegen onder Schuelen, genaamd de Groote en de Kleijne Lomp. Ze palen de straat 1), den Muggenhoeck 2), de heijde 3) en de heer Cox 4). Het goed is reeds belast met 11 gulden jaarlijks aan de acceptant. Deze percelen zijn aan hen via deling toegevallen op 4 december, als de goederen van hun ouders en schoonouders Lenaert Stessens zaliger en Catrien Was, nog in leven en met haar instemming, voor schepen C. Van der Eijcken verdeeld werden. Bovendien staan al hun andere goederen garant. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de acceptant in aanwezigheid van Anna Buijsmans en Anne Cathrien Vreven.

Voor akte en kopijen heeft de heer Vossius 4 schellingen betaald aan de notaris.

 

1771, 19 december. Folio 287r

Facteur Van Langenacker legt een akte neer van 13.12.1771 van notaris L. M. Hermans, verzoekend realisatie. De notaris, residerend in Herck, ontving Machiel Jaupen, inwoner van Oppum en schoolmeester in Weijrs, “beijde onder hoorende waegens van Herck”, geassisteerd met zijn instemmende huisvrouw Catharina Lambrechts, die weduwe is van Francis Ruebens zaliger, die verklaren dat ze dagelijks diensten ondervinden van haar kinderen met haar eerste man. Daarom willen ze dat deze kinderen heer en meester zullen zijn van alle goederen die zowel vanwege Francis Ruebens als van haarzelf gekomen zijn. Ze schenken ze via donatie onder levenden en staan hun tochtrechten, en eventuele rechten van purgement, af. Schenken aan Peeter Seijrdox, die getrouwd is met Anna Marie Ruebens, en zijn zwager Balthasar Ruebens die in eigen naam handelen en namens hun zwager en broer Hendrick Ruebens, allen kinderen van Francis Ruebens met Catharina Lambrechts, die dankend aanvaarden. Opgemaakt in het huis van burgemeester Paulus Swennen binnen Herck genaamd “het Paradeijsken”, in diens aanwezigheid en die van Marie Peeters, getuigen.

 

1772, 02 januari. Folio 290r

Facteur van Langenaker legt een notariële akte voor beschreven door notaris Goetsbloets, residerend binnen Hasselt, op 10 december 1771, verzoekend realisatie en approbatie.

Akte. Henricus Egidius Van Henis, schepen van het hoog gerecht van de stad Hasselt, en de heer Arnoldus Stiels, regerende burgemeester van de stad Bilsen, schepen en secretaris van het hoog gerecht van Bilsen als man en momber van Maria Joanna Jacoba Van Henis, die deze akte zullen laten ratificeren door de E.H. Robertus Henricus Joris, bachelier in de godgeleerdheid, pastoor van de vrijhijt Neer, landdeken van het concilie van Maeseijck, zijn genoodzaakt om te sustineren tegen de heer Joannes Hussen voor de schepenen van het land Lummen ten Loons recht wegens huis en goederen die vroeger geevinceerd werden tegen Henrick en Helena Van de Vos, onder Schuelen gelegen. De heren comparanten bezaten ze samen onverdeeld met hun halfbroer de heer deken Joris voorschreven. Tot behoef van Hussen verpanden ze een half bonder bampts gelegen onder Schuelen aan de Poterye Brugge, belast met 5 gulden Brabants en 10 stuivers jaarlijks aan het beneficie van Sinte Maria Magdalena in de kerk van Donck en met grondcijns. Het was gekocht door wijlen joufr. Marie Elisabeth Joris, begijn van Hasselt, op 2 augustus 1742 voor notaris Vrancken en gerealiseerd voor de schepenen van Lummen op 11 augustus erna, van wijlen sr. P. Matthias de la Croix. Het was verhuurd aan Peeter Bastijns voor 28 gulden jaarlijks of 7 pattacons. Nu is het voor dezelfde prijs verhuurd aan Andries Geerts van Schuelen. Nog als borg: een rente van 8 gulden Brabants, of 200 gulden kapitaal, die tot behoef van de heer Henis gecreëerd werd voor notaris Dionisius de Winghe door Gerard Maris Joannes zoon. Ze staat geaffecteerd op 4 vaten land onder Schuelen genaamd “den Stap Hoff”, gerealiseerd voor de Lummense schepenen van Loons recht op 9 juni 1747. Deze rente wordt nu betaald door Guilliam Beerten. Hieraan kan de aanlegger zijn regres nemen met een geprivilegieerde conde van 15 dagen tot het saijsijn. De heer Van Langenacker wordt geconstitueerd om hen te vervangen in het proces en bij de realisatie van deze akte. Opgemaakt binnen Hasselt in het huis van Van Henis gelegen in de Loombaer straet in aanwezigheid van sr. Henricus Arnoldus Stiels en van Marie Anna Van de Borne, getuigen.

 

1772, 13 februari. Folio 292v

19.12.1771. Joannes Zeeuws, Koersel, uit kracht van bijgevoegd testament, zal na voorgaand kerkengebod publiek aan de meestbiedende met hogen en uitgang van de brandende kaars een hoijebempt verkopen, gelegen in Hoxelaer onder Coorsel. Hij paalt Geerard Put O., de erfgenamen Joannes Kenens W., de beek Z. en Jan Claes N. Hij is belast met 100 gulden Brabants Luijcx kapitaal aan de Armen van Hasselt, uit een grotere rente. Aan te slaan op dag van gichten met de volle schatting voor het jaar 1772. Op volgende condities. Gerechtsdienaar Peter Adriaens zal oproepen en daarna zal het bij eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegeslagen. Op de eerstvolgende genachtedag zal de kaars ontstoken worden en na wettelijk bannen zal bij de uitgang ervan de koop worden toegewezen. De originele koper zal voor zijn voorhogen tenminste 5 hogen moeten zetten, waarna anderen mogen hogen tot uitgang van de kaars. Iedere hoge geldt 2 gulden, te verdelen tussen hoger en verkoper naar oude gewoonte. De gichte volgt onmiddellijk na de kaarsbranding en dan moet ook de volledige koopsom met de hogen voldaan worden in zilveren of gouden stukken, gangbaar geld, samen met de verkoopkosten zoals pontgelt, keersbrandinge, gightgelt, roopgelt 1 gulden, voor conditiegelt en kopie ervan 4 gulden, 5 stuivers godtsgelt en 5 gulden lijcoop te verbruiken in het huis van de weduwe Jan Claes nadat de palmslag zal gegeven zijn.

De intrest van de rente moet door de verkoper betaald worden voor 1771, en voor 1772 door de koper. De verkoper reserveert zich het schaarhout om deze kaptijd nog te kappen.

Deze condities werden voorgelezen in het huis van de weduwe van Jan Claes, genaamd “die Trompet” in Vurten onder Coursel in aanwezigheid van Peeter Dries en van Joannes Swerts als geloofbare getuigen. Getekend: notaris J. Nulens.

Jan Swerts bood op dezelfde dag 140 gulden Brabants Luijcx, waarvoor hij de palmslag kreeg. Hij verbeterde aanstonds zijn koop met 30 hogen. Getuigen: Peeter Dries en magister P. F. Convents. De kaarsbranding volgde op 23 januari 1772. Schepen Woters heeft deze akte ingebracht om te realiseren op 13.02.1772.

Op 12 maart 1772 vernaderde Jaspart Knaep dit perceel als naaste bloedverwant.

 

1772, 25 februari. Folio 295r

Facteur Hermans, namens de heer oud-burgemeester en schepen van de stad Herck voor Ľ erfgenaam van wijlen joufr. Gertrudis Wintmolders, namens Lucia Frederica Fredrix zijn nicht voor Ľ deel, de heren Paulus Swennen, burgemeester van Herck, en diens broer Arnold Swennen ook voor Ľ part en de E.H. Wintmolders, de heer Cobrees getrouwd met Anna Christina Wintmolders, de heer Christianus Claessen u.n. joufr. Joanna Wintmolders, joufr. Theresia Wintmolders, joufr. Agnes Wintmolders en joufr. Marie Wintmolders voor het resterende vierde deel, heeft verzocht te releveren na de dood van joufr. Gertrudis Wintmolders: een jaarlijkse rente van 7 gulden 10 stuivers, die nu betaald wordt met 6 gulden, aan panden afgekomen van wijlen Gerard Van der Eijcken, daarna door koop verkregen door Jan Oppré en nu bezeten door Jan Lambreghts man en momber, gelegen in Rue onder Schuelen.

 

1772, 27 februari. Folio 295v

De E.H. G. G. A. Wilsens, priester, legt per missive een commissariale akte neer gepasseerd voor A. R. Wilsens, commissaris in Hasselt, op 15 januari 1768, verzoekend realisatie van de akte.

Akte. Voor A. R. Wilsens, commissaris van Hasselt en omliggende plaatsen, verscheen Libertus Maris met zijn echtgenote Maria Catharina Goebben, die bij manier van creatie in commissarishanden opdragen een jaarlijkse rente van 7 gulden Brabants tot behoef van de weduwe van de heer doctoor Wilsens zaliger, voor de som van 200 gulden kapitaal. Ze hypothiseren ze aan en op een half bonder bos gelegen onder Schuelen en generaal op al hun andere goederen. Opgemaakt in het huis van de acceptante in Hasselt in aanwezigheid van Anna Maria Van den houdt en Agnes Ghijsens, getuigen.

 

1772, 27 februari. Folio 300r

Joannes Jaers koopt in Schuelen grond van Peeter Ceijssens, Carolus Ceijssens, Maria Catharina Ceijssens wed. Jan Mullens, Daniel Hermans gehuwd met Allegon Ceijssens, Leonardus Houben in huwelijk met Agnes Ceijssens, Joannes Reijnders gehuwd met Maria Ceijssens; Waltherus Griten in huwelijk met Theresia Cheijssens, Christina Ceijssens en Elisabeth Ceijssens. Ze hadden octrooi verworven voor de verkoop op 5 maart 1770 voor de justitie van Zolder. Gekocht via publieke verkoop met proclamaties, hogen en uitgang van de brandende kaars. Het land heet de Belmans Heijde, is 9 roeden groot en gelegen in Schuelen, palend Nober Jacobs Z., Jan Luijten W., Peeter Van de Laer N., de erfgenamen Jan Filleci O. Jan Jaers kwam met recht ter gichte.

 

1772, 26 maart. Folio 301v

Peeter Tielis n.u. Elisabeth Van der Heijden en Peeter Van der Heijden verzoeken te releveren na de dood van hun ouders zaliger Peter Vanderheijden en Magrita Aerts huis en hof gelegen onder Coorsel tot Vurten, grenzend Paulus Renders en Jan Hendrick O., Jan Baptis Van de Weijker W., ’s heeren straet N., de eerde wegh Z.

 

1772, 18 april. Folio 306v

Hendricus Deodatus Thielens verklaart van Jan Virnens een kapitale rente van 40 gulden Luijx met de intrest van jaarlijks 2 gulden ontvangen te hebben. De rente stond geaffecteerd op “het Heufken” onder Schuelen gelegen, palend de heer Deleubetoun (de Liboton) O., de Waterstraet N., Libert Maris W. en Z. Getekend: H. D. Thielens, schepen.

 

1772, 30 april. Folio 308r

Schepen Vander Eijcken, voor zijn zoon Jaspaert Vander Eycken, releveert voor de kerk van Schuelen de goederen die aan haar gemaakt zijn na de dood van Joannes Giardus Polus, wonend in Antwerpen zaliger. Het gaat om een perceel bampt genaamd “het Hooffken”, in de Neerstraet gelegen in Schuelen. Het is een half bonder groot en grenst Hermanus Van der Meer met het wedergedeelte O., des heeren straet Z., Joris Colen met het wedergedeelte met de voort W., dezelfde voort N.

 

1772, 15 mei. Folio 309r

Guillielmus Roijers, borger en koopman wonend binnen Hasselt, per missive van de heer Jacobus Roelants, zijn zwager, legt aan de schepenen een notariële akte voor beschreven door Jaen Henrij Bedart, notaris residerend binnen Luik, van 28.11.1729. Deze akte werd voor echt verklaart door notaris J. W. V. De Kerckhoff. Het gaat om de opdracht en transport van tienden op panden, dijken en een bempt genaamd “de Capelbempt” met alle aanhorigheden gelegen onder Schuelen genaamd “Cleyn Halbeeck” door Jaen de Geling met zijn vrouw Anna Elisabeth Lieffsoens tot behoef van de edele vrouw Cecilia Dorothea de Theux. Roijers verzoekt realisatie van de akte. Anna Elisabeth Lieffsoons wordt eerst nog het relief verleend na de dood van haar ouders.

Volgt de Franstalige akte. Het verkochte goed wordt omschreven als “la maison, prairies, gardins, terres, haijes, fosses, fumiers et dégues appandices et appartenances de la Grand Halbeeck, jurisdiction de Herck en campinne, avec tous droits qu’il sont a raison des dits biens tels qu’ils sont denomines dans une notule signée du dit sr. Geling”. Bovendien alle rechten die hij samen met zijn echtgenote heeft “a un dixine avec la motte et aupres Capelbempt”. Voor 2600 gulden Brabants. Alle lasten op de goederen zijn inbegrepen en te betalen door de verkoper. Uitzondering vormen een rente van 23 gulden Brabants aan Arnold Martens en 2 gulden rente “au Dames Blanches de Hasselt”. Indien ze kunnen afbetaald worden, moet Joannes Degeling dat doen en anders aftrekken ten penninck twintig. (voor juiste interpretatie raadplege men het origineel).

Opgemaakt in het huis van “madame la douariere de noble seigneur Arnold Leon. de Theux située derriere et sous les immunité de la collegiale de saint Paul a Liege”. Getuige: E.H. Jean Francois Collard.

 

1772, 15 mei. Folio 311v

Guillielmus Roijers, borger en koopman wonend binnen Hasselt, per missive van de heer Jacobus Roelants, zijn zwager, legt aan de schepenen een notariële akte voor beschreven door P. Nicolaij, notaris in Heusden, op 18 april 1735. Hij verzoekt realisatie en approbatie.

Akte. Cecilia Isabella Menten voor het vruchtgebruik, Petrus Vande Laer haar zoon en Petrus de La Croix haar schoonzoon gehuwd met Maria Catharina Vande Laer, dragen op volgens voorgelegd handschrift, tot behoef van de edele heer Nicolaus Antonius de Libotton, heer van Cleijn Stevordt:

  1. een perceel van 3 sillen groot, genaamd “Roumondis Bloeck”
  2. een perceel van een half bonder groot genaamd “den Nachternoen”
  3. hun deel in de tiende, waarvan de acceptant de andere delen heeft
  4. hun deel in een bampt, waarvan de acceptant de andere delen heeft met de dijk, zoals het hen toebehoort, O. die Halbeeck, W. die Koelherck
  5. hun deel in “den Capel Bampt”
  6. een perceel land “den Hulst” genaamd, ongeveer een bonder groot, palend O. en Z. de heer acceptant, N. de E.H. Van de Laer
  7. “het Lanck Half Bonder” palend in 2 zijden de heer acceptant, 3) de weduwe Peeter Poelmans, 4) de heer de Heusch
  8. ongeveer een sille palend N. Guilliam Neven, O. de pastoor of armen van Donck, Z. sr. Wuesters erfgenamen, W. de representanten ?
  9. ongeveer een half sille palend N. de erfgenamen Wuesters, O. de pastoor of armen van Donck, Z. den Groenen Wegh
  10. “die heerlijkchijt van Lantwijck” met zijn vrijheden, visserijen, jachten, cijnsen, pontpenningen, weggeld, prerogatieven en alle andere aanhorigheden, zoals de verkopers het bezitten zonder uitzondering. Alle documenten en archieven ervan zullen overgedragen worden, met bekentenis van alle heren en hoven hun openstaande en toestaande rechten

Verkocht voor 3395 gulden Brabants Luijcx. Petrus Van de Laer heeft hiervoor vandaag de som van 680 gulden Brabants Luijx ontvangen. Aan de resterende koopsom moet korten: 400 gulden kapitaal met de intrest aan de acceptant; nog 200 gulden aan dezelfde acceptant, nog 200 gulden uit een grotere rente van 400 gulden kapitaal. Verder nog 250 gulden aan het begijntje Clerx; 150 gulden kapitaal aan Gilis Van der Hoeven en nog 2 gulden jaarlijks uit een grotere rente van 8 guldens aan het zusterklooster in Hasselt. De afbetaling hiervan en de resterende koopsom moet binnen 14 dagen betaald worden. Getuigen: de edele heer Arnold Leon. de Theux heer van Meijlant en Serij en Maria Van der Hoedonckx. Opgemaakt op het adellijk huis van de heer van Meijlant in “het salette gestaen onder Heusden”. Voor een goede betaling staan de goederen van de heer acceptant garant, die omtrent Wuestherck of Donck gelegen zijn en die afkwamen van de schepen de Rasquinet.

Volgt de instemming van Maria Catharina Van de laer aan haar man Petrus Matthias de la Croix voor verkoop van goederen afgekomen van haar grootvader Petrus Menten en van het cijnshof van Lantwijk afgekomen van haat vader Petrus Van de laer: 16.04.1735. Notaris Petrus Nicolaij.

06.05.1635: joufr. Cecilia Elisabeth Menten weduwe van sr. Petrus Vandelaer, sr. Petrus Vandelaer en sr. Petrus Matthias de la Croix, haar zoon en schoonzoon, verklaren dat de volledige koopsom voldaan werd door de heer Nicolaus Antonius de Libotton, heer van Cleijn Stevort. Opgemaakt door notaris Petrus Nicolaij van Heusden in Hasselt in het huis van de heer de Libotton in “het salette” in aanwezigheid van de getuigen Joannes Theunis en joufr. Maria Rosa de Catter.

De Libotton voegt nog 175 gulden aan de koopsom toe voor sr. Petrus de la Croix en aan jouffr. Menten 5 gulden. De gehele koopsom komt daarmee op 3575 gulden Brabants Luijx.

 

1772, 15 mei. Folio 314v

De heer Guiliellmus Roijers, borger en koopman binnen de stad Hasselt, legt per missive van de heer Jacobus Roelants, zijn zwager, een notariële akte voor beschreven door notaris P. Nicolaij van Heusden op 15 april 1735, verzoekend realisatie en approbatie.

Akte. 13 april 1735 verscheen bij de notaris de edele heer Arnold Leon de Theux heer van Meijlandt en Serij, als geconstitueerde en gevolmachtigde van de heer Antonius de Rasquinet, schepen van de souverijne justitie van de stad en het land van Luik, heer van Heure en Moresse, en van de edele vrouw Cecilia Dorothea de Theux, zijn gemalin. De constitutie dateert van 21.02.1735 en is van de hand van notaris Jean Francois Collard van Luik. Volgens octrooi vanwege de prelaat van Sint-Truiden van 21 maart 1735 verkopen ze aan de edele heer Nicolaus Antonius de Libotton, heer van Cleijn Stevort, alle goederen, huizen, landen, bempden, heggen, graven, visserijen, tiende van Groot en van Cleijn Halbeeck omtrent Wuestherck onder Donck gelegen met alle andere aanhorigheden zoals momenteel Francis Salé het in huur heeft en dat afgekomen is van Servaes Raimondij en Jean de Geling. Lasten: 21 rinsgulden aan sr. Martens in Hasselt, 23 gulden aan Herman Goffin en met 2 gulden aan het zusterklooster in Hasselt, alles Brabants Luijx jaarlijks. Bovendien met eventuele cijns en schattingen. Verkocht voor 6000 gulden Brabants Luijx en 8 pistoletten voor spelgelt. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de heer acceptant in aanwezigheid van de heer Dionisius Keijnen en van Anna Catharina Diepericx. De archieven en documenten werden overgedragen. De akte werd uiteindelijk nog ondertekend door notaris J. M. Convents voor de kopie.

Constitutie van de heer Arnold Leon de Theux van 21.02.1735 door de heer Antoine de Rasquinet en zijn echtgenote Cecile Dorothée de Theux. Opgemaakt in de parochie van Sinte Aldegonde in Luik in hun woonhuis. Getuigen: Jean Bartholomeus Collinet en Jean Matthieu Maillart. Notaris Jean Francois Collard.

 

1772, 15 mei. Folio 317r

De heer Guillielmus Roijers, borger en koopman binnen de stad Hasselt, legt per missive van de heer Jacobus Roelants, zijn zwager, een notariële akte voor beschreven door notaris P. S. Winckelsels, notaris residerend binnen Tongeren, van 10 april 1772. Hij verzoekt realisatie en approbatie ervan. Akte. De edele heer Anthoon Joseph baron de Wevelinckhoven, directeur generaal der Nederlandsche posten, heer van Rullingen etc. verkoopt aan de heer Willem Roijers van Hasselt, voor wie zijn zwager Jacobus Roelants present is, huis, hof, winning, landen en bempden die in het geheel 22 bonderen beslaan, volgens de bestaande pachtcedule, en genaamd “Halbeeck”, onder de parochie van Donck. Verder nog tienden genaamd de Halbeecker thienden, eveneens de Halbecker Dijck, de motte en 2 bonders bos genaamd “Peeter Wolf”. Daarenboven nog alle “meubilaire effecten” die zich in het voorschreven huis bevinden. Het goed is belast met 21 rijns gulden jaarlijkse rente, die betaald wordt met 17 gulden Brabants aan de E.H. Martens, pastoor van Courswerme, en nog met enige capuinen en kleine cijns jaarlijks. De koper moet alle onkosten betreffende octrooi voor deze verkoop, alle onkosten van relievement tot zijn rekening nemen. Koopsom: 27000 gulden Brabants Luijcker koers. In afkorting van de koopsom werd 25000 gulden Brabants neergeteld in aanwezigheid van notaris en getuigen. De gebruikte munten: 680 en een halve carolinen, 5 guinees, 246 louis d’or, 81 en een halve gulde souveraijen, 519 gerande ducaten en 5 gulden Brabants. De resterende som van 2000 gulden zal door de koper binnen 18 maanden voldaan worden. Omdat er reparaties aan het huis moeten gebeuren en op diverse gronden dient geplant te worden, mag de koper deze werken dit jaar nog uitvoeren en zullen deze kosten in mindering gebracht worden op de resterende koopsom (gereputeert worden als cooppenningen) en bij eventueel retract (vernadering) van deze goederen door de retrahent moeten de acccessoiren gerestitueerd worden. Opgemaakt in Tongeren in het huis van de E.H. “canoninck” Vermuijlen, “gestaen op het clooster” in aanwezigheid van Antoinette Gedelot en van Gregorius Van der Smissen van Hasselt.

 

1772, 21 mei. Folio 319r

Voor de heer doctoor Colen werd het relief gepresteerd voor de volgende stukken: een perceel land genaamd “den Smautbempt” in Schuelen, palend Marie Anna Coenens Z., Christiaen Somens cum suis W.; 9 gulden jaarlijks uit 18 gulden op panden van Jan Jans, nu Jan Wintmolders weduwe, in Schuelen; een perceel gelegen aan “den Guiliker Bosch”, palend dat bos Z.; 18 roeden op de gemeen Seelbempden onder Schuelen, palend de 2 roeden van het kapittel van Maestright N., N. Van Swartebrouck 6 roijen Z.

 

1772, 29 mei. Folio 320v

In naam van de edele heer J. J. de Libotton heer van Cleijn Stevordt etc. legt Marten Pulinx een notariële akte voor gepasseerd in Hasselt op 22 mei bij notaris H. Pijp. Hij verzoekt realisatie van deze akte van renteconstitutie door Henric Van de Venne tot behoef van de heer de Libotton.

Akte. Hendrick Van de Venne van Schuelen draagt tot behoef van de heer N. J. J. de Libotton, heer van Clijnen Stevordt enz., voor wie zijn oom de heer Gerardus Hubertus Briers present is, een rente op van 3 gulden 10 stuivers jaarlijks. Kapitaal 100 gulden. Als pand stelt Hendrick een stuk land van 6 vaten saeijens gelegen op ’t Dondervelt onder Schuelen, regenoten de heer q.q. acceptant 1), de weduwe Peeter Goethuijsen 2), de kinderen van Willem Ramakers 3) en de armen van Berbrouck 4). Het is reeds belast met tweemaal 4 gulden 5 stuivers jaarlijks, in 2 verschillende creaties, aan de heer de Libotton voorschreven. Getuigen: Marie Elisabeth Winckelaers en Henrick Vertdergh(?).

In de marge van de akte stond: Solvit Hend. Van de Venne voor act en copije 35 stuivers.

 

1772, 23 juli. Folio 326v

Peeter Van Swartebrockx, man en momber van Anna Ida Van der Eijcken, van Schuelen draagt op tot behoef van Elisabeth Van Swartebrockx weduwe van Jan Weijns een perceel land in Schuelen gelegen genaamd “de Karis Heijde” Het is 3 vaet saeijens groot, paalt Aldegon Strauwen met de erfgenamen van advocaat Loijens O. en Z., Lenard Filici W., de erfgenamen Jan Hanson N. Voor 100 pattacons of 400 gulden Brabants eens, godsgeld 1 stuiver, lijffcoop 10 stuivers.

 

1772, 06 augustus. Folio 329r

Merten Pulinx, namens de heer G. H. Briers en uit kracht van generale constitutie, legt een notariële akte voor geschreven door notaris H. Pijp op 25 juli 1772. Hij verzoekt realisatie, approbatie en registratie van de akte.

Akte. Voor de notaris, in Hasselt residerend, verschenen persoonlijk Arnold Enckels van Schuelen geassisteerd door zijn vrouw Maria Magriet Vrancken. Ze verklaren uit handen van de heer Gerardus Hubertus Briers de som van 150 gulden ontvangen te hebben. Hiervoor creëren ze een rente van 6 gulden Brabants jaarlijks tot behoef van de kinderen van Briers. Deze rente wordt geaffecteerd op een stuk land van 3 vaten zaaiens, genaamd “den Muggendries”, gelegen onder Schuelen. Het paalt O. s’ heeren straet, “die Lomp” Z. en W. die eigendom is van burgemeester en secretaris Cox, N. Matijs Joors met “die Groote Heijde”. Onbelast. Verder nog tot pand 2 vaten zaaiens daar in de buurt gelegen, genaamd “die Luers Heijde”, grenzend s’ heeren straet W., O. de Lomp voorschreven, N. de voorschreven heer Cox, Z. Peeter Plugers. Belast met 3 schellingen jaarlijks aan de kerk van Schuelen. Getuigen: Marie Elisabeth Jauwen, Marie Elisabeth Winckeleers.

Solvit de heer Briers voor akte en kopij 30 stuivers. Getekend: H. Pijp, notaris.

 

1772, 01 september. Folio 330r

Simon Paep verkoopt met zijn echtgenote Allegon Lambrughs aan Lambuyer Lambrughs: 1) huis en hof met de gehele aanhang in Schuelen in de Neer straet gelegen, regenoten Jaspar Van der Eijcken O., de verkopers W., Elisabeth Lambrughs Z., de Neere Straet N. Dit huis is belast met keur. 2) een perceel land van 1,5 vat zaaiens grenzend huis en hof voorschreven O., de koper Z., Matthijs Strampers W., de Neere Straet N. 3) een perceel land genaamd “de Wolfs Keel” grenzend Geert Geijsus O., Peeter Plughers N. en W., de straat Z. 4) een half bonder bempt palend de “Moelewegh” O., Peroi Mues N., Dingena Boerghs W., de koper Z. Alles is gelegen onder Schuelen. Verkocht voor 1050 gulden Brabants Luijx en 4 gulden lycoop, 1 gulden godsgeld boven de lasten. Belast met 2 gulden en 11 stuivers aan de heer Cox van Hasselt, met 4 gulden jaarlijks aan de armen van Herck, met 1 aldegroot aan de kerk van Schulen, met schattingen en cijns.

 

1772, 03 september. Folio 330v

De heer Joseph de la Croix, als gelastigde van de edele welgeboren heer ad. De Heusch, heer van Landtweijck, Herten enz., legt een notariële akte voor gepasseerd in Hasselt op 14 juli laatstleden voor notaris Pijp. Het gaat om het transport van een rente. Hij verzoekt realisatie, approbatie en registratie.

Akte. Elisabeth Vesters weduwe van Gerard van der Eijcken verkoopt aan de edele heer advocaat de Heusch, heer van Landwijck, Herten enz. 4 gulden Brabants jaarlijks uit 8 gulden jaarlijks, gecreëerd voor notaris J. F. Opdendries op 07 september 1771. Ze heeft het kapitaal van 100 gulden en 3 gulden verloop ontvangen en stelt hem in haar plaats. Deze rente zal voor de eerste maal tot zijn profijt vallen op 7 september 1772. De helft van deze rente van 8 gulden behoort aan haar toe na de dood van haar zuster Anna Vesters en is op haar ab intestato verstorven. Getuigen: Loewis Tackoun en Joannes Cluijten.

 

1772, 03 september. Folio 331v

De heer Joannes de La Coix, medeschepen, legt uit kracht van generale constitutie een notariële akte voor gepasseerd voor J. F. Opdendries, binnen Hasselt residerend van 7 september 1771. Het gaat om de creatie van een rente door Peeter Pollaris tot behoef van Elisabeth Vesters, weduwe van Gerard Vander Eijcken, en Anna Vesters. Hij verzoekt approbatie en registratie.

Akte. Peeter Pollaris, wonend in Schuelen, leent 200 gulden Brabants eens van Elisabeth Vestras wed. Gerard Vander Eijcken en van Anna Vesters, jonge dochter. Hiervoor krijgen ze voor de rest van hun leven de vrije woonst in het huis van Pollaris. Het gaat om een kamer en een warmoeshofje. Na de dood van beide vrouwen, of van één van beiden, kan deze creatie veranderd worden in een jaarlijkse rente van 8 gulden, aan 4% dus. De rente wordt gevestigd op het huis en hof en een weide ernaast gelegen, omtrent 2 bonders groot. Palend de heer van Henis aan 2 zijden, Hendrick Schepers van Schuelen en de erfgenamen van de edele heer de Scroets 4). Reeds belast met 19 = 10. Opgemaakt in het huis van de notaris in Hasselt, staande omtrent de Curinge Poorte in aanwezigheid van de juffrouwen Anne Marie Theunis en Marie Caroline Opdendries als getuigen.

 

1772, 03 september. Folio 332v

Heer meier de Borman legt in de naam van de advocaat en oud-burgemeester Gaspar Joannes Vossius senior een notariële akte neer gepasseerd voor God. Goedtsbloets op 31.08.1772. Verzoekt realisatie en registratie.

Akte. Bij de notaris, in Hasselt residerend, verscheen Lambertus Lambrichts, inwoner van Schuelen. Hij draagt tot profijt van de heer advocaat en oud-burgemeester Gaspar Joannes Vossius den alden een rente op van 40 gulden jaarlijks. Bij tijdige betaling volstaan 35 gulden. Hiervoor ontving Lambrichts de som van 1000 gulden Brabants eens. De rente wordt gevestigd op 1) een stuk land genaamd “de Moskens Heijde”, 6 vaten zaaiens groot, palend O. Willem Beijnens man van Marie Catharina Joers, Z. Joannes Matthijs Joers, N. Joannes Van Brabant en W. de kinderen van Hendrick Hermans; 2) een stuk land “het Huijsken” O. en Z. de straat, W. en N. Peeter Plugers; 3) een stuk land van 3 vaten zaaiens groot palend O. de opdrager, Z. de heer acceptant, W. Matthijs Strampers en N. de opdrager als koper van zijn halve zuster Aldegond Lambrichts. Al deze goederen zijn onbelast, tenzij met grondcijns, en zijn gelegen onder Schulen. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de heer acceptant staande op de “Haut Mert” in aanwezigheid van de getuigen Hendrick Oijen en Anna Wolters.

 

1772, 24 september. Folio 336v

Peeter Fonteijn, met instemming van zijn echtgenote, verklaart tot behoef van Jan Huijbrechts een perceel land op te dragen gelegen in Coorsel omtrent het dorp in de Savelstraet. Het paalt begijn Van de Weijer O., de weduwe Aert Beckers W., Hendericus Truijens Z., de straat N. Tot pand voor een rente van 10 gulden jaarlijks, te leggen met 250 gulden Brabants Luijx. Solvit Fonteijn jura voor copije, solvit Jan Huijbrechts 15 stuivers.

 

1772, 22 oktober. Folio 337r

13.10.1772. Bij de notaris in Baelen verscheen Henrick Wouters weduwnaar van Gertruij Maenen, die aan haar man bij testament de tocht van haar immeubele erfgoederen heeft gelaten, waar ook gelegen. Dit vruchtgebruik staat hij af aan Maria Helena Marien, dochter van wijlen Margo Marien: van een perceel gelegen onder Stal gehucht van Coorsel. De andere helft behoort toe aan de voorschreven Maria Helena Marien uit hoofde van haar moeder. Henrick behoudt er voor zichzelf geen recht meer op en zij accepteert het. Ze draagt het met de aanstaande last van 50 gulden Luijx geld op tot behoef van Arnoldus Smets, inwoner van Stal, op voorwaarde dat hij alle uitgaande lasten ervan zal dragen. Bovendien moet hij aan Maria Helena Marien nog 20 pattacons Brabants geld geven, of in Luijxe specie of geld de som van 80 gulden. De meerderjarige Maria Helena verklaart aan de voorschreven helft gelegen in Stal aan de Heijcant geen enkel recht meer te hebben (het gehele stuk is 150 roeden groot). Getuigen: Hendrick Hessels en Cornelis Cools. Zegel van 6 stuivers. Attestor G. B. Claes, notaris.

Op 22.10.1772 legde schepen Woters deze akte neer om gerealiseerd te worden.

 

1772, 05 november. Folio 338r

Akte van notaris W. V. Vande Kerckhof, residerend binnen Herck, van 24.10.1772.

L. M. Hermans, oud-burgemeester van Herck, en zijn instemmende vrouw M. G. Van Melbeeck verklaren dat ze verkochten: een perceel land onder Schuelen gelegen op het Bruijninx Velt, ongeveer 6 vaten zaaiens groot. Het paalt de Balx Vijver of “Sunevenne”(?), het Sinte Catharina en Sint Nicolausaltaar in Donck O., de heer Briers representerende bij koop Jan Lantmeeters tevoren sr. Blois uxoris nomine Maria Anna Hermans W., de heer Briers in eigen naam Z., de heer H. L. Kips N. Verkocht aan Franciscus Vaes, inwoner van Schulen, voor 400 gulden Brabants eens. Het goed is belast met 4 vaten koren jaarlijks in gebakken brood te leveren aan de armen van Schuelen en met 3 gulden jaarlijks voor een jaargetijde van de E.H. Petrus Lusson op de dag van zijn afsterven, te leveren aan koster en pastoor van Schuelen; bovendien met grondcijns op “feria secunda post invocavit” in mout, rogge en denieren aan de graaf van der Marck, dorpslasten en schattingen. Alle kosten betreffende deze verkoop staan tot last van de koper. Opgemaakt in het huis van de opdrager in Herck, genaamd “den Keijser”, in aanwezigheid van de getuigen J. Beatrix Hermans en Joseph Le Blangh. Ter registratie voorgelegd op 5 november.

 

1772, 05 november. Folio 339r

Akte van 21.06.1772, notaris L. M. Hermans, Herck. Jan Luijten Aerdens zoon, inwoner van Schulen, draagt op en transporteert tot behoef van Herman de Meer, inwoner van Oppum onder Herck, een perceel land gelegen in Schuelen op den Watercant, afkomend van Arnold Stappers en Elisabeth Wijens, anderhalf vat zaaiens groot. Het paalt de weduwe van de heer Hussen O. en N., joufr. de begijn Joors Z. en “het Haesen Stuck” W. Voor 250 gulden Brabants eens boven de last van 100 gulden kapitaal aan de erfgenamen van Barbara Cox, gewezen weduwe van de erentfesten advocaat Loyens van Hasselt. Getuigen: sr. Joannes Franciscus Schroijen en Joanna Beatrix Hermans.

Neergelegd door facteur Hermans.

 

1772, 12 november. Folio 341r

Scheiding van de erfgoederen van het echtpaar Lenardus Van Swartebrox en Marie Gertruijd Luijten zaliger.

Lenardus Van Swartebroux man en momber van Marie Fillici, Jan Fillici absent en gestipuleerd in handen van medeschepen Van der Eijcken, Jan Droeghmans vader en momber van Allegon Droeghmans, Peeter Plugers man en momber van Anna Ida Was, Arnoldus Was man en momber van Maria Catharina Cox, Jacobus Smedts man en momber van Magrita Was, Jan Droeghmans man en momber van Catharina Was, Christiaen Maris man en momber van Gertruijd Was, Jan Stappers man en momber van Aldegon Van de Voert, Jan Stappers man en momber van Maria Elena Lijnen zijn allen erfgenamen van hun oom en tante voorschreven.

Onder kavel A werd gesteld: 1) perceel genaamd “de Hoven” gelegen in Schuelen, palend Jan Mateijns Jaers met kavel B O., de stege Z., Elisabeth Stappers W., Hermanus Jaers N. Geschat op 600 gulden Brabants Luiks boven de lasten. Lasten: 4 vaten koren jaarlijks uit te delen in de kerk van Schuelen aan de armen, volgens testament; 2 guldens 10 stuivers aan pastoor en koster van de kerk van Schuelen. 2) een stuk land in Schuelen genaamd “den Keeskamer”, grenzend “den Schamberen Bosch” O., Aldegon Strouwen n.u. Jan Stappers Z., de weduwe van Joannes Hussen W., des heeren straet N. Onbelast met uitzondering van cijns en dorpslasten. Geschat op 200 gulden Brabants Luiks. 3) een bempt genaamd “het Weijcken”, gelegen onder Schuelen, O. advocaat Hielst van Hasselt, de heer Roelants uit “de Croen” van Hasselt Z., de Voert W., de oude Laeck N. Onbelast, tenzij cijns en schattingen. 250 gulden Brabants Luiks is schatprijs.

Deze kavel viel toe aan: Lenardus Van Swartebrox, Jan Fillici, Maria Gertruijd Fillici, Anna Fillici afwezig gestipuleerd in handen van medeschepen Vander Eijcken, Jan Droeghmans vader en momber van Aldegon Droeghmans.

Kavel B is voor: Peeter Plugers, Arnold Was, Jacobus Smedts, Jan Droeghmans, Christiaen Maris, Jan Stappers en Jan Stappers. Ze bestaat uit:

1) 2 kleine percelen op “die Hoven” gelegen onder Schulen, palend de stege O. en Z., kavel A met Jan Mathijs Jaers W., Jan Van de Putt N. Belast met 6 vaten koren aan de armentafel van Wuestherck. Boven last geschat op 500 gulden Brabants Luiks. 2) land “het Murken” in Schuelen, de kinderen van Mathijs Schuermans O., de kerck stege Z., Aldegon Strouwen W., de heer Ulens van Sint Truijden N. Geschat op 300 gulden Brabants Luiks. 3) 1 sil gemeen broek op het Truijker Broeck” onder Schuelen, palend een sil wisselbroek O., de edele heer baron de Blisia van Louw in 3 zijden. Geschat op 250 gulden Brabants Luiks.

Halfweg de akte worden alle partijen nog eens uitvoerig vernoemd. Voor de volledigheid nog eens het lijstje: Lenardus van Swartebroux man en momber van Maria Fillici, Jan Fillici, Marie Gertrijdt Fillici, Anna Fillici absent gestipuleerd in handen van medeschepen Vander Eijcken, Jan Droeghmans vader en momber van Aldegon Droeghmans, Peeter Plugers man en momber van Anna Ida Was, Arnoldus Was man en momber van Maria Catharina Cox, Jacobus Smedts man en momber van Margrita Was, Jan Droeghmans man en momber van Maria Catharina Was, Christiaen Maris man en momber van Gertruijd Was, Jan Stappers man en momber van Aldegon Van de Vort, Jan Stappers man en momber van Maria Elena Lijnen.

 

1772, 03 december. Folio 348r

Relief na het overlijden van Peeter Hermans door Joannes Hermans broer van Peeter, Anna Hermans, Martinus Lens, Joannes Lens, Liesbeth Lens en Joannes Hermans den ouden. Peter is de oom van de laatsten. Goederen zijn in Coursel gelegen: huis hof op “het Vliegers Eijnde” gelegen, palend Jan Ceijsens O., Pier Eijgen W., Thomas De Vue Z., zijn eigen erf N. Geldt 3 oord cijns. Verder nog een torfbempt grenzend P. Francis Convents O., Geert Wouters W. en de “Roede Beeke” N., Cobus Stockmans Z. Geldt 5 oord cijns. Nog een stuk land op “den Lochten Burgh” onder Coursel, s’ heeren straet O., Anna Wijnants W., Mattheus Knaep Z. en Joannes Reijnders N. Geldt 3 oord cijns. Een torfbroek op “den Hoogen Bosch”, Jacobus Vaes O., Willem Vijfeijken W., de beek N. en s’ heeren straet N. 8 oordt cijns. Een bempt genaamd “het Hemelrijck” palend Jan Reijnders O., Jan Schepers W., de weduwe Aert Beckers N. en Jan Lemmens Z. 3 oord cijns. De gehele cijns komt op f 0 – 5 – 2.

 

1772, 03 december. Folio 348v

Joannes Lambrechts (Lambrechtx !) van Schuelen draagt tot behoef van Jan Daniels een perceel broek op gelegen onder Genebosch, genaamd “den Donckerbemdeken”, grenzend het gasthuis van Diest Z., de erfgenamen van Erasius Theunis W., de erfgenamen Jan Centis N., begijn Hielst O. Voor 290 gulden Brabants Luijx eens in specie van coronen, een half ton lijffcoop, godsgeld 1 stuiver. Het goed is belast met 2 stuivers 2 oord aan de pastoor van Lummen, met cijns en schattingen.

 

1772, 04 december. Folio 349r

Relief na de dood van Willem Jackers en Anna Hermans, Koersel, door hun kinderen Henricus Jaekers, Brigitta Jackers, Jan Meijen als man en momber van Elisabeth Jaekers: een perceel dries genaamd “de Krickel” gelegen in Coursel onder Vurten omtrent de Vurthensche schans, palend Jan Rijmen van Geneijcken O., de weduwe Jan Claes W. en N., de straat Z.

 

1772, 17 december. Folio 350r

Arnold Was, Peeter Pluggers man en momber van Ida Was, Jan Droeghen man en momber van Maria Catharina Was, Jacobus Smedts man en momber van Magrita Was, Christiaen Maris man en momber van Marie Gertruijd Was, Jan Stappers sone Renier Stappers, Jan Stappers soone van Joannes Stappers dragen tot behoef van Peeter Schuermans een perceel land op gelegen onder Schuelen, genaamd “het Mierken”, ongeveer 2 vaten zaaiens groot. Het grenst de kinderen van Merten Schuermans O., de Kerck Stege Z., Aldegon Strouwen W., de erfgenamen van de heer secretaris Colen N. Voor 351 guldens Brabants Luijx en 12 gulden 5 stuivers samen voor dienaar, godsgeld, lijffcoop. Onbelast goed, met uitzondering van cijns en schattingen.

 

1772, 17 december. Folio 350v

Francis Van Swartenbrouck man en momber van Marie Filici, Jan Filici, Maria Gertruijd Filici, Anna Filici afwezig met stipulatie gegeven in handen van schepen Vander Eijcken, Jan Drooghmans vader en momber van Aldegon Droghmans voor wie hij cavert, Peeter Pluggers man en momber Ida Was, Jan Droghmans man en momber Maria Catharina Was, Arnoldus Was, Jacobus Smets man en momber Magrita Was, Christiaen Maris man en momber Maria Gertruijd Was, Jan Stappers soone van Renier Stappers, Jan Stappers zoon van Joannes Stappers dragen tot behoef van Gerardus Renot een perceel land op gelegen in Schuelen, genaamd “het Schuermans Velt”, omtrent 1,5 vat zaaiens groot. Palend de heer Briers O., Joanna Maris weduwe Lambertus Van de Brouck Z., Jan Luijten W., des heeren straet N. Voor 427 guldens Brabants Luijx eens. Enkel cijns en dorpsschattingen te betalen. Kosten 16 gulden en 15 stuivers.

 

1772, 17 december. Folio 351r

Hendrick Tielemans legt een akte voor beschreven op 28.10.1772 door notaris J. Nulens en verzoekt als koper realisatie van de akte.

Verkoopcondities voor verkoop door Peeter Smeets, Arnoldus Convents als man en momber van de toestemmende Catharina Hendrix, Franciscus Hendrix en Willebrordus Rogiers als man en momber van de instemmende Maria Hendrix, erfgenamen en representanten van Gertrudis Smeets, van 28.10.1772. Na voorgaand kerkengebodt zal aan de meestbiedende met hogen en uitgang van de brandende kaars een huis met het annex bakhuis, kruidhof en huishof verkocht worden. Het is gelegen in Coursel “in die Lake”, palend de weduwe van Hendrick Gijbels O. en N., s’ heeren straet W. en Z. Het goed is belast met 4 halster koren jaarlijks; met 30 stuivers Brabants Luiks jaarlijks aan het beneficie in Koersel; met 400 gulden Brabants Luiks kapitaal aan schepen Boulen van Hasselt; met 1 “cop” en een “spint coren drij koninghen cheijns”, met schattingen en ’s heeren grondcheijns. Aan te slaan na de huurperiode van de huidige huurder Jacobus Stockmans.

Verder zullen ze nog een bempt verkopen genaamd “het Gesuer” in Coursel aan de Breedonck gelegen, grenzend de voorschreven Breedonck O. en Z., Jan Dirickx W. en Arnold Sroijen N. Los en vrij van lasten, met uitzondering van cijns en dorpslasten. Aan te slaan na de huurtermijn van huurder Jacobus Stockmans.

De goederen zullen afzonderlijk door gerechtsdienaar Peeter Adriaens worden opgeroepen en aan de meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derdemaal toegeslagen. Nadat de originele koper zijn voorhogen zal gesteld hebben, mag iedereen hogen met 2 gulden per hoge, te verdelen tussen hoger en verkoper. De gichte gebeurt onmiddellijk na de kaarsbranding en dan moet ook de koopsom met alle onkosten voldaan worden. O.a. 1 gulden roepgeld per perceel en 4 gulden van conditiegeld en copije en 5 stuivers godsgeld per perceel. De huur van het broek vervalt op Kerstmis, de huur van het bakhuis half maart 1773. De koper moet onmiddellijk de lasten op het huis overnemen, die vervallen in juli 1773, maar de huur ervan is voor de koper. De koper van het huis met annex dient aan verkopers huisvrouw voor een kermis 15 gulden Brabants Luiks te geven, zonder korten. Lijcoop voor het huis 18 gulden, voor het Gesuer 6 gulden te verbruiken in het huis van Henrick Tilemans nadat de palmslag zal gegeven zijn. Opgemaakt in het huis van Henrick Tilemans in het dorp van Koersel in aanwezigheid van Paulus Beckers en Joannes Tielemans.

28.10 bood Hendrick Mattheus Reijnders voor huis en hof de som van 1200 gulden Brabants Luiks boven de lasten, waarvoor hem de palmslag werd vergund. Verbeterde zijn koop met 50 hogen. Getuigen: Mattheus Gijbels en Ludovicus Lekens.

Op 2 december kaarsbranding. Het goed werd uitgegeven aan Hendrick Mattheus Reynders en gegicht en gekweten. De realisatie volgt op 17 december 1772.

Op 28.10 kreeg Henrick Tielemans de palmslag voor “het Gesuer” voor 660 gulden Brabants Luijx. Hij verbeterde zijn koop met 25 hogen. Getuigen: Mattheus Gijbels en Ludovicus Lekens. Kaarsbranding en realisatie als voor.

 

1772, 17 december. Folio 355v

Schelenhoff.

Voor de schepenen van het land van Lummen ten Loons recht als laten van Schelenhoff verscheen Merten Pulinx, die uit kracht van generale constitutie een akte voorlegde van notaris Arn. Drooghmans van 12.12.1772. Gaat om transport van de broers Henric en Balthasar Rubens tot behoef van de heer Gerardus Hubertus Briers. Hij verzoekt realisatie.

Akte. Henrick Rubens, 25 jaar oud, en zijn broer Balthasar Rubens, 23 jaar oud, renuntiëren van het beneficie van minorennitijt. In hun voordeel werd hen recht in goederen gegeven via akte van donatie en actie van purgement door Michiel Jaupen en zijn vrouw Catharien Lambrechts, hun moeder en stiefvader, gepasseerd voor notaris L. M. Hermans op 13.12.1771 en hier voor de Loonse schepenen gerealiseerd op 19.12.1771. Ze transporteren tot behoef van Gerardus Hubertus Briers, present zijn “wenne” Merten Pulinx in zijn naam accepterend, hun recht en gerechtigheid in hun delen van huis en hof met bijbehorende goederen gelegen in Worp onder Schuelen, afkomende van hun vader Francis Rubens zaliger. De koper heeft het momenteel in zijn bezit. Verkocht voor 650 gulden Brabants Luijx eens. Ze hebben 325 gulden opgetrokken en de resterende som zal de acceptant op hun eerste verzoek neertellen. Ze bezaten 2/3 delen in de voorschreven goederen. Opgemaakt in het huis van de acceptant in Schuelen genaamd “den Gasthuijs Bosch” in aanwezigheid van de getuigen Pieter Schurmans van Schulen en Aldegonde Ramakers.

 

1772, 17 december. Folio 356v

Marten Pulinx legt uit kracht van generale constitutie een notariële akte voor beschreven door notaris Arn. Drooghmans op 12.12 laatstleden. Het betreft een rentecreatie van 10 gulden 10 stuivers jaarlijks, kapitaal 300 gulden, door Peeter Schuermans Mattheuwis zoon tot behoef van de broers Henrick en Balthasar Rubens gedaan. Hij verzoekt realisatie.

Akte. Pieter Schurmans, jonkman van 27 jaren wonend in Schuelen, zoon van Mathewis Schurmans en Anna Vernijns zaliger draagt tot behoef van de broers Henric en Balthasar Rubens, ieder voor de helft accepterend, een rente op van 10 gulden 10 stuivers jaarlijks. Voor 300 gulden Brabants Luijx kapitaal die hij heeft opgetrokken in specie van 5 gouden carolinen ad 19 guldens 10 stuivers het stuk, 40 Fransche croonen en 15 schellingen ander zilvergeld. Hij hypothekeert deze rente op een stuk land genaamd “het Haerenstuck”, 4 vaten saeyens, onder Schuelen gelegen. Het paalt de heer Gerardus Hubertus Briers met een dergelijk stuk land eveneens “Haerenstuck” geheten 1), Piro Swartenbroucx 2), de voorschreven Briers met een land genaamd “de Bloes” 3) en Hubertus Vernijns 4). Opgemaakt in het woonhuis van Pulinx genaamd “den Gasthuijs Bosch” in aanwezigheid van de getuigen Marten Pulinx en Anne Catharien Burghs zijn huisvrouw. Voor vacatie, stipulatie en deze kopij 1 gulden 14 stuivers. Getekend Arn. Droogmans.

 

31 oktober 2007